ECLI:NL:RBHAA:2002:AE1725
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Verpalen
- A. van der Pijl-van Andel
- J. de Graaff
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in doodslagzaak wegens gebrek aan opzet en causaal verband
Op 19 april 2002 heeft de Rechtbank Haarlem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, die werd beschuldigd van doodslag. De zaak werd behandeld in meervoudige kamer en de zitting vond plaats op 5 april 2002. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen bewijs was voor het vereiste opzet dat nodig is voor de kwalificatie van doodslag, ook niet in voorwaardelijke zin. De rechtbank benadrukte dat voor de vaststelling van schuld aan de dood van een ander een causaal verband vereist is tussen de dood en de verweten gedraging. Dit causaal verband moet zo sterk zijn dat het gevolg redelijkerwijs aan de dader kan worden toegerekend.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte weliswaar in december 2000 had besloten om af te wijken van het bouwbestek, maar dat deze beslissing niet rechtstreeks had geleid tot het ongeval dat de dood van het slachtoffer veroorzaakte. Na het ontslag van de verdachte hebben andere betrokkenen bij de uitvoering van het bouwbestek onbevoegd wijzigingen aangebracht die niet in overeenstemming waren met de instructies van de constructeur. De rechtbank concludeerde dat, hoewel de verdachte zijn beslissing tot afwijking van het bestek niet had genoteerd in het bouwlogboek, de dood van het slachtoffer niet aan hem kon worden toegerekend.
Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van zowel het primair als het subsidiair telastegelegde feit. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken op de zitting van 19 april 2002.