2.4. Blijkens leveringsakte van 8 oktober 2001 heeft de gemeente Haarlem de appartementsrechten van het pand Generaal Bothastraat nr 44 (en van enkele panden aan de Kloosterstraat) van eiseres aangekocht.
2.5. Op grond van het nieuwe prostitutiebeleid van de gemeente is Club Esther per 1 oktober 2001 geschrapt van de lijst van toegelaten sexinrichtingen.
2.6. De rechtbank overweegt als volgt.
2.7. In de eerste plaats komt de vraag aan de orde of verweerder eiseres en eiser terecht heeft ontvangen in hun bezwaar tegen de beide primaire besluiten. Daartoe dient de vraag te worden beantwoord of zij als belanghebbende in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kunnen worden beschouwd, waaronder ingevolge artikel 1:2, eerste lid, Awb wordt verstaan : degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
2.8. Aangezien eiseres de eigenaresse is van de litigieuze panden en haar, nu de gebruiksmogelijkheden daarvan worden beperkt, niet een rechtstreeks belang bij de besluiten ontzegd kan worden, is de rechtbank van oordeel dat verweerder haar bezwaarschrift terecht heeft ontvangen.
2.9. Omtrent de positie van eiser stelt de rechtbank vast dat deze zowel voor verweerder als voor de commissie van beroep- en bezwaarschriften kennelijk niet geheel duidelijk was en dat deze onduidelijkheid ook na de behandeling ter zitting niet geheel is opgeheven. Eiser heeft, naar hij onweersproken heeft gesteld, zijn horecapapieren ter beschikking gesteld van de exploitant van de inrichting. Voorts kan worden vastgesteld dat hij, blijkens het uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel, is aangesteld als gevolmachtigde van Fresco Nederland B.V., de exploitant van de sexinrichting.
De rechtbank is van oordeel dat het hebben en/of beschikbaarstellen van horecapapieren en/of de status van gevolmachtigde niet voldoende is om te kunnen spreken van een rechtstreeks bij de besluiten betrokken belang van eiser. Daarbij is van belang dat eiser nimmer heeft aangegeven dat hij namens Fresco Nederland B.V. optrad. Hij heeft zich integendeel, in bezwaar zowel als in beroep, steeds op het standpunt gesteld dat hij niet als exploitant bij het prostitutiebedrijf was betrokken.
Dit betekent dat eiser wellicht een afgeleid belang heeft bij de hem toegezonden sluitingsbevelen, maar dat hij daardoor niet rechtstreeks in zijn belangen is getroffen, zodat hij derhalve niet als belanghebbende als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, Awb kan worden aangemerkt.
Verweerder heeft derhalve ten onrechte eisers bezwaarschrift ontvankelijk geacht.
Dit heeft tot gevolg dat eisers beroepen in zoverre gegrond moeten worden verklaard, de bestreden besluiten in zoverre dienen te worden vernietigd en dat de rechtbank eiser alsnog niet-ontvankelijk in zijn bezwaren zal verklaren.
2.10. Voorts overweegt de rechtbank dat het bevel tot de tijdelijke sluiting is gegeven voor de panden nrs 42 en 44. In bezwaar is aangevoerd dat pand nr 42 als woonhuis (van derden) in gebruik is.
In het advies van de commissie beroep- en bezwaarschriften wordt dienaangaande geadviseerd dat het besluit niet geldt voor het pand nr 42 "voor zover dit pand niet als prostitutiebedrijf in gebruik is". In het bestreden besluit is omtrent het op dit punt aangevoerde bezwaar geen heroverweging kenbaar gemaakt. Ter zitting is namens verweerder