ECLI:NL:RBHAA:2005:AS2933
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van overeenkomst inzake Aandelenlease door onvoldoende informatieverstrekking over risico's
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Haarlem op 20 januari 2005, stond de vernietiging van een overeenkomst inzake de Winstverdriedubbelaar centraal. De eisende partij, Dexia Bank Nederland N.V., had een overeenkomst gesloten met de gedaagde, Koopmans, op 21 maart 2000. Dexia had echter nagelaten om de informatiebrochure over de Winstverdriedubbelaar aan Koopmans te verstrekken, en had enkel de overeenkomst met algemene voorwaarden, een fiscale opinie en een rekenvoorbeeld gestuurd. De kantonrechter oordeelde dat Dexia niet voldoende had ingelicht over de risico's van de Winstverdriedubbelaar, wat leidde tot de conclusie dat Koopmans de overeenkomst had gesloten onder dwaling.
De kantonrechter stelde vast dat de overeenkomst niet had kunnen standhouden, omdat Koopmans niet adequaat was geïnformeerd over de risico's die aan de overeenkomst verbonden waren. De rechter oordeelde dat Dexia had moeten wijzen op de specifieke risico's van het beleggingsproduct, en dat de informatie die was verstrekt onvoldoende was om Koopmans een goed begrip van de overeenkomst te geven. De rechter wees de vordering van Dexia in conventie af en verklaarde de overeenkomst in reconventie vernietigd. Dexia werd veroordeeld om aan Koopmans een bedrag van € 3.203,55 te betalen, vermeerderd met wettelijke rente.
De uitspraak benadrukt de zorgplicht van financiële instellingen bij het aanbieden van beleggingsproducten en de noodzaak om consumenten adequaat te informeren over de risico's. De rechter concludeerde dat de ongedaanmakingsverplichtingen niet gecorrigeerd hoefden te worden op basis van artikel 6:278 BW, omdat de vernietiging van de overeenkomst voortvloeide uit de dwaling van Koopmans, die het gevolg was van de gebrekkige informatieverstrekking door Dexia.