ECLI:NL:RBHAA:2004:AR5562
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Adoptieverzoek zonder beginseltoestemming en de gevolgen voor de minderjarige
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 28 oktober 2004 uitspraak gedaan over een adoptieverzoek van verzoekers, die zonder beginseltoestemming van het Ministerie van Justitie een minderjarige naar Nederland hebben laten komen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de adoptie van de minderjarige, geboren in Zambia, op 18 juli 2003 is geregistreerd in Zambia met schriftelijke instemming van haar vader. Echter, verzoekers hebben geen verblijfsrechtelijke procedure voor de minderjarige gestart, wat risico's met zich meebrengt, zoals de mogelijkheid van kinderhandel. De rechtbank benadrukt dat de Nederlandse overheid bij dit adoptieverzoek voor een voldongen feit is gesteld, wat indruist tegen de wettelijke vereisten voor vreemdelingen in het kader van de Vreemdelingenwet 2000.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. Verzoekster, die een tante van de minderjarige is, heeft de minderjarige van haar tweede tot haar vijfde jaar verzorgd. De rechtbank heeft geoordeeld dat het belang van het kind doorslaggevend is en dat, ondanks het ontbreken van de beginseltoestemming, de adoptie in het belang van de minderjarige kan worden geacht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige in Nederland een goede verzorging en opvoeding kan krijgen en dat er geen goed alternatief voor haar verzorging in Zambia is.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om het verzoek tot adoptie toe te wijzen, waarbij de geslachtsnaam van de minderjarige is vastgesteld. De rechtbank heeft de noodzakelijke gegevens voor de akte van geboorte van de minderjarige vastgesteld en de adoptie uitgesproken. Deze beslissing is genomen met inachtneming van de bijzondere omstandigheden van de zaak en het belang van de minderjarige.