ECLI:NL:RBHAA:2005:AU0321
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontkenning vaderschap in internationaal familierecht met toepassing van Braziliaans recht
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 12 juli 2005 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontkenning van het vaderschap van een man over een minderjarige. De man en de moeder van de minderjarige zijn in 1989 in Brazilië met elkaar gehuwd, maar zijn in 1994 officieel van tafel en bed gescheiden. De bijzonder curator heeft verzocht om de ontkenning van het vaderschap, stellende dat de man niet de biologische vader is van de minderjarige, die in 1995 te Amsterdam is geboren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige sinds haar geboorte haar gewone verblijfplaats in Nederland heeft en dat zowel de man als de moeder instemmen met het verzoek. De rechtbank heeft daarbij het belang van de minderjarige vooropgesteld en geoordeeld dat het in haar belang is dat de juridische banden met de man worden verbroken, nu de biologische vader bereid is de minderjarige te erkennen. De rechtbank heeft het verzoek van de bijzonder curator toegewezen, waarbij het Braziliaanse recht van toepassing was, maar ook het Nederlands recht in overweging is genomen. De beslissing is genomen in het kader van de Wet Conflictenrecht Afstamming, die de mogelijkheid biedt om een ander recht toe te passen indien dit in het belang van het kind is. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de ontkenning van het vaderschap gegrond is, gezien de omstandigheden van de zaak en de instemming van de betrokken partijen.