ECLI:NL:RBHAA:2004:AO7599
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen verstekvonnis inzake gemeenschappelijk eigendom van een schoorsteen tussen buren
In deze zaak gaat het om een verzetprocedure tussen twee buren, [OPPOSANT] en [GEOPPOSEERDE], over de kosten van herstel van een gedeelde schoorsteen. De schoorsteen, die zich halverwege het dak van beide woningen bevindt, is een gemeenschappelijk eigendom dat als mandelig wordt aangemerkt. [GEOPPOSEERDE] heeft een aannemer opdracht gegeven om de schoorsteen te slopen en opnieuw op te metselen, maar [OPPOSANT] weigert zijn deel van de kosten te betalen. De kantonrechter oordeelt dat de schoorsteen een wezenlijk onderdeel van de scheidingsmuur is en dat de kosten van herstel op basis van redelijkheid en billijkheid verdeeld moeten worden. De rechter komt tot de conclusie dat [GEOPPOSEERDE] 75% van de kosten voor zijn rekening moet nemen, terwijl [OPPOSANT] 25% moet betalen. De kantonrechter wijst de vordering van [GEOPPOSEERDE] gedeeltelijk toe en vernietigt het eerdere verstekvonnis, waarbij [OPPOSANT] wordt veroordeeld tot betaling van € 786,04 aan [GEOPPOSEERDE], vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten worden gecompenseerd, aangezien beide partijen deels in het gelijk zijn gesteld.