ECLI:NL:RBHAA:2005:AT0607
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Toeter
- mrs. Pott Hofstede
- mr. Van Acker
- Rechtspraak.nl
Medeplegen van doodslag en het verbergen van een lijk met het oogmerk om de dood te verhullen
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 15 maart 2005 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met zijn vader betrokken was bij de dood van een slachtoffer. De verdachte en zijn vader hebben het slachtoffer zwaar mishandeld, waardoor deze in kritieke toestand achterbleef en uiteindelijk overleed. De mishandeling bestond uit het slaan en stompen van het slachtoffer, het in de mond stoppen van een prop en het afplakken van het gezicht met tape, wat leidde tot verstikking. Na de dood van het slachtoffer hebben de verdachte en zijn vader het lichaam verborgen door het dubbelgevouwen in plastic te wikkelen, met tape vast te binden en in een koelkast te verstoppen. Vervolgens hebben zij het lichaam op een afgelegen plek begraven en met cementpoeder afgedekt, waar het meer dan twee jaar verborgen bleef. De rechtbank oordeelde dat de verdachte en zijn vader opzettelijk de dood van het slachtoffer hebben veroorzaakt en dat zij daarna handelden om ontdekking van hun misdrijven te voorkomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte strafbaar is en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar. Daarnaast is er een schadevergoeding toegewezen aan de benadeelde partij voor de kosten die zij heeft gemaakt als gevolg van het overlijden van haar broer. De rechtbank heeft de vordering tot immateriële schade afgewezen, omdat deze niet rechtstreeks voortvloeide uit de bewezen feiten. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.