ECLI:NL:RBHAA:2004:AR8721
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van de kinderbescherming
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Haarlem op 14 december 2004 een beschikking gegeven met betrekking tot de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna aangeduid als A B, geboren op 1 augustus 1991 te Haarlem. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de zedelijke en geestelijke belangen van de minderjarige ernstig worden bedreigd. Dit oordeel is gebaseerd op de inhoud van de overgelegde stukken en hetgeen ter terechtzitting naar voren is gekomen. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 9 december 2004 verzocht om de minderjarige definitief onder toezicht te stellen, na eerder op 24 september 2004 en 5 oktober 2004 voorlopige maatregelen te hebben genomen.
Tijdens de zitting, die met gesloten deuren heeft plaatsgevonden, zijn de ouders van de minderjarige, bijgestaan door hun raadsvrouwe mr. M.J. Dekker, gehoord. Ook de Raad was vertegenwoordigd door mevrouw E. Valk, en de gezinsvoogdij-instelling door mevrouw J. Kamerbeek en mevrouw L. Koulen. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat andere middelen om de bedreiging van de belangen van de minderjarige af te wenden, hebben gefaald of naar verwachting zullen falen.
De kinderrechter heeft de minderjarige onder toezicht gesteld met ingang van 14 december 2004 tot 24 september 2005 en benoemt Bureau Jeugdzorg Noord-Holland, afdeling Jeugdbescherming, als gezinsvoogdij-instelling. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Deze beslissing is genomen in het belang van de minderjarige, waarbij de bescherming van zijn belangen voorop staat.