ECLI:NL:RBHAA:2004:AR7360
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- J. Honig
- A. Rosier
- M. Goossens
- Rechtspraak.nl
Opzettelijk voordeel trekken uit door misdrijf verkregen goederen; heling
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 23 november 2004 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de opbrengsten van door haar partner, [medeverdachte], uit misdrijf verkregen goederen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende bijna een jaar op grote schaal heeft geprofiteerd van deze opbrengsten. Tijdens de zitting heeft de verdachte geen blijk gegeven van inzicht in het verwijtbare van haar handelen, wat de rechtbank extra zwaar heeft aangerekend. De tenlastelegging omvatte het opzettelijk uit de opbrengst van enig door misdrijf verkregen goed voordeel trekken, meermalen gepleegd.
De rechtbank heeft de geldigheid van de dagvaarding en de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie vastgesteld. Het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, werd als wettig en overtuigend beschouwd. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot het verrichten van 200 uren taakstraf in de vorm van een werkstraf, met de bepaling dat bij niet-nakoming vervangende hechtenis van 100 dagen kan worden opgelegd. Daarnaast is er een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden opgelegd, met een proeftijd van twee jaren.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan, en de persoon van de verdachte, zoals blijkt uit het rapport van de Reclassering Nederland. De verdachte had geen eerdere relevante veroordelingen, wat in haar voordeel heeft meegewogen. De rechtbank heeft ook overwogen dat het uitgavenpatroon van de verdachte en haar partner niet in verhouding stond tot het door hen genoemde gezinsinkomen, wat de verdenking van heling versterkte. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffiers en is openbaar uitgesproken.