ECLI:NL:RBHAA:2002:AE3263

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
21 mei 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
82306
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • A.J. van der Meer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Merkinbreuk en auteursrechtelijke inbreuk door Echte Bakkersgilde tegen voormalige leden

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 21 mei 2002 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting Echte Bakkersgilde en drie gedaagden, waaronder de besloten vennootschap Echte Bakker Nic. de Lange B.V. De eiser, Echte Bakkersgilde, vorderde dat de gedaagden zouden worden verboden om inbreuk te maken op hun merkrechten en auteursrechten, specifiek met betrekking tot de merken en slogans die aan de Echte Bakkersgilde zijn verbonden. De gedaagden, die in het verleden lid waren van het Echte Bakkersgilde, voerden verweer tegen de vorderingen van de eiser. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de gedaagden, ondanks hun beëindigd lidmaatschap, onterecht gebruik maakten van de DE ECHTE BAKKER-merken en de slogan "Echt...je proeft 't". De rechter oordeelde dat de gedaagden binnen drie dagen na betekening van het vonnis moesten stoppen met het gebruik van deze merken en slogans, en dat zij alle inbreukmakende materialen moesten afgeven. Tevens werd een dwangsom opgelegd voor het geval de gedaagden in gebreke bleven. De rechter heeft de proceskosten tussen de partijen gecompenseerd, waarbij gedaagde sub 3 niet werd veroordeeld in de kosten, gezien zijn medewerking aan het beëindigen van het gebruik van de merken. De uitspraak benadrukt de bescherming van merkrechten en de gevolgen van inbreuk daarop.

Uitspraak

Zaaknummer: 82306/KG ZA 02-178
Vonnisdatum: 21 mei 2002
650
RECHTBANK TE HAARLEM,
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
de stichting STICHTING ECHTE BAKKERSGILDE,
gevestigd te Wageningen,
eisende partij,
procureur mr. P. Heidinga,
advocaat mr. C.H.M. Oudegeest te Amsterdam,
-- tegen --
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ECHTE BAKKER NIC. DE LANGE B.V.,
gevestigd te Assendelft,
2. [gedaagde sub 2],
wonende te Assendelft,
3. [gedaagde sub 3], h.o.d.n. ECHTE BAKKER NIC. DE LANGE,
wonende te Velserbroek,
gedaagde partij,
gedaagde sub 2 en 3 verschenen in persoon, gedaagde sub 1 vertegenwoordigd door gedaagde sub 2.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als het Echte Bakkersgilde respectievelijk [gedaagde sub 2] (ter aanduiding van gedaagde sub 1 en 2 gezamenlijk) en [gedaagde sub 3].
1. Het verloop van het geding
1.1 Ter terechtzitting van 7 mei 2002 heeft het Echte Bakkersgilde overeenkomstig de dagvaarding gesteld en gevorderd als hierna onder 3. weergegeven en die vordering toegelicht aan de hand van overgelegde pleitnotities. [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] hebben tegen deze vordering verweer gevoerd.
1.2 Na verder debat in tweede termijn hebben partijen vonnis gevraagd. De uitspraak daarvan is bepaald op 21 mei 2002 of zoveel eerder als mogelijk.
2. De vaststaande feiten
2.1 In dit geding wordt van het volgende uitgegaan:
a. Het Echte Bakkersgilde is een organisatie die zich krachtens haar statuten ten doel stelt het behartigen van de belangen van haar deelnemers in de ruimste zin des woords. Deelnemer kan worden de ambachtelijke bakker die aan de door het Echte Bakkersgilde bepaalde kwaliteitseisen voldoet.
b. Het Echte Bakkersgilde is exclusief rechthebbende op de volgende collectieve merken:
- het woordmerk DE ECHTE BAKKER, ingeschreven in het Benelux Merkenregister onder nummer 433861;
- het woord/beeldmerk DE ECHTE BAKKER, ingeschreven in het Benelux Merkenregister onder nummer 424966, welk merk is voorzien van het (logo van het) zogenaamde staande bakkertje;
- het woord/beeldmerk ECHT JE PROEFT T, ingeschreven in het Benelux Merkenregister onder nummer 473239, welk merk is voorzien van het (logo van het) zogenaamde wijzende bakkertje.
Hierna gezamenlijk aan te duiden als de DE ECHTE BAKKER-merken.
c. De ECHTE BAKKER-merken zijn ingeschreven voor meel en graanpreparaten; brood en broodproducten, banket en banketproducten.
d. Bij het Echte Bakkersgilde zijn ongeveer 275 ambachtelijke bakkers aangesloten. Gezamenlijk hebben deze bakkers ongeveer 500 bakkerswinkels verspreid over heel Nederland.
e. Een bakkerswinkel volgens de huisstijl van het Echte Bakkersgilde ziet er ongeveer als volgt uit: de winkel kenmerkt zich onder meer door veelvuldig gebruik van de kleur lichtgeel en bruin, gebruik van de DE ECHTE BAKKER-merken, o.a. op de gevel, op verpakkingsmateriaal, prijskaartjes, kleding van het personeel, reclameposters, de vermelding ECHTE BAKKER op de gevel, het gebruik van lichtbakkenen met de vermelding ECHTE BAKKER, gebruik van de slogan's "Echt……je proeft 't" en "Er kan er maar één de echte zijn".
f. Gedaagde sub 1., Echte Bakker Nic. de Lange b.v., waar gedaagde sub 2 de enige bestuurder van is, exploiteert een bakkerswinkel in Koog aan de Zaan.
g. [gedaagde sub 3] exploiteert een bakkerswinkel in Amsterdam.
h. Gedaagden zijn in het verleden deelnemer geweest in het Echte Bakkersgilde. [gedaagde sub 3] is daarbij op verzoek van [gedaagde sub 2] als filiaal van [gedaagde sub 2] aangemerkt.
i. Bij brief van 13 april 2000 heeft [gedaagde sub 2] zijn lidmaatschap (en dat van zijn filiaal) van het Echte Bakkersgilde opgezegd tegen het einde van dat jaar.
j. Bij brieven van onder meer 10 april 2001 en 20 augustus 2001 heeft het Echte Bakkersgilde [gedaagde sub 2] er aan herinnerd dat hem het gebruik van de onder 1 sub b. genoemde merken niet langer was toegestaan. Verpakkingsmateriaal voorzien van die merken mocht nog tot 30 juni 2001 worden gebruikt.
k. Bij brieven van 11, respectievelijk 19 maart 2002 heeft de raadsvrouwe van het Echte Bakkersgilde [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] gesommeerd de bij de betreffende brieven gevoegde onthoudingsverklaring ondertekend te retourneren. Gedaagden hebben dit geweigerd.
3. De vordering en de grondslag daarvan
3.1 Echte Bakkersgilde vordert, zakelijk weergegeven, dat de voorzieningenrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
- gedaagden beveelt om binnen drie dagen na betekening van het te wijzen vonnis (a) iedere inbreuk op de Benelux merkrechten van eiseres, in het bijzonder door gebruik van de aanduiding De ECHTE BAKKER, te staken en gestaakt te houden, alsmede (b) aanduidingen voor bakkerswaren die overeenstemmen met merken van eiseres, waarvan ECHTE BAKKER bestanddeel is, te staken en gestaakt te houden;
- gedaagden beveelt om binnen drie dagen na betekening van het te wijzen vonnis (a) iedere inbreuk op de auteursrechten van eiseres op de emblemen, slogans en huisstijl te staken en gestaakt te houden alsmede (b) ieder ander onrechtmatig handelen jegens eiseres te staken;
- gedaagden veroordeelt binnen drie dagen na betekening van het te wijzen vonnis, aan de advocaat van eiseres, af te geven op een nader aan te geven adres, al de exemplaren van het bij hen nog in bezit zijnde inbreukmakende verpakkings- en promotiemateriaal;
- gedaagden veroordeelt tot betaling aan eiseres van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 10.000,-- per dag of per keer - zulks ter keuze van eiseres - dat gedaagden of één van hen de hiervoor genoemde geboden overtreedt, onder bepaling dat indien een gedaagde betaalt de ander zal zijn bevrijd;
- de termijn zoals bedoeld in artikel 260 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) stelt op drie maanden nadat tussen eiseres en gedaagden terzake van het in deze dagvaarding bedoelde geschil een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraak in kort geding is gewezen;
- gedaagden veroordeelt in de kosten van het geding.
3.2 Het Echte Bakkersgilde legt aan haar vordering ten grondslag dat gedaagden door zonder toestemming gebruik te blijven maken van de DE ECHTE BAKKER-merken, slogans, emblemen en huisstijl van het Echte Bakkersgilde wanprestatie plegen jegens het Echte Bakkersgilde, inbreuk maken op de merk- en auteursrechten van het Echte Bakkersgilde en onrechtmatig handelen jegens het Echte Bakkersgilde door ten on-rechte de indruk te wekken dat zij tot het Echte Bakkersgilde behoren als gevolg waarvan het publiek wordt misleid.
4. Het verweer en de slotsom daarvan
4.1 [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] hebben tegen de vordering gemotiveerd verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing daarvan met veroordeling van het Echte Bakkersgilde in de kosten van het geding. Op dit verweer zal, voorzover van belang, bij de beoordeling van het geschil nader worden ingegaan.
5. De gronden van de beslissing
5.1 Allereerst stelt de voorzieningenrechter ter voldoening aan het bepaalde in artikel 37 BMW zijn bevoegdheid vast met betrekking tot de gestelde merkinbreuk op grond van het feit dat de gestelde inbreuk mede wordt gepleegd in het arrondissement Haarlem.
Ten aanzien van [gedaagde sub 2]
5.2 Ter zitting heeft [gedaagde sub 2] erkend dat het hem sinds de beëindiging van zijn deelnemerschap niet langer is toegestaan gebruik te maken van de beeldmerken, slogan's en andere huisstijlelementen van het Echte Bakkersgilde, waaronder verpakkingsmateriaal. Bij brief van 31 oktober 2001 heeft [gedaagde sub 2] het Echte Bakkersgilde laten weten steeds voornemens te zijn geweest het gebruik van het embleem en de verpakking van het Echte Bakkersgilde zo spoedig mogelijk te staken. [gedaagde sub 2] erkent voorts dat hij niettemin sindsdien gebruik is blijven maken van bedoelde herkenningstekens. Zo erkent [gedaagde sub 2] dat door hem in het maart/april nummer van 2002 van het periodiek orgaan van tennisclub Overdan te Assendelft een adver-tentie is geplaatst die de beeldmerken van het Echte Bakkersgilde en de slogan "Echt….je proeft 't " bevat. [gedaagde sub 2] voert evenwel aan dat hij degene die de onderhavige publicatie heeft verzorgd tevoren heeft verzocht de beeldmerken weg te laten. [gedaagde sub 2] gebruikt ook nu nog verpakkingsmateriaal van het Echte Bakkersgilde. Als reden voert [gedaagde sub 2] daarvoor aan dat het Echte Bakkersgilde dit materiaal niet van hem wil (terug)kopen en hij het niet zomaar wil weggooien. [gedaagde sub 2] vindt het redelijk dat hem een termijn wordt gegund om het resterende verpakkingsmateriaal, te weten ca. 2 dozen papieren zakjes, 4 á 5 dozen cellofaan verpakkingen en 250 tulbanddozen, op te gebruiken. Op dit moment zijn volgens [gedaagde sub 2] alle beeldmerken verwijderd van zijn gevel, van zijn bedrijfsauto en uit de winkel.
5.3 Gezien de hiervoor beschreven erkenning door [gedaagde sub 2] en het feit dat [gedaagde sub 2] weigert het Echte Bakkersgilde schriftelijk onvoorwaardelijk en ondubbelzinnig toe te zeggen zich te zullen onthouden van verdere inbreuk en weigert terzake een boetebeding te accepteren ligt de verbodsvordering terzake het gebruik van de (beeld)merken van het Echte Bakkersgilde voor toewijzing gereed. De voorzieningenrechter is van oordeel dat [gedaagde sub 2] inmiddels reeds een meer dan redelijke termijn heeft gekregen het oude verpakkingsmateriaal op te gebruiken. Op het Echte Bakkersgilde rust geen verplichting het resterende materiaal (terug) te kopen. Voorts is de voorzieningenrechter van oordeel dat het niet uitvoeren van instructies van [gedaagde sub 2] door derden (als met betrekking tot eerder bedoelde publicatie) een omstandigheid is die niet aan het Echte Bakkersgilde kan worden tegengeworpen, maar voor rekening van [gedaagde sub 2] komt. Nu [gedaagde sub 2] blijkens hetgeen is overwogen in 5.1 moedwillig inbreuk heeft gepleegd kan ook de vordering tot afgifte van het inbreukmakende materiaal worden toegewezen.
5.4 Rest de beoordeling van het verweer van [gedaagde sub 2] dat het gebruik van de aanduiding "Echte Bakker" en de slogan "Echt…proef 't" zou zijn toegestaan.
Aanduiding Echte Bakker
5.5 [gedaagde sub 2] betoogt dat hij de aanduiding "Echte Bakker" mag gebruiken omdat hij een echte bakker is en dat altijd al geweest is. Ter onderbouwing van zijn stelling wijst [gedaagde sub 2] ten eerste op de tekst van het deelnemerscontract dat het Echte Bakkersgilde hanteert, welk contract hij overigens betwist getekend te hebben. Voorts voert [gedaagde sub 2] aan dat diverse andere niet bij het Echte Bakkersgilde aangesloten bakkers de aanduiding Echte Bakker straffeloos gebruiken.
5.6 Voor zover [gedaagde sub 2] met het vorenstaande bedoelt dat het woordmerk DE ECHTE BAKKER van het Echte Bakkersgilde geen geldig merk is omdat het woord Echte Bakker louter beschrijvend is, gaat dit niet op. Onweersproken heeft het Echte Bakkersgilde gesteld dat dit merk door langdurig en intensief gebruik grote bekendheid heeft gekregen bij het relevante publiek. Het Echte Bakkersgilde heeft ter onderbouwing van deze stelling onder meer gewezen op het feit dat het merk reeds 30 jaar wordt gebruikt, dat het inmiddels in 500 winkels verspreid over heel Nederland wordt gebruikt en dat veelvuldig reclame is gemaakt voor het merk. Tevens heeft het Echte Bakkersgilde verwezen naar een rapport van het marktonderzoeksinstituut NIPO van februari 2001 naar de mate van bekendheid van de beide woord/beeldmerken van het Echte Bakkersgilde. Gezien deze bekendheid is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat, daargelaten de vraag of het merk DE ECHTE BAKKER van oorsprong wel of geen onderscheidend vermogen heeft, het dit door inburgering in ieder geval heeft gekregen, waardoor het thans een geldig merk is.
5.7 Voor zover het verweer van [gedaagde sub 2] zo moet worden opgevat dat het Echte Bakkersgilde hem het gebruik van de aanduiding Echte Bakker niet kan verbieden, omdat hij deze op beschrijvende wijze zou gebruiken in de zin van het zgn. Polyglot-arrest (BenGH 16 juni 1995, NJ 1995, 745), gaat ook dat niet op. Wat er overigens al zij van deze stelling, gezien onder meer het feit dat beide woorden met een hoofdletter beginnen, komt het de voorzieningenrechter voor dat [gedaagde sub 2] de aanduiding niet louter beschrijvend gebruikt, maar op zodanige wijze dat het de indruk geeft te worden gebruikt ter onderscheiding van de door [gedaagde sub 2] verhandelde waren. Blijkens het Polyglot-arrest kan de merkhouder dergelijk gebruik van een op zichzelf beschrijvend teken in beginsel tegengaan.
5.8 Voorshands is derhalve aannemelijk dat [gedaagde sub 2] het merk DE ECHTE BAKKER van het Echte Bakkersgilde, althans een daarvan slechts gering afwijkend teken (Echte Bakker), gebruikt voor de waren waarvoor dit is ingeschreven. Dit levert merkinbreuk op in de zin van artikel 13 A, lid 1 sub a van de Eenvormige Beneluxwet op de Merken. Ook de vordering tot een verbod van het gebruik van dit teken is derhalve naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter gegrond. Hetzelfde geldt voor de vordering tot afgifte van het materiaal voorzien van dit teken. De enkele stelling van [gedaagde sub 2] dat hij na het inwinnen van advies terzake heeft begrepen dat het gebruik van de aanduiding Echte Bakker zou zijn toegestaan, is zonder nadere concretisering onvoldoende om goede trouw van [gedaagde sub 2] aan te nemen.
Slogan "Echt…proef 't"
5.9 De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat gebruik van de slogan "Echt…proef 't" zoals [gedaagde sub 2] dat doet inbreuk maakt op de auteursrechten van het Echte Bakkersgilde op deze slogan en de wijze waarop die is vormgegeven. Gezien het feit dat [gedaagde sub 2] de door hem gebruikte slogan heeft gecreëerd door eenvoudigweg enkele letters weg te krassen uit de slogan waarop het Echte Bakkersgilde auteursrecht heeft, is sprake van een verveelvoudiging in de zin van de Auteurswet. Een verbod tot verder gebruik van deze slogan kan derhalve worden toegewezen, evenals het gebod tot afgifte van het betreffende materiaal.
5.10 Dat [gedaagde sub 2] op andere wijze dan door het gebruik van genoemde slogan en het gebruik van (de logo's van) het staande bakkertje en het wijzende bakkertje inbreuk maakt op de auteursrechten van het Echte Bakkersgilde is door laatstgenoemde niet onderbouwd en kan voorts niet zonder meer blijken. Om die reden kan in dit geding ten aanzien van mogelijke verdere inbreuken op de auteursrechten van het Echte Bakkersgilde dan ook geen bevel tot een staken daarvan worden gegeven.
5.11 Al het vorenstaande leidt tot de slotsom dat - met de hiervoor onder 5.10 genoemde beperking - de vorderingen ten aanzien van [gedaagde sub 2] zullen worden toegewezen, met dien verstande dat de gevorderde dwangsommen zullen worden gematigd en gemaximeerd als na te melden. [gedaagde sub 2] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.
Ten aanzien van [gedaagde sub 3]
5.12 In reactie op de sommatie van de raadsvrouwe van het Echte Bakkersgilde van 19 maart 2002 heeft [gedaagde sub 3] bij brief van 22 maart 2002 het Echte Bakkersgilde laten weten dat, zakelijk weergegeven, zijn winkel de komende 10 dagen gestript zou worden en dat alles van "DE ECHTE BAKKER" dan uit zijn winkel verdwenen zou zijn. Ter zitting heeft [gedaagde sub 3] foto's getoond waaruit blijkt dat aan de buitenzijde van de winkel geen merken of andere herkenningstekens van het Echte Bakkersgilde meer voorkomen. Voorts heeft het Echte Bakkersgilde tegenover de gemotiveerde betwisting door [gedaagde sub 3] dat hij nog gebruik maakt van bedoelde herkenningstekens onvoldoende gesteld, noch is van het tegendeel gebleken. Vast staat evenwel dat [gedaagde sub 3] het gebruik van bedoelde herkenningstekens pas ruimschoots na het opzeggen van het deelnemerschap aan het Echte Bakkersgilde heeft gestaakt en dat [gedaagde sub 3] geen schriftelijke ondubbelzinnige onvoorwaardelijke toezegging heeft gedaan tot het staken van verdere inbreuk, laat staan dat hij ter zake een boetebeding heeft geaccepteerd. Gezien deze omstandigheden heeft het Echte Bakkersgilde een gerechtvaardigd belang bij een verbod in kort geding. Nu [gedaagde sub 3] gemotiveerd heeft gesteld dat hij niet beschikt over inbreukmakend materiaal en van het tegendeel op geen enkele wijze is gebleken, zal de voorzieningenrechter het gebod tot afgifte ten aanzien van [gedaagde sub 3] afwijzen.
5.13 Hoewel [gedaagde sub 3] blijkens het vorenstaande grotendeels in het ongelijk zal worden gesteld, ziet de voorzieningenrechter toch aanleiding de proceskosten ten aanzien van [gedaagde sub 3] te compenseren. Gezien de bereidheid die uit de brief van [gedaagde sub 3] van 22 maart 2002 spreekt, het feit dat hij ook daadwerkelijk binnen de gestelde termijn gevolg heeft gegeven aan de gedane toezeggingen, hetgeen het Echte Bakkersgilde eenvoudig had kunnen vaststellen, en het feit dat het hier een particulier betreft die niet wordt bijgestaan door een advocaat, sluit de voorzieningenrechter niet uit dat het Echte Bakkersgilde met een andere reactie dan de brief van 25 maart 2002 van haar raadsvrouwe afdoende zekerheid had kunnen krijgen dat [gedaagde sub 3] zich in de toekomst van verdere inbreuk zou onthouden. Dat zij ervoor heeft gekozen [gedaagde sub 3] direct in kort geding te betrekken, dient naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter onder deze omstandigheden niet voor rekening van [gedaagde sub 3] te komen.
5.14 De voorzieningenrechter ziet ook aanleiding de ten aanzien van [gedaagde sub 3] gevorderde dwangsommen te matigen en te maximeren als nagemeld. Gezien het feit dat [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] genoegzaam hebben aangetoond geen zakelijke relatie (meer) te onderhouden, is voor een hoofdelijke veroordeling voor betaling van dwangsommen geen grond.
5.15 De termijn op grond van artikel 260 lid 1 Rv zal worden bepaald op drie maanden nadat deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan.
6. De beslissing
De voorzieningenrechter:
6.1 Beveelt gedaagden om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis (a) iedere inbreuk - in het bijzonder door gebruik van de aanduiding De ECHTE BAKKER - op de Benelux merkrechten van eiseres, te weten het woordmerk DE ECHTE BAKKER, ingeschreven in het Benelux Merkenregister onder nummer 433861, het woord/beeldmerk DE ECHTE BAKKER, ingeschreven in het Benelux Merkenregister onder nummer 424966 en het woord/beeldmerk ECHT JE PROEFT T, ingeschreven in het Benelux Merkenregister onder nummer 473239, te staken en gestaakt te houden, alsmede (b) aanduidingen voor bakkerswaren die overeenstemmen met merken van eiseres, waarvan ECHTE BAKKER bestanddeel is, te staken en gestaakt te houden.
6.2 Beveelt gedaagden sub 1 en 2 om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis iedere inbreuk - in het bijzonder door gebruik van de slogan "Echt…proef 't" - op de auteursrechten van eiseres op de slogan "Echt….je proeft 't", en de logo's van het staande bakkertje en het wijzende bakkertje te staken en gestaakt te houden.
6.3 Beveelt gedaagden sub 1 en 2 om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, aan de advocaat van eiseres, af te geven op een nader aan te geven adres, al de exemplaren van het bij hen nog in bezit zijnde inbreukmakende verpakkings- en promotiemateriaal.
6.4 Veroordeelt gedaagden tot betaling aan eiseres van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 1000,-- per dag of per keer - zulks ter keuze van eiseres - met een maximum van € 25.000,-- dat gedaagden of één van hen de hiervoor genoemde gebo-den overtreedt.
6.5 Bepaalt de termijn zoals bedoeld in artikel 260 lid 1 Rv op drie maanden nadat dit vonnis in kracht van gewijsde is gegaan.
6.6 Veroordeelt gedaagden sub 1 en 2 hoofdelijk in de kosten van dit geding, tot op de uitspraak van dit vonnis aan de zijde van Echte Bakkersgilde begroot op € 258,18 aan verschotten en € 703,36 aan salaris voor de procureur.
6.7 Compenseert de proceskosten ten aanzien van gedaagde sub 3 aldus dat het Echte Bakkersgilde en gedaagde sub 3 ieder de eigen kosten dragen.
6.8 Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
6.9 Wijst af het meer of anders gevorderde..
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. van der Meer, voorzieningenrechter van deze rechtbank, en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van 21 mei 2002, in tegenwoordigheid van de griffier.