ECLI:NL:RBHAA:2004:AP1555
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.P. Veenhof
- Rechtspraak.nl
Afwijzing ontbindingsverzoek arbeidsovereenkomst wegens onvoldoende gewichtige redenen
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 6 februari 2004 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Kamps Nederland B.V. en een werknemer, aangeduid als [verweerder]. Kamps had verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst, omdat de werknemer zich ziek had gemeld met een gefingeerde reden, wat het vertrouwen van Kamps in de werknemer had geschaad. De werknemer had sinds 13 mei 2002 bij Kamps gewerkt en was op staande voet ontslagen op 24 november 2003 na een schorsing. De kantonrechter heeft de mondelinge behandeling op 23 januari 2004 gehouden, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht en producties hebben ingebracht.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen sprake was van een opzegverbod en dat de werknemer niet ziek was op de dag van indiening van het verzoek. De rechter heeft overwogen dat, hoewel de werknemer zich ziek had gemeld, er onvoldoende bewijs was dat dit om een gefingeerde reden was gebeurd. De werknemer had in het verleden gezondheidsproblemen gehad, en de kantonrechter oordeelde dat voor een ontslag op staande voet meer nodig is dan alleen onduidelijkheid over de ziekmelding. Gezien het lange dienstverband van de werknemer en het ontbreken van eerdere negatieve gedragingen, had Kamps eerder een waarschuwing moeten geven in plaats van direct over te gaan tot ontslag.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst afgewezen, omdat er onvoldoende gewichtige redenen waren om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De kosten van de procedure werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.