ECLI:NL:RBHAA:2005:AU0254
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid voor sleepkosten na aanrijding en zaakwaarneming door politie
In deze zaak heeft de besloten vennootschap Auto- en Bergingsbedrijf Van den Boogaard B.V. de gedaagde, die als kentekenhouder van een auto fungeert, gedagvaard voor de betaling van sleepkosten na een aanrijding. De aanrijding vond plaats op 1 juni 2002, waarbij de auto van de gedaagde, bestuurd door zijn broer, betrokken was. De politie gaf opdracht aan Van den Boogaard om de beschadigde auto weg te slepen, wat leidde tot een factuur van € 255,66. De gedaagde heeft deze factuur niet voldaan, ondanks aanmaningen, en Van den Boogaard vorderde uiteindelijk een totaalbedrag van € 371,82, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente.
De gedaagde betwistte de vordering en voerde aan dat er geen sprake was van zaakwaarneming, omdat de politie niet op redelijke gronden de belangen van de gedaagde had behartigd. De gedaagde stelde dat zijn broer de auto zelf had kunnen laten wegslepen en dat de opdracht van de politie aan Van den Boogaard een overeenkomst tussen hen vormde, waar de gedaagde niet aan gebonden was. De kantonrechter heeft de vordering van Van den Boogaard afgewezen, oordelend dat de politie met de opdracht aan Van den Boogaard geen rechtsband tussen Van den Boogaard en de gedaagde heeft doen ontstaan. De rechter concludeerde dat de politie enkel het belang van de verkeersveiligheid had gediend en niet dat van de gedaagde.
De proceskosten werden aan Van den Boogaard opgelegd, omdat deze in het ongelijk werd gesteld. Het vonnis werd uitgesproken door mr. J.H. Dubois op 27 juli 2005.