ECLI:NL:RBHAA:2005:AU0321

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
12 juli 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
106011/2005
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontkenning vaderschap in internationaal familierecht met toepassing van Braziliaans recht

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 12 juli 2005 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontkenning van het vaderschap van een man over een minderjarige. De man en de moeder van de minderjarige zijn in 1989 in Brazilië met elkaar gehuwd, maar zijn in 1994 officieel van tafel en bed gescheiden. De bijzonder curator heeft verzocht om de ontkenning van het vaderschap, stellende dat de man niet de biologische vader is van de minderjarige, die in 1995 te Amsterdam is geboren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige sinds haar geboorte haar gewone verblijfplaats in Nederland heeft en dat zowel de man als de moeder instemmen met het verzoek. De rechtbank heeft daarbij het belang van de minderjarige vooropgesteld en geoordeeld dat het in haar belang is dat de juridische banden met de man worden verbroken, nu de biologische vader bereid is de minderjarige te erkennen. De rechtbank heeft het verzoek van de bijzonder curator toegewezen, waarbij het Braziliaanse recht van toepassing was, maar ook het Nederlands recht in overweging is genomen. De beslissing is genomen in het kader van de Wet Conflictenrecht Afstamming, die de mogelijkheid biedt om een ander recht toe te passen indien dit in het belang van het kind is. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de ontkenning van het vaderschap gegrond is, gezien de omstandigheden van de zaak en de instemming van de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Zaaknummer : 106011/2005
Datum beschikking: 12 juli 2005
ALD/MJ
Ontkenning vaderschap
BESCHIKKING ENKELVOUDIGE KAMER VOOR FAMILIEZAKEN
in de zaak van:
[naam bijzonder curator],
kantoorhoudende te Haarlem,
hierna mede te noemen: de bijzonder curator,
in haar hoedanigheid van bijzonder curator over de minderjarige
[naam minderjarige],
in het verzoekschrift vermeld als [naam minderjarige],
wonende te [plaats],
hierna mede te noemen: de minderjarige,
procureur: mr. M.J.F.A. Mutsaers,
--tegen--
[naam man],
wonende te [plaats], in de deelstaat [deelstaat], Brazilië,
hierna mede te noemen: de man.
1 Verloop van de procedure
1.1 Voor het verloop van de procedure verwijst de rechtbank naar de volgende stukken:
- het op 29 september 2004 ter griffie van deze rechtbank ingekomen verzoekschrift van de bijzonder curator met bijlagen;
- de conclusie van de Officier van Justitie van 16 december 2004;
- het proces-verbaal van de behandeling ter terechtzitting op 21 maart 2005;
- de brief van 20 april 2005 met bijlagen van mr. M.J.F.A. Mutsaers, voornoemd.
2 De vaststaande feiten
Uit de stukken en het verhandelde ter terechtzitting is het volgende gebleken:
2.1 De man en [naam moeder] (hierna: de moeder) zijn in 1989 te Brazilië met elkaar gehuwd.
In 1994 is tussen de man en de moeder de scheiding van tafel en bed uitgesproken.
Uit het overgelegde afschrift van de huwelijksakte met aantekening van echtscheiding van de Federatieve Republiek van Brazilië, Notariaat en Burgerlijke Stand van het
2e arrondissement, blijkt dat de man en de moeder zijn gescheiden door het vonnis van de rechter van Goiânia, deelstaat Goiás, Brazilië, in 1997.
2.2 Uit het huwelijk van de man en de moeder is geboren de minderjarige
[naam minderjarige]:
- [naam minderjarige] in 1995 te Amsterdam.
2.3 Bij beschikking van deze rechtbank van 9 maart 2004 is op verzoek van de moeder
mr. M.J.F.A. Mutsaers, advocaat te Haarlem, tot bijzonder curator over de minderjarige benoemd.
3 Het verzoek en de grondslag daarvan
3.1 Het verzoek van de bijzonder curator strekt tot gegrondverklaring van de ontkenning van het door huwelijk ontstane vaderschap van de man.
3.2 De bijzonder curator heeft haar verzoek gebaseerd op de stelling dat de man niet de biologische vader van de minderjarige is omdat de man en de moeder sinds 1992 gescheiden van elkaar wonen. Voorts stelt de bijzonder curator dat in 1994 de scheiding van tafel en bed tussen de man en de moeder is uitgesproken en dat de man en de moeder op door het vonnis van de rechter van [], deelstaat [], Brazilië, in 1997 zijn gescheiden.
3.3 Zij voert daartoe aan dat niet de man maar [naam verwekker] de verwekker van de minderjarige is en dat [naam verwekker] en de moeder vanaf de geboorte van de minderjarige tot april 2003 hebben samengewoond en een gezin hebben gevormd.
De minderjarige heeft wekelijks contact met haar biologische vader.
[Naam biologische vader] wenst de minderjarige te erkennen.
4 Het verweer
4.1 De man, hoewel behoorlijk opgeroepen, is niet ter zitting verschenen.
4.2 Door de bijzonder curator is een verklaring van de man overgelegd. In deze verklaring verklaart de man dat de moeder en hij in het jaar 1992 gescheiden zijn en dat de officiële scheiding in 1994 tot stand is gekomen. Voorts verklaart de man dat de moeder en hij sinds de scheiding geen relatie meer met elkaar hebben gehad en dat het daarom niet mogelijk is dat de [naam minderjarige] zijn kind is.
De handtekening onder de verklaring van de man is gelegaliseerd door een notariskantoor en door de afdeling Consulaire ondersteuning voor legalisatie van het Staatssecretariaat Buitenlandse Zaken te Brazilië.
5 Beoordeling van het verzoek
5.1 Door de omstandigheid dat de moeder en de man beiden de Braziliaanse nationaliteit bezitten, draagt de onderhavige zaak een internationaal karakter, zodat eerst de vraag beantwoord dient te worden of de Nederlandse rechter in deze zaak rechtsmacht toekomt.
Deze vraag wordt op grond van artikel 3 Rv. in bevestigende zin beantwoord nu uit hetgeen de moeder van de minderjarige ter zitting heeft verklaard uit het overgelegde uittreksel gemeentelijke basisadministratie blijkt dat de moeder van de minderjarige haar gewone verblijfplaats in Nederland heeft.
5.2 Vervolgens komt de vraag aan de orde welk recht van toepassing is op het verzoek.
Op grond van artikel 2 lid 1 Wet Conflictenrecht Afstamming, in werking getreden op
1 mei 2003 en van toepassing op rechtsbetrekkingen die na haar inwerkingtreding worden vastgesteld of gewijzigd, is op het onderhavige verzoek Braziliaans recht van toepassing.
Op grond van artikel 340, lid II van het Braziliaanse Personen- en Familierecht kan het vaderschap van een tijdens huwelijk geboren kind worden ontkend wanneer de echtgenoten de eerste 121 of meer dagen van de 300 dagen voor de geboorte van het kind wettelijk gescheiden waren.
Vaststaat dat de man en de moeder officieel in 1994 van tafel en bed zijn gescheiden. Hierdoor kan op grond van het Braziliaans Personen- en Familierecht de ontkenning door de man van het door huwelijk ontstane vaderschap van de minderjarige niet worden uitgesproken
Op grond van artikel 2 lid 2 Wet Conflictenrecht Afstamming, kan de rechter, indien zulks in het belang is van het kind en de ouders een daartoe strekkend gezamenlijk verzoek doen, een ander in artikel 1 genoemd recht toepassen, dan wel het recht toepassen van de staat van de gewone verblijfplaats van het kind ten tijde van de ontkenning of het Nederlands recht.
Nu vaststaat dat de minderjarige sinds haar geboorte haar gewone verblijfplaats in Nederland heeft, zal de rechtbank Nederlands recht toepassen op het onderhavige verzoek. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat zowel de man als de moeder instemmen met het onderhavige verzoek en dat het in het belang van de minderjarige wordt geacht dat de juridische banden met de man worden verbroken nu de biologische vader na toewijzing van het onderhavige verzoek de minderjarige zal erkennen.
5.3 Het verzoek van de bijzonder curator is binnen de termijn van artikel 1:200 lid 6 van het Burgerlijk Wetboek ingediend.
5.4 De Officier van Justitie concludeert tot toewijzing van het verzoek.
5.5 Gelet op het vorenstaande kan het verzoek van de bijzonder curator als onweersproken worden toegewezen, nu ook voor het overige niet is gebleken dat het verzoek onrechtmatig is.
6 Beslissing
De rechtbank:
Verklaart gegrond de ontkenning van het door huwelijk ontstane vaderschap met betrekking tot de minderjarige [naam minderjarige]:
- [naam minderjarige], geboren in 1995 te Amsterdam.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.L. Diender en in het openbaar uit-gesproken ter terechtzitting van 12 juli 2005, in tegenwoor-digheid van de griffier.