ECLI:NL:RBHAA:2005:AU0323
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van eenhoofdig gezag aan de moeder in een complexe gezagskwestie
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 26 juli 2005 uitspraak gedaan in een geschil over het gezag over de minderjarige [naam minderjarige]. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om ontheffing van de vader van het gezag, omdat deze in het verleden de minderjarige zonder overleg met de moeder op reis had genomen, wat leidde tot zorgen over de veiligheid en stabiliteit van de minderjarige. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader, ondanks zijn betrokkenheid, niet in staat was om de belangen van [naam minderjarige] adequaat te behartigen, vooral gezien de manipulatieve gedragingen die de moeder had ervaren. De rechtbank oordeelde dat het in het belang van de minderjarige was om duidelijkheid te scheppen over haar verblijfplaats en om te voorkomen dat de vader haar opnieuw zonder toestemming zou meenemen. De rechtbank heeft daarom ambtshalve het eenhoofdig gezag aan de moeder toegekend, met de overweging dat de problemen tussen de ouders zodanig ernstig zijn dat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat het kind klem of verloren raakt tussen de ouders indien zij het ouderlijk gezag gezamenlijk uitoefenen. De rechtbank heeft de verzoeken van de Raad voor de Kinderbescherming tot ontheffing en ontzetting van de vader afgewezen, maar heeft wel de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige bij de moeder gelegd. De vader heeft verzocht om de beschikking niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, maar dit verzoek is afgewezen.