ECLI:NL:RBHAA:2005:AT0444

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
16 maart 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
253988 CV EXPL 04-10864
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van overeenkomsten op basis van de Colportagewet en terugbetaling van betaalde bedragen

In deze zaak hebben eisers [A], [B], [C], [D] en [E] een vordering ingesteld tegen de besloten vennootschap TRAVELJET VACATION SHOP B.V. (TVS) met betrekking tot de nietigheid van hun overeenkomsten op basis van de Colportagewet. De eisers hebben gecontracteerd voor vooraf betaalde vakanties, maar hebben de overeenkomsten ontbonden op grond van de Colportagewet, omdat TVS niet heeft voldaan aan de wettelijke vereisten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomsten nietig zijn, ondanks dat een deel van de overeenkomsten al gedeeltelijk was uitgevoerd. De rechter heeft geoordeeld dat de eisers recht hebben op terugbetaling van de door hen betaalde bedragen, verminderd met een deel dat overeenkomt met de reeds genoten vakanties. De vorderingen van de eisers zijn toegewezen, met uitzondering van die van [D], wiens vordering werd afgewezen omdat hij met een dochtervennootschap van TVS had gecontracteerd. De kantonrechter heeft TVS veroordeeld tot betaling van de proceskosten en heeft de wettelijke rente toegewezen. Dit vonnis is uitgesproken op 16 maart 2005.

Uitspraak

Zaaknr/rolnr: 253988/CV EXPL 04-10864
Vonnisdatum: 16 maart 2005
RECHTBANK HAARLEM,
SECTOR KANTON, LOCATIE HAARLEM,
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
in de zaak van:
1. [A],
wonende te [woonplaats],
2. [B],
beiden wonende te [woonplaats],
3. [C],
wonende te [woonplaats],
4. [D],
beiden wonende te [woonplaats],
5. [E],
beiden wonende te [woonplaats],
eisers,
gemachtigde mr. L. Jongejan,
-- tegen --
de besloten vennootschap TRAVELJET VACATION SHOP B.V.,
hierna: TVS,
gevestigd te Velserbroek, gemeente Velsen,
gedaagde partij,
gemachtigde mr. F.W. Huizinga.
1. De loop van het geding
Voor de loop van het geding verwijst de kantonrechter naar de volgende gedingstukken:
- de dagvaarding d.d. 25 oktober 2004, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het rolbericht d.d. 22 december 2004;
- de conclusie van repliek met producties;
- de conclusie van dupliek.
2. De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweersproken inhoud van overgelegde producties, staat in dit geding het volgende vast:
a. Op 10 september 2000 heeft [A] een overeenkomst gesloten met Anfi Discovery Club ® (hierna: ADC), waarbij aan [A] tegen betaling van een bedrag van fl. 8.900,-- het recht is verstrekt op 6 vooraf betaalde vakanties van één week met accommodatie binnen een periode van 2 jaar en 11 maanden. TVS wordt in deze overeenkomst genoemd als agent voor ADC.
b. [A] heeft vervolgens voor een periode van één week een accommodatie in Zwitserland geboekt.
c. Bij brief van 12 februari 2003, gericht aan TVS, heeft de gemachtigde van [A] de overeenkomst ontbonden op grond van de Colportagewet en subsidiair de overeenkomst vernietigd op grond van dwaling. De gemachtigde van TVS heeft hierop bij brief van 25 februari 2003 gereageerd. Bij brief van 3 december 2003 heeft de gemachtigde van [A] vervolgens onder meer het volgende aan TVS medegedeeld:
Aangezien u zich niet heeft gehouden aan hetgeen is bepaald in artikel 24 Colportagewet is de overeenkomst nietig. Bovendien is de contractant bevoegd de overeenkomst te ontbinden op grond van artikel 25 lid 2 Colportagewet.
d. Op 12 december 2001 heeft [B] een overeenkomst gesloten met TVS, waarbij aan [B] tegen betaling van een bedrag van fl. 9.840,-- het recht is verstrekt om 6 weken accommodatie te boeken binnen een periode van 34 maanden.
e. [B] heeft vervolgens geen accommodaties geboekt.
f. Bij brief van 3 december 2003 heeft de gemachtigde van [B] onder meer het volgende aan TVS medegedeeld:
Aangezien u zich niet heeft gehouden aan hetgeen is bepaald in artikel 24 Colportagewet is de overeenkomst nietig. Bovendien is de contractant bevoegd de overeenkomst te ontbinden op grond van artikel 25 lid 2 Colportagewet.
g. Op 18 juli 2001 heeft [C] een overeenkomst gesloten met TVS, waarbij aan [C] tegen betaling van een bedrag van fl. 9.480,-- het recht is verstrekt om 6 weken accommodatie te boeken binnen een periode van 34 maanden.
h. [C] heeft vervolgens voor een periode van één week een accommodatie in Spanje geboekt (Club La Costa).
i. Bij brief van 3 december 2003 heeft de gemachtigde van [C] onder meer het volgende aan TVS medegedeeld:
Aangezien u zich niet heeft gehouden aan hetgeen is bepaald in artikel 24 Colportagewet is de overeenkomst nietig. Bovendien is de contractant bevoegd de overeenkomst te ontbinden op grond van artikel 25 lid 2 Colportagewet.
j. Op 12 oktober 2002 heeft [D] een overeenkomst gesloten met The Vacation Store B.V., een dochtervennootschap van TVS, waarbij aan [D] tegen betaling van een bedrag van € 4.865,-- het recht is verstrekt om 6 weken accommodatie te boeken binnen een periode van 34 maanden.
k. Bij brief van 3 december 2003 heeft de gemachtigde van [D] onder meer het volgende aan TVS medegedeeld:
Aangezien u zich niet heeft gehouden aan hetgeen is bepaald in artikel 24 Colportagewet is de overeenkomst nietig. Bovendien is de contractant bevoegd de overeenkomst te ontbinden op grond van artikel 25 lid 2 Colportagewet.
l. Op 8 februari 2001 heeft [E] een overeenkomst gesloten met TVS, waarbij aan [E] tegen betaling van een bedrag van fl. 8.400,-- het recht is verstrekt om 6 weken accommodatie te boeken binnen een periode van 34 maanden.
m. [E] heeft vervolgens voor een periode van één week een accommodatie in Spanje geboekt (Club La Costa).
n. Bij brief van 25 juli 2002 heeft de gemachtigde van [E] de overeenkomst primair vernietigd en subsidiair ontbonden op grond van de Colportagewet. Meer subsidiair heeft hij de overeenkomst vernietigd op grond van dwaling. Bij brief van 3 december 2003 heeft de gemachtigde van [E] vervolgens onder meer het volgende aan TVS medegedeeld:
Aangezien u zich niet heeft gehouden aan hetgeen is bepaald in artikel 24 Colportagewet is de overeenkomst nietig. Bovendien is de contractant bevoegd de overeenkomst te ontbinden op grond van artikel 25 lid 2 Colportagewet.
3. De vordering
[A] vordert veroordeling van TVS bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, om aan haar te betalen een bedrag van € 4.038,64, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 december 2000 tot de dag der algehele voldoening, dit alles met een maximum van € 5.000,--, met veroordeling van TVS in de kosten van de procedure, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 14 dagen na betekening van het te wijzen vonnis.
[B] vordert veroordeling van TVS bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, om aan hem te betalen een bedrag van € 4.465,20, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 december 2001 tot de dag der algehele voldoening, dit alles met een maximum van € 5.000,--, met veroordeling van TVS in de kosten van de procedure, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 14 dagen na betekening van het te wijzen vonnis.
[C] vordert veroordeling van TVS bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, om aan haar te betalen een bedrag van € 4.301,84, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 juli 2001 tot de dag der algehele voldoening, dit alles met een maximum van € 5.000,--, met veroordeling van TVS in de kosten van de procedure, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 14 dagen na betekening van het te wijzen vonnis.
[D] vordert veroordeling van TVS bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, om aan hem te betalen een bedrag van € 4.415,--, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2002 tot de dag der algehele voldoening, dit alles met een maximum van € 5.000,--, met veroordeling van TVS in de kosten van de procedure, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 14 dagen na betekening van het te wijzen vonnis.
[E] vordert veroordeling van TVS bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, om aan hem te betalen een bedrag van € 3.811,75, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 december 2000 tot de dag der algehele voldoening en de buitengerechtelijke kosten ad € 350,--, dit alles met een maximum van € 5.000,--, met veroordeling van TVS in de kosten van de procedure, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 14 dagen na betekening van het te wijzen vonnis.
Zij stellen allen daartoe - samengevat - dat zij de overeenkomst hebben ontbonden c.q. dat zij een beroep hebben gedaan op de nietigheid daarvan. Zij vorderen terugbetaling van het door hen betaalde bedrag op grond van het feit dat TVS de overeenkomst heeft afgesloten in strijd met de Colportagewet. Subsidiair vorderen zij terugbetaling op grond van dwaling, nu de overeenkomsten op grond daarvan vernietigbaar zijn.
4. Het verweer
TVS heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Daarop zal, voorzover van belang, bij de beoordeling van het geschil nader worden ingegaan.
5. Beoordeling van het geschil
Met betrekking tot [D] geldt dat hij - ook volgens zijn eigen stellingen - heeft gecontracteerd met een dochtervennootschap van TVS, en niet met TVS zelf. [D] heeft onvoldoende feiten gesteld op grond waarvan geconcludeerd zou kunnen worden dat TVS door hem kan worden aangesproken terzake van een door hem met een dochtervennootschap van TVS gesloten overeenkomst. De vordering van [D] zal daarom worden afgewezen.
Ook [A] heeft - zo lijkt althans uit de overeenkomst naar voren te komen - niet rechtstreeks gecontracteerd met TVS, maar met ADC. Het volgende wordt overwogen. ADC lijkt door de toevoeging ® weliswaar een geregistreerd handelsmerk te zijn, maar uit de overeenkomst kan niet worden afgeleid welke rechtspersoon hierachter schuilt. Daar komt bij dat [A] TVS reeds op 12 februari 2003 met betrekking tot de overeenkomst heeft aangeschreven, waarop de gemachtigde van TVS - namens TVS - bij brief van 25 februari 2003 heeft gereageerd, onder meer refererend aan de “tussen partijen gesloten overeenkomst”. Nu TVS het vervolgens ook in haar conclusie van antwoord heeft over “de overeenkomst tussen gedaagde en eiseres sub 1” houdt de kantonrechter het ervoor dat TVS contractspartij is van [A] en ADC kennelijk een door haar gebruikte handelsnaam is. De opmerking bij dupliek dat zij is opgetreden als agent van de Spaanse vennootschap Anfi del Mar h.o.d.n. ADC - iets wat overigens niet zonder meer is af te leiden uit de overeenkomst en aan welke stelling TVS bovendien geen juridische consequenties verbindt - beschouwt de kantonrechter gezien het hiervoor overwogene als tardief opgeworpen en bovendien als onvoldoende feitelijk onderbouwd.
Uitgangspunt is derhalve dat [A] heeft gecontracteerd met TVS, net als [B], [C] en [E]. Alle vier (hierna gezamenlijk: [A] c.s.) stellen dat de door hen gesloten overeenkomsten - gezien de wijze waarop deze tot stand zijn gekomen - mede worden beheerst door de Colportagewet. Daarvan zal in deze procedure worden uitgegaan, nu TVS de toepasselijkheid van de Colportagewet op zichzelf niet heeft betwist (maar slechts stelt dat niet meer op grond van die wet ontbonden kan worden omdat reeds uitvoering is gegeven aan de overeenkomsten).
De meest verstrekkende stelling van [A] c.s. is dat de door hen met TVS gesloten overeenkomsten nietig zijn, omdat TVS - in strijd met het bepaalde in artikel 24 lid 2 sub a Colportagewet - heeft verzuimd in de overeenkomsten te vermelden dat deze op voet van het bepaalde in artikel 25 van die wet binnen acht dagen kunnen worden ontbonden. TVS heeft op deze stelling niet gereageerd. Zij verzuimt te stellen dat zij wel aan genoemde voorwaarde heeft voldaan en uit de tekst van de overeenkomst en de daarbij behorende stukken kan de kantonrechter dit ook niet afleiden. De bij de overeenkomsten behorende Ledenverklaring bevat zelfs een bepaling met de strekking dat er juist geen mogelijkheden zijn de overeenkomst te verbreken en of terugbetaling te eisen van eerder gedane betalingen. Dit maakt dat de overeenkomsten nietig zijn. Voorzover aangenomen zou moeten worden dat genoemde bepalingen in de Colportagewet uitsluitend het belang van één partij bij een meerzijdige rechtshandeling op het oog hebben - als gevolg waarvan schending van die bepaling slechts vernietigbaarheid met zich zou brengen - geldt dat [A] c.s. allen reeds buiten rechte een beroep op die nietigheid hebben gedaan en daarmee de overeenkomsten rechtsgeldig zouden hebben vernietigd. De omstandigheid dat in een aantal gevallen reeds gedeeltelijk uitvoering is gegeven aan de overeenkomst staat daaraan niet in de weg.
De vraag die vervolgens aan de orde komt is welke gevolgen één en ander heeft. Uitgangspunt bij nietigheid en vernietiging is dat prestaties die krachtens de overeenkomsten zijn verricht ongedaan gemaakt dienen te worden, nu de rechtsgrond daaronder is komen te ontvallen. Hetgeen ter uitvoering van de overeenkomsten is betaald, dient als onverschuldigd in beginsel terug betaald te worden, nu partijen (financieel) hersteld dienen te worden in de situatie waarin zij zich bevonden voor het sluiten van de overeenkomsten. [A] c.s. dienen derhalve de door hen betaalde bedragen terugbetaald te krijgen door TVS. Voor [B] geldt dit onverkort, nu vast staat dat hij geen enkele reis heeft geboekt en er derhalve geen uitvoering is gegeven aan de overeenkomst. Voor [A], [C] en [E] geldt dat zij allen één week vakantie hebben geboekt en dat er dus gedeeltelijk (voor een zesde deel) uitvoering is gegeven aan hun overeenkomsten. In het licht van deze gedeeltelijke uitvoering van de overeenkomsten ziet de kantonrechter aanleiding om de aan hen terug te betalen bedragen te verminderen met een zesde deel. Weliswaar stelt [A] dat deze reis kwalitatief onder de maat was, maar deze stelling is verder niet feitelijk onderbouwd zodat er geen reden is een andere maatstaf toe te passen.
Resumerend komt het bovenstaande er op neer dat door TVS aan [A] een bedrag van € 3.365,53, aan [B] een bedrag van € 4.465,20, aan [C] een bedrag van € 3.584,87 en aan [E] een bedrag van € 3.176,46 terugbetaald dient te worden. De gevorderde wettelijke rente - waartegen TVS overigens geen verweer heeft gevoerd - zal worden toegewezen. De door [E] gevorderde buitengerechtelijke incassokosten - waartegen TVS ook geen weren heeft gericht - zijn eveneens toewijsbaar.
TVS zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van [A] c.s. worden veroordeeld. De gevorderde veroordeling tot betaling van wettelijke rente hierover vanaf 14 dagen na betekening van het te wijzen vonnis wordt bij gebrek aan belang afgewezen, nu het bepaalde in artikel 6:119 BW hierin reeds afdoende voorziet.
[D] zal in de kosten van TVS worden veroordeeld, maar gezien de samenhang die deze zaak vertoont met de andere zaken zal de kantonrechter de door TVS in de zaak van [D] gemaakte kosten begroten op nihil.
6. Beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt TVS om aan [A] te betalen een bedrag van € 3.365,53, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 december 2000 tot de dag der algehele voldoening, dit alles met een maximum van € 5.000,--;
veroordeelt TVS om aan [B] te betalen een bedrag van € 4.465,20, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 december 2001 tot de dag der algehele voldoening, dit alles met een maximum van € 5.000,--;
veroordeelt TVS om aan [C] te betalen een bedrag van € 3.584,87, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 juli 2001 tot de dag der algehele voldoening, dit alles met een maximum van € 5.000,--;
veroordeelt TVS om aan [E] te betalen een bedrag van € 3.526,46, vermeerderd met de wettelijke rente over € 3.176,46 vanaf 8 februari 2001 tot de dag der algehele voldoening, dit alles met een maximum van € 5.000,--;
veroordeelt TVS tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van de [A] c.s. tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn ge-specificeerd, en bepaalt dat de explootkosten worden verhoogd met een percentage dat overeenkomt met het percentage, bedoeld in art. 9, 1e lid, van de Wet op de Omzetbelasting 1968, omdat de [A] c.s. de hun in rekening gebrachte omzetbelasting niet op grond van genoemde wet kunnen verrekenen en dit nadrukkelijk verklaren en de gerechtsdeurwaarder aan de voet van het exploot verklaart dat de kosten in verband daarmee zijn verhoogd:
exploot € 70,40
vastrecht € 190,--
salaris gemachtigde € 650,--;
veroordeelt [D] tot betaling van de in zijn zaak gemaakte proceskosten door TVS, tot op heden begroot op nihil;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af hetgeen meer of anders mocht zijn gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. B. Vogel, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van 16 maart 2005, in tegenwoordigheid van de griffier.