Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser], respectievelijk [gedaagde].
1. Het verloop van het geding
? Ter terechtzitting van 31 augustus 2004 heeft [eiser] overeenkomstig de dagvaarding gesteld en gevorderd als hierna onder 3. weergegeven en die vordering toegelicht aan de hand van overgelegde pleitnotities. [gedaagde] heeft tegen deze vordering verweer gevoerd aan de hand van overgelegde pleitnotities.
? Na verder debat in tweede termijn hebben partijen vonnis gevraagd. De uitspraak daarvan is bepaald op 14 september 2004 of zoveel eerder als mogelijk.
2. De vaststaande feiten
? In dit geding wordt van het volgende uitgegaan:
a. [eiser] is in oktober 1986 in dienst getreden bij de [Stichting] in de functie van Research Engineer.
b. In 1998 is de vennootschap [gedaagde] opgericht met benoeming van [eiser] tot statutair directeur. In deze vennootschap werden de research- en developmentactiviteiten van de stichting ondergebracht.
c. Op 20 februari 2004 heeft de Monitoring Council, als gemachtigde van de algemene vergadering van aandeelhouders, het besluit genomen [eiser] uit zijn functie als statutair directeur van [gedaagde] te ontslaan. Dit besluit is op 9 maart 2004 schriftelijk door [T] aan [eiser] meegedeeld.
d. Bij brief van zijn raadsman d.d. 24 maart 2004 heeft [eiser] bezwaar gemaakt tegen zijn ontslag als statutair directeur en heeft hij zich beroepen op de nietigheid c.q. onrechtmatigheid van het ontslagbesluit.
e. Bij brief van 26 april 2004 is [eiser] op de hoogte gesteld van de algemene vergadering van aandeelhouders op 11 mei 2004 met als agendapunt het ontslag van [eiser] als statutair directeur.
f. In reactie hierop heeft de raadsman van [eiser] [gedaagde] “t.a.v. Algemene Aandeelhoudersvergadering/De Directie” bij brief van 28 april 2004, voor zover ten deze relevant, bericht:
“(…)
Het schrijven d.d. 26 april jl. (…) besprak ik inmiddels met cliënt.
Uit voornoemd schrijven begrijpt cliënt dat uw vergadering voornemens is om op de vergadering van 11 mei a.s. opnieuw een ontslagbesluit te nemen om cliënt te ontslaan als Statutair Directeur. De vergadering erkent hiermee dat het ontslagbesluit van 20 februari jl. nietig is.
Voorts constateert cliënt dat uw vergadering het ontslag van cliënt als Statutair Directeur onvermijdelijk acht. Derhalve constateert cliënt dat uw vergadering ten onrechte geen vertrouwen meer heeft in de bestuurlijke kwaliteiten van cliënt en uw vergadering het cliënt onmogelijk heeft gemaakt om nog langer als statutair bestuurder te functioneren.
Op grond van het bovenstaande bericht ik u namens cliënt dat cliënt hierbij met onmiddellijke ingang ontslag neemt als bestuurder van de vennootschap en bij deze als zijn statutaire, bestuurlijke bevoegd- en verantwoordelijkheden neerlegt, een en ander met de uitdrukkelijke instandhouding van de arbeidsrechtelijke relatie tussen cliënt en de vennootschap. In verband hiermede houdt cliënt zich dan ook nog steeds beschikbaar om zijn bedongen werkzaamheden te verrichten, uitgezonderd zijn bestuurlijke werkzaamheden. (…)”
g. Bij brief van 6 mei 2004 heeft [eiser] [gedaagde] doen weten dat hij niet op de vergadering van 11 mei 2004 aanwezig zou zijn.
h. Op 11 mei 2004 heeft de algemene vergadering aandeelhouders het besluit genomen [eiser] op staande voet te ontslaan.
i. In een brief van 12 mei 2004 waarin het besluit van de vergadering aan [eiser] is meegedeeld, wordt onder meer vermeld:
“Zoals op 11 mei jl. reeds telefonisch aan u is meegedeeld door de heer [T] bevestigen wij dat, in vervolg op de brieven d.d. 26 april, 29 april en 6 mei jl. van de heer mr. E.F. Seunke aan uw gemachtigde, de heer mr. F.J.T. van Gelderen, de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van [gedaagde] BV op 11 mei jl. unaniem heeft besloten om uw arbeidsrechtelijke relatie met [gedaagde] BV, verder te noemen [gedaagde], met ingang van 11 mei jl. onverwijld op te zeggen en u op staande voet te ontslaan. Daartoe is het volgende overwogen.
(…)