ECLI:NL:RBHAA:2004:AR6868
Rechtbank Haarlem
- Raadkamer
- M. Toeter
- A. van Andel
- J. Bijvoet
- Rechtspraak.nl
Verzoek om schadevergoeding ex. art. 89 Sv na detentie in Spanje zonder uitleveringsverzoek
De rechtbank Haarlem heeft op 30 november 2004 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van een verzoeker die schadevergoeding vroeg op grond van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) vanwege een in Spanje ondergane vrijheidsbeneming. De verzoeker was op 18 april 2001 aangehouden in Spanje op basis van een signalering in het Schengeninformatiesysteem, maar er was geen uitleveringsverzoek van de Nederlandse autoriteiten gedaan. De rechtbank oordeelde dat de detentie in het buitenland niet in verband stond met een verzoek tot uitlevering, waardoor de verzoeker niet ontvankelijk werd verklaard in zijn verzoek om schadevergoeding.
De procedure begon met een verzoekschrift, ingediend door mr. N. Meijering, waarin de verzoeker een schadevergoeding vroeg van € 1.884.810,03 of € 70,- per dag voor de ondergane hechtenis. De rechtbank behandelde het verzoekschrift in een openbare zitting op 2 november 2004, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door mr. J. Piena en de officier van justitie mr. Vogelenzang aanwezig was. De rechtbank concludeerde dat de wettelijke bepaling van artikel 89 Sv niet voorziet in schadevergoeding voor vrijheidsbeneming in het buitenland zonder een uitleveringsverzoek.
De rechtbank benadrukte dat de wetgever niet de intentie had om schadevergoeding toe te kennen in gevallen waarin de detentie in het buitenland niet voortvloeide uit een verzoek om uitlevering. De rechtbank oordeelde dat de verzoeker niet ontvankelijk was in zijn verzoek, omdat de detentie in Spanje niet het gevolg was van een door Nederland gedaan uitleveringsverzoek. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige raadkamer, bestaande uit de voorzitter mr. M. Toeter en de rechters mrs. A. van Andel en J. Bijvoet, in aanwezigheid van griffier mr. Van Os.