ECLI:NL:RBHAA:2004:AP1555

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
6 februari 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
226172
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.J.P. Veenhof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing ontbindingsverzoek arbeidsovereenkomst wegens onvoldoende gewichtige redenen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 6 februari 2004 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Kamps Nederland B.V. en een werknemer, aangeduid als [verweerder]. Kamps had verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst, omdat de werknemer zich ziek had gemeld met een gefingeerde reden, wat het vertrouwen van Kamps in de werknemer had geschaad. De werknemer had sinds 13 mei 2002 bij Kamps gewerkt en was op staande voet ontslagen op 24 november 2003 na een schorsing. De kantonrechter heeft de mondelinge behandeling op 23 januari 2004 gehouden, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht en producties hebben ingebracht.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen sprake was van een opzegverbod en dat de werknemer niet ziek was op de dag van indiening van het verzoek. De rechter heeft overwogen dat, hoewel de werknemer zich ziek had gemeld, er onvoldoende bewijs was dat dit om een gefingeerde reden was gebeurd. De werknemer had in het verleden gezondheidsproblemen gehad, en de kantonrechter oordeelde dat voor een ontslag op staande voet meer nodig is dan alleen onduidelijkheid over de ziekmelding. Gezien het lange dienstverband van de werknemer en het ontbreken van eerdere negatieve gedragingen, had Kamps eerder een waarschuwing moeten geven in plaats van direct over te gaan tot ontslag.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst afgewezen, omdat er onvoldoende gewichtige redenen waren om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De kosten van de procedure werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
sector kanton, locatie Haarlem
zaaknummer: 226172
datum uitspraak: 6 februari 2004
Beschikking ontbinding arbeidsovereenkomst
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KAMPS NEDERLAND B.V.,
te Zwanenburg, gemeente Haarlemmermeer,
verzoekster,
hierna: Kamps,
gemachtigde mr. R.J. Wiebosch,
--tegen--
[verweerder],
te [woonplaats],
verweerder,
hierna: [verweerder],
gemachtigde mr. E.M. Rengelink.
1. De procedure
1.1
Op 19 januari 2004 is ter griffie een verzoekschrift ontvangen van Kamps, strekkende tot ontbinding van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst, voor het geval mocht blijken dat deze niet reeds is geëindigd. [verweerder] heeft een verweerschrift ingediend.
1.2
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 23 januari 2004. Op deze zitting hebben partijen hun standpunt nader toegelicht. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen ter zitting is verhandeld.
1.3
Beide partijen hebben producties in het geding gebracht.
1.4
De inhoud van de stukken dient als hier ingelast te worden beschouwd.
2. De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweerspro-ken inhoud van de overgelegde producties, staat tussen partijen het volgende vast:
a. [verweerder] is 52 jaar oud. Hij is, na een aantal jaren via uitzendbureau's te hebben gewerkt, sedert 13 mei 2002 bij Kamps in dienst op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De huidige functie van [verweerder] is algemeen inpakmedewerker tegen een salaris van thans €1.667,44 bruto per vier weken, exclusief emolumenten.
b. Na een voorafgaande schorsing met ingang van 20 november 2003 heeft Kamps [verweerder] per 24 november 2003 op staande voet ontslagen.
c. [verweerder] heeft de nietigheid van dit ontslag ingeroepen.
3. Het verzoek
3.1
Kamps verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst, voor het geval het dienstverband tussen partijen nog mocht blijken te bestaan. Kamps baseert het verzoek op veranderingen in de omstandigheden.
3.2
Ter toelichting heeft Kamps het volgende - samengevat - gesteld.
Kamps voert al geruime tijd een zeer stringent beleid ten aanzien van werknemers die vanwege pretense gezondheidsklachten of om andere redenen tijdens hun werkzaamheden verstek laten gaan. [verweerder] heeft een gefingeerde reden opgegeven toen hij zich ziek meldde. Achteraf heeft [verweerder] aan aantal malen een ander verhaal opgehangen. Aan [verweerder] is gevraagd om te laten zien dat zijn verhaal een kern van waarheid bevatte. Dat heeft [verweerder] niet gedaan. Het vertrouwen van Kamps in [verweerder] is tot nihil gedaald ten gevolge van diens verzuim en gedraai achteraf.
4. Het verweer
[verweerder] concludeert tot afwijzing van het verzoek. Op het verweer zal voor zover relevant, bij de beoordeling van het verzoek nader worden ingegaan.
5. De beoordeling van het verzoek
5.1
De kantonrechter heeft zich ervan vergewist of het verzoek verband houdt met het bestaan van een opzegverbod als bedoeld in artikel 7:685 lid 1 BW. Daarvan is in dit geval geen sprake.
5.2
Niet is gebleken dat [verweerder] op de dag van indiening van het verzoek ter griffie door ziekte verhinderd was zijn arbeid te verrichten.
5.3
Omtrent de vraag of zich gewichtige redenen voordoen die tot een ontbinding van de arbeidsovereenkomst moeten leiden, wordt het volgende overwogen.
Tussen partijen staat vast dat [verweerder] zich ziek heeft gemeld. Dat het om een gefingeerde reden is gedaan, is echter onvoldoende gebleken. Het was bij Kamps bekend dat [verweerder] in het recente verleden in verband met een levertransplantatie van zijn zoon een operatie heeft moeten ondergaan en daarna nog regelmatig klachten over zijn gezondheid heeft gehad. Aan Kamps moet worden toegegeven dat [verweerder] op zijn minst gesproken de verdenking op zich heeft geladen door telkens met afwijkende verklaringen te komen. Dat neemt echter niet weg dat voor een ontslag op staande voet meer nodig is dan de enkele onduidelijkheid omtrent de juistheid van de ziekmelding, ook al is die onduidelijkheid mogelijk (mede) door [verweerder] in het leven geroepen. Gelet op het lange arbeidsverleden van [verweerder] bij (rechtsvoorgangers van) Kamps en het ontbreken van eerdere gedragingen van [verweerder] als waarvan thans sprake is, had het meer voor de hand gelegen als Kamps [verweerder] een waarschuwing had gegeven. Daaraan doet niet af dat Kamps in verband met de ploegendienst strikt de hand moet houden aan verzuim door haar werknemers, omdat, zoals door [verweerder] onvoldoende weersproken is gesteld, op het moment waarop [verweerder] zich ziek meldde er voldoende andere medewerkers overbleven om de productie te kunnen voortzetten.
Al het voorgaande in aanmerking nemende komt de kantonrechter tot de conclusie dat thans geen, althans onvoldoende gewichtige redenen bestaan om de arbeidsovereenkomst te ontbinden, zodat het verzoek zal worden afgewezen.
5.4
Gezien de aard van de procedure worden de kosten tussen partijen gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
6. De beslissing
De kantonrechter:
Wijst het verzoek af.
Bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.