Rechtbank Haarlem
Sector Kanton Locatie Zaandam
Rolnummer: 4522.04
datum uitspraak: 23 december 2004
De kantonrechter in de rechtbank Haarlem, locatie Zaandam, heeft het volgende vonnis gewezen in de zaak van:
[eiser],
te [woonplaats],
gemachtigde: mr. drs. A.R. Mes
verder te noemen: [eiser];
Gemeente Purmerend,
te Purmerend
gemachtigde: C.M. de Lange
verder te noemen: Gemeente Purmerend.
BESLISSING.
Gemeente Purmerend wordt veroordeeld om aan [eiser] te betalen de somma van € 2.033,45 met de wettelijke rente over € 1.761,45 vanaf 15 september 2002 en over € 272,-- vanaf de dag dat gedagvaard is, alles tot de dag dat betaald wordt.
Iedere partij draagt de eigen proceskosten.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar verklaard bij voorraad.
Het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.
*******************
Verloop van de Procedure.
[eiser] heeft op gronden zoals in de dagvaarding vermeld een vordering ingesteld tegen Gemeente Purmerend.
Hierop heeft Gemeente Purmerend geconcludeerd voor antwoord.
Vervolgens is schriftelijk voort geprocedeerd. Daarbij is door [eiser] een videoband gedeponeerd, welke in het kader van het televisieprogramma Kat in de Zak is gemaakt.
Tenslotte is de uitspraak op vandaag bepaald.
De inhoud van alle processtukken, waaronder begrepen de mogelijk door partijen overgelegde producties, wordt als hier overgenomen beschouwd.
Beoordeling van het geschil.
De vordering.
[eiser] vordert dat de kantonrechter, bij vonnis uitvoer-baar bij voorraad, Gemeente Purmerend zal veroordelen aan [eiser] te betalen de somma van € 3.822,89 met rente en kos-ten.
Het verweer.
Het verweer strekt tot gehele of gedeeltelijke afwijzing van de vordering.
Oordeel van de kantonrechter.
In deze zaak mag van de volgende feiten worden uitgegaan omdat ze niet, dan wel onvoldoende zijn weersproken.
1. Op het in Purmerend gelegen industrieterrein De Baanstee is de voor het openbaar wegverkeer openstaande weg De Impuls gelegen. Deze weg is in beheer bij Gemeente Purmerend. Deze weg maakt op een gegeven ogenblik, vlak voor een haaks daarop gelegen sloot, een eveneens haakse bocht naar links.
2. Aan de overkant van de hiervoor bedoelde sloot, liep De Impuls als het ware dóór. Deze aan de overkant van de sloot gelegen, in het verlengde van de Impuls gelegen weg, was ongeveer op dezelfde wijze ingericht (gelijksoortig wegdek, gelijksoortige bebouwing, gelijksoortige verlichting etc.) zodat het er bij oppervlakkige beschouwing uitzag of men De Impuls inderdaad zonder meer rechtdoor kon vervolgen.
3. In de nacht van 14 op 15 september 2002 was de hiervoor bedoelde scherpe bocht niet door middel van een waarschuwingsbord aangegeven en was evenmin een schrikhek o.i.d. geplaatst om weggebruikers te waarschuwen voor de sloot, recht vóór hen.
4. In dezelfde nacht is [eiser] met zijn motor, rijdend over een voor het openbaar verkeer openstaande weg op dit industrieterrein, in een sloot gereden, waarbij een schade aan zijn motorfiets is ontstaan, die mag worden begroot op € 3.450,--. De expertisekosten bedroegen € 72,89.
[eiser] stelt dat hij ter hoogte van de hiervoor bedoelde haakse bocht niet, althans niet op tijd heeft gezien dat hij naar links moest, waardoor hij rechtdoor rijdend met zijn motor in het water is beland. Hij stelt Gemeente Purmerend daarvoor als wegbeheerder aansprakelijk, omdat de weg toentertijd niet voldeed aan de minimale eisen van veiligheid, zoals bedoeld in artikel 6.174 van het Burgerlijk Wetboek. Gelet op het hiervoor besproken wegbeeld en het ontbreken van enige waarschuwing voor de haakse bocht, bestond het reële gevaar dat iemand nietsvermoedend, rechtdóór de sloot in zou rijden. Dat is niet alleen [eiser] overkomen, maar later ook nog een automobilist. Van Gemeente Purmerend had op zijn minst mogen worden verwacht dat zij ter plaatse een waarschuwingsbord en/of schrikhek had geplaatst, zoals later alsnog is gebeurd.
Gemeente Purmerend betwist bij gebrek aan wetenschap dat het ongeval ter hoogte van de hiervoor bedoelde haakse bocht heeft plaatsgehad. Verder betwist zij dat de weg toen en daar niet voldeed aan de daaraan te stellen minimum veiligheidseisen. Mede gelet op het feit dat bij alle toegangswegen tot het bewuste industrieterrein toentertijd werd gewaarschuwd voor bouwobstakels en opgebroken en onverlichte wegen had van [eiser] mogen worden gevergd dat hij extra goed oplette. Dat heeft hij kennelijk niet gedaan, hetgeen voor zijn eigen rekening en risico moet blijven.
Daarover oordeel ik als volgt.
Ingevolge het bepaalde in artikel 6.174 van het Burgerlijk Wetboek is Gemeente Purmerend kort gezegd aansprakelijk voor schade die wordt veroorzaakt doordat een bij haar in beheer zijnde weg niet voldoet aan de daaraan onder de gegeven omstandigheden te stellen minimale eisen van veiligheid.
Welnu, ik ben het met [eiser] eens dat de wegsituatie ter hoogte van de in deze procedure bedoelde haakse bocht inderdaad niet voldeed aan die eisen, waardoor het aan hem overkomen ongeval in elk geval mede is veroorzaakt. Ik heb zowel de foto’s bekeken als de door [eiser] overgelegde, bij donkerte gemaakte videoband. Ik moet erkennen dat het er ter plaatse inderdaad wel heel erg goed opletten was geblazen, met name in het donker. Want anders zag je die haakse bocht gemakkelijk over het hoofd en reed je onbewust rechtdoor, in de veronderstelling dat de weg eveneens gewoon rechtdoor liep. Het mag juist zijn dat een goed oplettende weggebruiker niet in die val was gelopen. Maar in zaken als deze wordt door de rechtspraak aanvaard, dat een wegbeheerder er rekening mee moet houden dat weggebruikers niet altijd de nodige oplettendheid zullen betrachten en de inrichting van de weg daaraan aan moeten passen, althans moeten zorgen voor voldoende duidelijke waarschuwingen. Ik oordeel dat Gemeente Purmerend daaraan niet heeft voldaan. Ook op een industrieterrein dat nog in ontwikkeling is had zo’n gevaarlijk punt op zijn minst moeten worden gemarkeerd met een schrikhek, zoals later kennelijk terecht alsnog is gebeurd.
Het verweer dat het ongeval misschien niet op deze plek zou zijn gebeurd wordt daarbij verworpen. Mede gelet op het feit dat dit verweer verder nauwelijks feitelijk is onderbouwd meen ik dat [eiser] het tegendeel voldoende heeft aangetoond.
Daarmee staat de aansprakelijkheid van Gemeente Purmerend in beginsel vast.
Wel bestaat er reden om de schade op de voet van het bepaalde in artikel 6.101 van het Burgerlijk Wetboek voor een belangrijk deel, wegens eigen schuld, voor rekening van [eiser] te laten.
Om te beginnen is de stelling van Gemeente Purmerend, dat de hiervoor bedoelde waarschuwingen op alle toegangswegen naar het industrieterrein waren geplaatst, onvoldoende door [eiser] weerlegd. Het blijft bij een nogal vage betwisting. Ik moet er daarom vanuit gaan dat [eiser] zo’n waarschuwing wel degelijk is gepasseerd, al heeft hij die misschien niet gezien. Die waarschuwing, die hij wel had behóren te zien, had hem tot nóg meer dan de gebruikelijke oplettendheid moeten verleiden. Ook zonder dergelijke specifieke waarschuwingen is het overigens naar ervaringsregelen zaak om op industrieterreinen bij nacht en ontij extra goed te letten op obstakels en mogelijke andere weggevaren.
Ik ben het met Gemeente Purmerend eens dat [eiser] kennelijk niet, dan wel onvoldoende heeft voldaan aan deze redelijke eis van extra oplettendheid.
Alles tegen elkaar afgewogen kom ik op de voet van het bepaalde in artikel 6.110 van het Burgerlijk Wetboek tot een schadeverdeling van 50/50%. Ik zie geen grond voor een billijkheidscorrectie.
Schade aan de motor + expertisekosten = € 3.522,89. Daarvan blijft € 1.761,45 voor rekening van [eiser] zelf en moet €1.761,45 door Gemeente Purmerend worden vergoed. Daarbij komt nog een (bij dit laatste bedrag behorende) bedrag aan buitengerechtelijke kosten van € 272,-- zodat door Gemeente Purmerend te betalen blijft € 2.033,45 met rente zoals hiervoor bij de beslissing bepaald.
Proceskosten.
Omtrent de proceskosten moet worden beslist zoals hiervoor bij de beslissing is bepaald.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.M.Visser, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 december 2004, in tegenwoordigheid van de griffier.