3. De vordering en de grondslag daarvan
3.1 [eiser(s)] vordert, zakelijk weergegeven, dat de voorzieningenrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
- de Gemeente en [gedaagde sub 2] zal gebieden:
1. a. op kortst mogelijke termijn een begeleidingsplan voor [eiser sub 1] vast te stellen;
b. terstond na vaststelling van het sub a bedoelde plan aan [eiser sub 1] begeleiding conform dit plan te geven;
c. maandelijks een schriftelijke rapportage over de gegeven begeleiding aan [eiser sub 1] te verstrekken;
d. te participeren in een halfjaarlijkse evaluatie over de mate waarin is voldaan aan het hiervoor sub b genoemde gebod;
2. a. de benodigde financiële middelen (aan te trekken en vervolgens) aan te wenden om het onder 1 en 2 gevorderde mogelijk te maken;
b. de benodigde (en juiste) personen om het onder 1 gevorderde mogelijk te maken aan te stellen en te benoemen, waaronder in ieder geval:
- een vaste persoonlijke begeleider (mentor) van [eiser sub 1] op school (niet zijnde [gedaagde sub 3]);
- een deskundige (psycholoog o.i.d.) teneinde de school te adviseren terzake van de begeleiding van [eiser sub 1];
- een plaatsvervanger van [gedaagde sub 3] als contactpersoon van de school met [eiser sub 1] buiten de lessen;
c. de diverse soorten informatie, nodig voor het gevorderde onder 1, te verzamelen, te inventariseren en te analyseren, waaronder in ieder geval:
- de in te schatten negatieve gevolgen voor [eiser sub 1] bij vertrek in 2005 van de school;
- [eiser sub 1]’s problemen;
- de oorzaken van [eiser sub 1]’s problemen (waaronder de hierna te noemen gedragingen van de school alsmede de kenmerken, karaktereigenschappen en achtergronden van [eiser sub 1]);
- de gevolgen van [eiser sub 1]’s problemen voor [eiser sub 1] zelf respectievelijk voor de school;
- de mogelijkheden tot het oplossen/verminderen van die problemen;
d. te inventariseren:
- de plichten van de school jegens [eiser(s)] terzake van de begeleiding van [eiser sub 1] en zijn verblijf op school in ruime zin;
- de rechten van [eiser(s)] jegens de school terzake van de begeleiding van [eiser sub 1] en zijn verblijf op school in ruime zin;
e. tot het hebben van een positieve grondhouding en een positieve wil van de school jegens het verblijf van [eiser sub 1], alsmede daarmee in overeenstemming handelen;
3. a. er voor zorg te dragen dat wordt voorkomen dat [gedaagde sub 3] of een andere al dan niet aan de school verbonden volwassen persoon of ouder van een schoolgaand kind jegens [eiser sub 1] enigerlei vorm van psychisch of andersoortig geweld toe-past;
b. te verbieden dat enigerlei vorm van druk op [eiser(s)] wordt uitgeoefend, waaronder:
- het proberen om [eiser(s)] met oneigenlijke argumenten te dwingen te tekenen voor PCL dan wel op andere wijze trachten instemming of participatie te verkrijgen dat is gericht op een vertrek van [eiser sub 1] van school;
- het afdwingen van feitelijke verklaringen of conclusies c.q. eigen oordelen terzake van feiten;
c. te verbieden met negatieve prikkels te reageren op [eiser sub 1]’s gedrag, behoudens voor zover dit in overeenstemming is met het begeleidingsplan en met instandhouding van de eigen beslissingsvrijheid van de school ingeval van ernstig onacceptabel gedrag van [eiser sub 1];
d. te verbieden zich negatief te gedragen jegens [eiser sub 1];
e. te verbieden om in het huidige schooljaar een exit- of verwijderingstraject tegen [eiser sub 1] te starten;
4. a. op kortst mogelijke termijn een dyslexie begeleidingsplan voor [eiser sub 1] vast te stellen;
b. (onderzoek te doen naar de noodzaak tot) correctie van [eiser sub 1]’s rapportcijfers gegeven het dyslexieprobleem;
c. [eiser sub 1] in een rustigere klas toe te laten terstond na een daartoe strekkend verzoek van [eiser(s)];
5. a. om in overleg met [eiser(s)]:
- de waarheid en werkelijkheid vast te stellen van de gang van zaken op school vanaf september 2003 tot heden met name terzake van het gedrag van [eiser sub 1] en de begeleiding van de school;
- het schooldossier van [eiser sub 1] vervolgens te corrigeren en zonodig aan te vullen;
b. te verbieden dat het schooldossier met betrekking tot [eiser sub 1] wordt vervalst;
c. de moeder een brief te doen toekomen met het besluit tot schorsing van [eiser sub 1] op 3 december 2004 voor één dag in verband het snoepautomaat-incident;
- [gedaagde sub 3] zal verbieden:
- om jegens [eiser sub 1] enigerlei vorm van psychisch of andersoortig geweld toe te passen, alsmede
- om buiten klasverband of anders dan per ongeluk in of buiten de school in de buurt van [eiser sub 1] te komen c.q. [eiser sub 1] aan te spreken, op straffe van verbeurte van een dwangsom,
met veroordeling van de Gemeente, als meest gerede partij, in de kosten van de procedure.
3.2 [eiser(s)] legt zakelijk weergegeven aan de vordering ten grondslag dat de school [eiser sub 1] niet althans niet voldoende begeleidt en dat er sprake is van een scala aan verwijtbare en vermijdbare negatieve gedragingen van de school en/of [gedaagde sub 3] jegens [eiser sub 1] en de moeder. [eiser(s)] ontkent niet dat [eiser sub 1] bij tijd en wijle problemen veroor-zaakte maar stelt zich op het standpunt dat deze problemen sterk worden overtrokken, mede omdat de school aldus een dossier wenst op te bouwen dat zij vervolgens kan en wil gebruiken om te komen tot verwijdering van [eiser sub 1] van school.
3.3 Ter terechtzitting heeft de moeder aangegeven het conflict van partijen te willen oplossen door mediation.