ECLI:NL:RBHAA:2003:AL9015

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
16 oktober 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
214955 CV EXPL 03-4079
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.M. Visser
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot aanhouding in aandelenleasezaak

In deze rolbeschikking van de kantonrechter in de rechtbank Haarlem, locatie Zaandam, werd op 16 oktober 2003 uitspraak gedaan in de zaak tussen Dexia Bank Nederland N.V. en een gedaagde partij. Dexia Bank had een vordering ingesteld en de gedaagde had verzocht om aanhouding van de behandeling in afwachting van een bemiddelingspoging door de Commissie Oosting. De kantonrechter heeft het verzoek om aanhouding afgewezen, omdat de voorgenomen bemiddeling geen betrekking had op de juridische gegrondheid van de vordering. Dexia Bank heeft recht op een beoordeling van haar vordering door de burgerlijke rechter, ongeacht de uitkomst van de bemiddeling. De kantonrechter benadrukte dat aanhouding zou leiden tot onaanvaardbare vertraging in de afdoening van de zaak. De gedaagde werd opgedragen om schriftelijk verweer te voeren tegen de vordering, met een deadline van 13 november 2003. De rolbeschikking werd uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en de zaak diende zonder verdere vertraging te worden voortgezet.

Uitspraak

Rechtbank Haarlem
Sector Kanton Locatie Zaandam
Zaak/rolnummer: 214955 CV EXPL 03-4079
datum uitspraak: 16 oktober 2003
Rolbeschikking
De kantonrechter in de rechtbank Haarlem, locatie Zaandam, heeft de volgende rolbeschikking gegeven in de zaak van:
Dexia Bank Nederland N.V.
te Amsterdam,
gemachtigde: deurwaarder C.Th. Snijder,
verder te noemen: Dexia Bank,
tegen
[gedaagde]
te [woonplaats]
gemachtigde: geen (procedeert in persoon),
verder te noemen: [gedaagde].
BESLISSING.
In deze zaak dient zonder verdere vertraging te worden doorgeprocedeerd.
[Gedaagde] dient daarom schriftelijk verweer te voeren tegen de vordering. Dit verweer dient (in tweevoud) op donderdag 13 november 2003 te 10.00 uur op de civiele rolzitting te worden overhandigd, dan wel tijdig eerder (al dan niet per post) op de griffie te zijn bezorgd.
Daarvoor wordt geen verder uitstel verleend.
*************************
Motivering.
Dexia Bank heeft bij dagvaarding een vordering ingesteld.
Daarop heeft [gedaagde] schriftelijk om aanhouding van de verdere behandeling gevraagd in afwachting van de uitkomsten van een door de Commissie Oosting voorgenomen bemiddelingspoging inzake de problematiek rondom aandelenlease constructies.
Hiertegen heeft Dexia Bank zich bij akte verzet.
Het verzoek om aanhouding van de behandeling wordt afgewezen. Zoals terecht door Dexia Bank opgemerkt heeft de voorgenomen bemiddeling door de Commissie Oosting geen betrekking op de juridische gegrondheid van de vordering. Dexia Bank heeft er daarom recht op dat haar vordering, op straffe van rechtsweigering, door de burgerlijke rechter wordt beoordeeld. Of zij een -mogelijk- veroordelend vonnis, in verband met de hiervoor bedoelde bemiddeling, uiteindelijk ook ten uitvoer zal leggen staat daar op zichzelf los van. Aanhouding van de zaak, zoals door [gedaagde] verzocht, zal een onaanvaardbare vertraging opleveren in de afdoening daarvan.
Het verzoek moet daarom worden afgewezen.
[Gedaagde] zal op de hiervoor bij de beslissing bepaalde zittingsdag moeten antwoorden op de vordering.
Deze rolbeschikking is gegeven door mr. F.M.Visser, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 16 oktober 2003, in tegenwoordigheid van de griffier.