ECLI:NL:RBHAA:2005:AT3845

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
13 april 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
109379 - HA ZA 05-99
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzing naar sector kanton in arbeidsovereenkomst geschil

In deze zaak, die voor de Rechtbank Haarlem werd behandeld, hebben de eiseressen, Spaanderman IM- en EXPORT B.V. en K & W PROJECTLICHT B.V., vorderingen ingesteld tegen gedaagde [B] op basis van een arbeidsovereenkomst. De eiseressen vorderden schadevergoeding van [B] wegens overtredingen van een geheimhoudingsbeding, een verbod tot het verrichten van nevenwerkzaamheden en een relatiebeding, die allemaal deel uitmaakten van de arbeidsovereenkomst die op 1 april 2004 was beëindigd. De eiseressen stelden dat [B] hierdoor schade had veroorzaakt, met een totaalbedrag van € 236.218,20, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.

In het incident vorderde [B] dat de rechtbank zich onbevoegd verklaarde om kennis te nemen van de vorderingen, stellende dat de vorderingen voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst en dat de kantonrechter op basis van artikel 93, sub c, Rv. bevoegd was. De rechtbank oordeelde dat de vordering van Spaanderman inderdaad ter beoordeling van de sector kanton stond, en dat ook de vordering van K & W in verband stond met de arbeidsovereenkomst. Dit leidde tot de conclusie dat beide vorderingen door dezelfde sector van de rechtbank moesten worden beoordeeld.

De rechtbank besloot de zaak te verwijzen naar de sector kanton, locatie Haarlem, en bepaalde een nieuwe roldatum. Tevens werden de eiseressen in de kosten van het incident veroordeeld, omdat de zaak ten onrechte bij de sector civiel was aangebracht. De uitspraak werd gedaan door mr. Chr.A. Baardman op 13 april 2005, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Zaaknr/rolnr: 109379/HA ZA 05-99
Vonnisdatum: 13 april 2005
797/MK
VONNIS VAN DE RECHTBANK TE HAARLEM,
ENKELVOUDIGE KAMER,
in de zaak van:
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid SPAANDERMAN IM- en EXPORT B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, en
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid K & W PROJECTLICHT B.V.,
gevestigd te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer,
eiseressen in de hoofdzaak,
verweersters in het incident,
procureur mr. R.A. van Wijk,
-- tegen --
[B],
handelend onder de naam [naam],
wonende te Haarlem,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiser in het incident,
procureur mr. B. Kochheim - Bossink.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Spaanderman c.s. dan wel Spaanderman en K & W respectievelijk [B].
Het verloop van het geding
Voor de loop van het geding verwijst de rechtbank naar de volgende zich in het griffiedossier bevindende gedingstukken, waarop vonnis in het incident is gevraagd:
? de dagvaarding d.d. 5 januari 2004, met aangehecht 2 producties;
? de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid;
? de conclusie van antwoord in het incident.
De vordering in de hoofdzaak
2.1 Spaanderman en K & W vorderen dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [B] zal veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Spaanderman te betalen de door haar geleden schade ad € 131.218,20 en aan K & W de somma van € 105.000,--, in beide gevallen te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van deze dagvaarding tot aan die der algehele voldoening, alsmede met de buitengerechtelijke incassokosten ad € 1.542,86, met veroordeling van [B] in de kosten van deze procedure en in die van de gelegde beslagen.
2.2 Spaanderman en K & W leggen daaraan het volgende ten grondslag. Spaanderman en K & W behoren tot hetzelfde concern. Tussen Spaanderman en [B] heeft een arbeidsovereenkomst bestaan die een geheimhoudingsbeding, een verbod tot het verrichten van nevenwerkzaamheden en een relatiebeding bevatte. Op 1 april 2004 is deze arbeidsovereenkomst beëindigd. Spaanderman stelt dat [B] ieder van de voornoemde bedingen heeft overtreden en dat [B] derhalve als gevolg van wanprestatie dan wel onrechtmatig handelen jegens haar een schadebedrag verschuldigd is van € 131.218,20. Daarnaast heeft [B] door overtreding van het relatiebeding onrechtmatig gehandeld jegens K & W, waardoor [B] jegens K & W verschuldigd is een bedrag van € 105.000,-- aan omzetderving.
De vordering in het incident
3.1 [B] vordert dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart kennis te nemen van de vorderingen.
3.2 Naar de rechtbank begrijpt, stelt [B] daartoe dat zowel de vordering uit hoofde van wanprestatie als de vordering uit hoofde van onrechtmatige daad gebaseerd is op een arbeidsovereenkomst, zodat op grond van artikel 93, sub c, Rv bij uitsluiting de kantonrechter bevoegd is daarvan kennis te nemen. Dit geldt tevens voor de vordering van K & W nu zij in concernverband staat met Spaanderman en zij zich beroept op overtreding van voorwaarden uit de arbeidsovereenkomst met Spaanderman, aldus [B]. [B] wenst nadrukkelijk geen afstand te doen van de eerste feitelijke instantie, zodat de rechtbank zich onbevoegd dient te verklaren en de zaak dient te worden verwezen naar de sector kanton.
Het verweer in het incident
Spaanderman en K & W hebben verzocht [B] niet ontvankelijk te verklaren in zijn vordering, althans de vordering in het incident af te wijzen.
5 Het oordeel van de rechtbank in het incident
5.1 Partijen zijn het erover eens dat aan de vordering van Spaanderman een door haar met [B] gesloten arbeidsovereenkomst ten grondslag ligt. Aldus staat die vordering ter beoordeling van de sector kanton van deze rechtbank en dient op de voet van artikel 71, lid 2, Rv. verwijzing plaats te vinden ter verdere behandeling naar een kamer die tot de sector kanton, locatie Haarlem behoort.
5.2 Daarmee spitst het geschil in het incident zich toe op de vraag ter behandeling van welke sector van deze rechtbank de vordering van K & W staat: de sector civiel of de sector kanton. Ook in zoverre is de bevoegdheid van deze rechtbank niet aan de orde en moet de daarop gebaseerde vordering in het incident worden verworpen. Van de zijde van Spaanderman wordt erkend dat ook de vordering van K & W verband houdt met voornoemde arbeidsovereenkomst. Nu in de standpunten van beide partijen besloten ligt dat beide vorderingen door één en dezelfde sector van deze rechtbank zullen worden beoordeeld en, zoals hiervoor is overwogen, de vordering van Spaanderman ter beoordeling van de sector kanton staat, brengt een doelmatige procesorde mede dat ook ten aanzien van de vordering van K & W verwijzing dient plaats te vinden op de voet van artikel 71, lid 2, Rv. Aldus zal de zaak als geheel ter verdere behandeling worden doorverwezen naar een kamer die tot de sector kanton, locatie Haarlem behoort.
5.4 De rechtbank zal een nieuwe roldatum bepalen. Partijen kunnen bij de sector kanton in persoon of bij gemachtigde verschijnen en zijn dus niet verplicht bij procureur te verschijnen. De griffier van de sector kanton plaatst de zaak op de rol.
5.5 Nu de zaak ten onrechte bij de rechtbank, sector civiel, in plaats van bij de sector kanton, is aangebracht zullen Spaanderman c.s. in de kosten van het incident worden veroordeeld.
Beslissing
De rechtbank:
- verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt ter verdere behandeling en beslissing naar de sector kanton van deze rechtbank, locatie Haarlem;
- bepaalt als nieuwe roldatum de civiele rolzitting van de sector kanton, locatie Haarlem van woensdag 11 mei 2005 te 9.00 uur;
- veroordeelt Spaanderman c.s. in de kosten van het incident tot aan deze uitspraak aan de zijde van [B] begroot op € 452,-- aan salaris voor de procureur.
Dit vonnis is gewezen door mr. Chr.A. Baardman, lid van voormelde kamer, en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van 13 april 2005, in tegenwoordigheid van de griffier.