ECLI:NL:RBHAA:2004:AR4544
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Omgangsregeling en ontvankelijkheid van verzoek tot vaststelling van omgangsregeling tussen man en minderjarige
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 27 januari 2004 uitspraak gedaan in een verzoek tot het vaststellen van een omgangsregeling tussen een man en een minderjarige. De man, die biologisch vader is van het kind, verzocht de rechtbank om een omgangsregeling vast te stellen, waarbij hij het kind elke veertien dagen zou mogen zien. De vrouw, de verwerende partij, betwistte de ontvankelijkheid van het verzoek en stelde dat er geen sprake was van een nauwe persoonlijke band, oftewel 'family life', tussen de man en het kind, zoals vereist onder artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank oordeelde dat voor de ontvankelijkheid van het verzoek van de man, naast het biologisch vaderschap, bijkomende omstandigheden moesten worden aangetoond die de band tussen de man en het kind onderbouwen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de man en de vrouw elkaar hebben leren kennen via een contactadvertentie en dat zij afspraken hebben gemaakt over het verwekken van een kind. Na de geboorte van het eerste kind, dat kort na de bevalling overleed, hebben zij verschillende pogingen ondernomen om opnieuw een kind te verwekken. De vrouw heeft echter gesteld dat er sinds een bepaalde datum geen contact meer is geweest tussen de man en het kind, wat volgens haar zou betekenen dat de band verbroken is.
De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de aard van de contacten die er tussen de man en het kind zijn geweest. Ondanks dat de vrouw de contacten heeft beëindigd, oordeelde de rechtbank dat er voldoende bewijs was van een nauwe persoonlijke relatie tussen de man en het kind, die in de loop van de tijd was opgebouwd. Echter, de rechtbank concludeerde dat de persoonlijke conflicten tussen de partijen zodanig waren dat het niet in het belang van het kind zou zijn om de omgang te hervatten. De rechtbank heeft daarom het verzoek van de man afgewezen, met de overweging dat de situatie te complex was en dat de strijd tussen de ouders schadelijk zou zijn voor het kind.