ECLI:NL:RBHAA:2003:AL8380

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
11 september 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
2529-03
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.M. Visser
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onredelijk bezwarend beding in leaseovereenkomst met jonge schoolverlaatster

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem, locatie Zaandam, op 11 september 2003 uitspraak gedaan in een geschil tussen LOGICACMG FINANCE B.V. en een jonge schoolverlaatster, aangeduid als [gedaagde]. De zaak betreft een arbeidsovereenkomst die tussen partijen heeft bestaan van 1 december 2000 tot en met 30 april 2002. Bij indiensttreding was [gedaagde] 19 jaar oud en verdiende zij ongeveer € 1.100 netto per maand. Bij haar indiensttreding heeft zij een deelnemersverklaring voor de CMG leaseautoregeling ondertekend, waarin zij verklaarde kennis te hebben genomen van het lease-reglement. Dit reglement bevatte bepalingen over de kosten van voortijdige opzegging van de lease-overeenkomst, die aan de werknemer in rekening konden worden gebracht.

Na beëindiging van het arbeidscontract op 16 mei 2002 heeft CMG Finance de lease-overeenkomst voortijdig opgezegd, wat resulteerde in een bedrag van € 7.242,47 dat door de leasemaatschappij aan CMG Finance in rekening werd gebracht. CMG Finance heeft dit bedrag doorberekend aan [gedaagde], die weigerde te betalen. CMG Finance vorderde in totaal € 8.735,79 van [gedaagde], inclusief rente en kosten.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat het lease-reglement moet worden aangemerkt als algemene voorwaarden, en dat het beding dat [gedaagde] verplichtte tot betaling van de kosten van voortijdige opzegging onredelijk bezwarend is. De rechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] niet voldoende was geïnformeerd over de inhoud van het lease-reglement bij het ondertekenen van de verklaring. De vordering van CMG Finance is afgewezen, behalve voor de onbetwist gebleven vergoeding van € 329,44 voor het voortgezet gebruik van de lease-auto, met rente. CMG Finance is veroordeeld in de proceskosten, aangezien zij in hoofdzaak ongelijk heeft gekregen.

Uitspraak

Rechtbank Haarlem
Sector Kanton Locatie Zaandam
Rolnummer: 2529.03
datum uitspraak: 11 september 2003
Vonnis
De kantonrechter in de rechtbank Haarlem, locatie Zaandam, heeft het volgende vonnis gewezen in de zaak van:
LOGICACMG FINANCE B.V.
te Amsterdam,
gemachtigde: mr. J.A. Trimbach,
verder te noemen: CMG Finance,
tegen
[GEDAAGDE]
te Volendam,
gemachtigde: G.M.C. Schilder,
verder te noemen: [gedaagde].
BESLISSING.
[Gedaagde] wordt veroordeeld aan CMG Finance te betalen de somma van € 329,44 met de rente daarover vanaf 2 juni 2003 tot de dag dat alles betaald is.
De vordering wordt voor het overige afgewezen.
CMG Finance wordt veroordeeld in de kosten van deze procedure, deze voor zover gerezen aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 540,-- wegens salaris van de gemachtigde.
*******************
Verloop van de Procedure.
CMG Finance heeft op gronden zoals in de dagvaarding vermeld een vordering ingesteld tegen [gedaagde].
Hierop heeft [gedaagde] geconcludeerd voor antwoord.
Vervolgens zijn partijen ter terechtzitting verschenen voor het geven van inlichtingen en het beproeven van een schikking. Daarvan zijn door de griffier aantekeningen gemaakt die op verzoek in de vorm van een proces-verbaal worden uitgewerkt.
Tenslotte is de uitspraak van dit vonnis op vandaag bepaald.
De inhoud van alle processtukken, waaronder begrepen de mogelijk door partijen overgelegde producties, wordt als hier overgenomen beschouwd.
Beoordeling van het geschil.
Vaststaande feiten.
Als niet dan wel onvoldoende weersproken is in deze procedure het volgende komen vast te staan:
1. Tussen partijen heeft in de periode van 1 december 2000 tot en met 30 april 2002 een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd bestaan, die op verzoek van [gedaagde] is beëindigd. Bij indiensttreding was [gedaagde], die net haar MEAO-opleiding had voltooid, 19 jaren oud. Zij verdiende ongeveer € 1.100,-- netto per maand.
2. Bij gelegenheid van haar indiensttreding heeft [gedaagde] een deelnemersverklaring CMG leaseautoregeling ondertekend, waarin staat voorgedrukt dat zij verklaart te hebben kennis genomen van het CMG lease-reglement 3.2 en bevestigt dat dit reglement van toepassing is op de lease-auto [….] die CMG ter beschikking stelt.
3. Het hiervoor onder 2. bedoelde lease-reglement voorziet in het in rekening brengen aan de werknemer van de kosten van voortijdige opzegging van de lease-overeenkomst, zoals deze door de leasemaatschappij aan de werkgever in rekening worden gebracht.
4. Vervolgens is aan [gedaagde], die eerst een aantal maanden met een gewone huurauto had gereden, door CMG Finance een lease-auto ter beschikking gesteld. Deze lease-auto is na het einde van het arbeidscontract (op 16 mei 2002) weer bij CMG Finance ingeleverd. CMG Finance heeft de lease-overeenkomst vervolgens (voortijdig) opgezegd.
5. Hierop is door de leasemaatschappij wegens voortijdige opzegging een bedrag groot € 7.242,47 aan CMG Finance in rekening gebracht, die door CMG Finance weer zijn doorberekend aan [gedaagde]. [Gedaagde] heeft geweigerd dat bedrag te voldoen.
6. Over de periode van 1 mei tot en met 16 mei 2002 is [gedaagde] wegens voortgezet gebruik van de lease-auto schuldig geworden een bedrag groot € 329,44.
De vordering.
CMG Finance vordert dat de kantonrechter, bij vonnis uitvoer-baar bij voorraad, [gedaagde] zal veroordelen aan CMG Finance te betalen de somma van € 8.735,79 met rente en kos-ten. Het betreft hier in hoofdsom de vergoeding wegens voortijdige opzegging van het leasecontract vermeerderd met de vergoeding wegens voortgezet gebruik van de lease-auto en de buitengerechtelijke kosten.
Het verweer.
Het verweer komt primair hierop neer dat de gelding wordt betwist van het hiervoor onder 2. bedoelde leasereglement en subsidiair dat de hoogte van de aan [gedaagde] doorberekende vergoeding wegens voortijdige opzegging van het leasecontract wordt betwist.
Oordeel van de kantonrechter.
Het hiervoor onder 2. aangehaalde leasereglement is aan te merken als een veelheid van algemene voorwaarden, zoals bedoeld in artikel 6.231 van het Burgerlijk Wetboek. Het primaire verweer van [gedaagde] is (mede) op te vatten als een beroep op de vernietiging van artikel 11 lid 1 daarvan, waarop de vordering van CMG Finance wegens doorberekening van de aan haar in rekening gebrachte vergoeding wegens voortijdige opzegging is gegrond.
Dat verweer treft doel.
Om te beginnen is niet gebleken, noch voldoende concreet te bewijzen aangeboden, dat CMG Finance het betreffende reglement voor of bij het ondertekenen van de hiervoor onder 2. bedoelde verklaring aan [gedaagde] ter hand heeft gesteld. Of [gedaagde] bij die gelegenheid kennis heeft genomen van de inhoud daarvan, zoals in de hiervoor onder 2. bedoelde verklaring is vermeld, doet niet ter zake. Artikel 6. 234 lid 1 aanhef en onder a. van het Burgerlijk Wetboek moet immers strikt worden uitgelegd (HR 6 april 2001; NJ 2002, 385).
Overigens wijs ik voor wat betreft de hiervoor onder 2. bedoelde verklaring nog op NJ Kort 2002, 9. De standaardbepaling in een overeenkomst dat algemene voorwaarden zijn ontvangen levert daarvan op zichzelf genomen in de regel geen voldoende bewijs op.
Verder meen ik dat het betreffende beding gelet op alle omstandigheden van het geval in het onderhavige geval als onredelijk bezwarend moet worden aangemerkt. Waar het immers op neerkomt is dat dit beding in het onderhavige geval een jonge schoolverlaatster, die daarop minder dan een ervaren werknemer bedacht zal zijn geweest, voor een aantal jaren (financieel) bindt aan de werkgever, althans verplicht tot een gelet op haar netto maandsalaris van ongeveer € 1.100,-- onevenredig groot financieel offer, indien zij gebruik wil maken van haar verdragsrechtelijk beschermde vrijheid om (ook na verloop van de proeftijd) op korte termijn elders een werkkring te aanvaarden.
Indien hetgeen hiervoor overwogen geen stand zou kunnen houden moet verder worden geconstateerd dat ook het subsidiaire verweer doel treft, nu CMG Finance gelet op het dienaangaande gevoerde verweer, in elk geval onvoldoende feitelijk heeft onderbouwd dat de door haar aan [gedaagde] doorberekende vergoeding wegens vervroegde opzegging van het leasecontract juist is berekend en/of daarbij wel (voldoende) rekening is gehouden met mogelijk eerder door CMG Finance genoten kortingen of andere voordelen.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de vordering van CMG Finance moet worden afgewezen, behalve voor wat betreft de onbetwist gebleven vergoeding wegens voortgezet gebruik van de auto vanaf datum einde arbeidscontract tot datum inlevering auto, met rente.
Voor toekenning van buitengerechtelijke kosten bestaat gelet op het voorgaande onvoldoende redelijke grond.
Proceskosten.
CMG Finance, die in hoofdzaak het ongelijk wordt gesteld, moet de proces-kosten betalen.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.M.Visser, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 11 september 2003, in tegen-woor-digheid van de griffier.