ECLI:NL:RBHAA:2004:AO9728
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.J. Harts
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet van werknemer na onrechtmatig gebruik van goederen tijdens lunchpauze
In deze zaak gaat het om een kort geding tussen een werknemer, aangeduid als [EISER], en zijn werkgever, de naamloze vennootschap KIJKGRIJP DEKAMARKT N.V. De werknemer is op 20 februari 2001 in dienst getreden en heeft op 11 februari 2004 tijdens zijn lunchpauze een pakje frisdrank uit het magazijn meegenomen naar de kantine. Dit leidde tot zijn schorsing en ontslag op staande voet door Dekamarkt, die hem beschuldigde van het onrechtmatig nuttigen van goederen. De werknemer betwistte de beschuldigingen en voerde aan dat hij de frisdrank had gepakt omdat de automaat niet werkte en dat hij van plan was het pakje af te rekenen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 3 maart 2004 heeft de werknemer verklaard dat hij niet op de hoogte was van de regels, mede door zijn beperkte beheersing van de Nederlandse taal. Dekamarkt heeft echter vier verklaringen van medewerkers overgelegd die de versie van de werknemer tegenspreken. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag op staande voet niet onverwijld was gegeven, maar dat de werkgever wel degelijk de juiste procedure had gevolgd. De rechter concludeerde dat de werknemer niet aannemelijk had gemaakt dat hij in een bodemprocedure gelijk zou krijgen en wees de vordering tot wedertewerkstelling af. De proceskosten werden aan de werknemer opgelegd, omdat hij in het ongelijk was gesteld.