2. De vaststaande feiten
2.1 In dit geding wordt van het volgende uitgegaan:
a. Inter Amusement heeft op 31 juli 2001 de onroerende zaak gelegen te Zaandam, gemeente Zaanstad (hierna te noemen: het pand) gekocht en geleverd gekregen van Van Borkulo Onroerend Goed B.V..
b. Het pand wordt gedeeltelijk verhuurd aan Bristol Schoenen B.V. (hierna te noemen: Bristol) en aan Unique Nederland B.V. (hierna te noemen: Unique). Voor het overige is het pand sinds december 2000, nadat het een aantal jaren had leeggestaan, in gebruik genomen door [de krakers].
c. Met betrekking tot het gebruik van het pand door [de krakers] heeft mr. Kramer namens Inter Amusement bij brief d.d. 2 maart 2001 aan mr. Breukelaar onder meer het volgende geschreven:
In aansluiting op onze bespreking van hedenmorgen bevestig ik het door cliënte gedane aanbod als volgt.
Uw cliënten kunnen gebruik blijven maken van de door hen gekraakte ruimtes totdat een aanvang zal worden genomen met de verbouw waartoe inmiddels de benodigde vergunningen zijn aangevraagd.
Inter Amusement heeft daarbij toegezegd de door [de krakers] gemaakte energiekosten te betalen.
d. Inter Amusement is voornemens het pand te verbouwen tot casino, en heeft de daartoe benodigde vergunningaanvragen ingediend. Op 30 november 2001 is door de gemeente Zaanstad (hierna te noemen: de gemeente) aan Inter Amusement één van die vergunningen - de sloopvergunning - afgegeven.
e. Bij brief van 3 december 2001 heeft Inter Amusement [de krakers] verzocht het pand te ontruimen op 15 januari 2001.
f. Op 19 december 2001 heeft Arie Hollenberg Sloop- en Milieuwerken B.V. een offerte gedaan tot het intern kaal slopen tot casco van het pand. Vervolgens heeft Inter Amusement haar op 10 januari 2002 een opdracht tot sloop conform de offerte gegeven.
g. Tegen voornoemde sloopvergunning is door [de krakers] op 9 januari 2002 bezwaar ingediend.
h. Bij brief van 27 februari 2002 heeft de gemeente laten weten dat het bezwaar dat door [de krakers] tegen de sloopvergunning is ingediend niet aan feitelijk gebruik daarvan in de weg staat, nu [de krakers] daartegen geen voorlopige voorzieningen of schorsing hebben aangevraagd.
i. Bij brief van 23 oktober 2001 van de gemeente aan Inter Amusement heeft zij laten weten dat, nu Inter Amusement gedoogt dat het pand als woning wordt gebruikt, zij door de regionale Brandweer Zaanstreek een onderzoek heeft laten instellen naar de brandveiligheid daarvan. De brandweer heeft in het rapport naar aanleiding van het onderzoek geconcludeerd dat het pand niet aan de eisen voldoet die op grond van het Bouwbesluit aan een woning worden gesteld. De gemeente heeft in voornoemde brief bepaald dat Inter Amusement ervoor dient te zorgen dat het uiterlijk op 1 februari 2002 voldoet aan de in haar brief genoemde brandveiligheidseisen, op straffe van een dwangsom.
j. Bij de onder 2.h genoemde brief van de gemeente heeft zij Inter Amusement tevens laten weten dat indien Inter Amusement voor 1 april 2002 een kortgedingprocedure tot ontruiming van het pand zou zijn gestart, zij in ieder geval tot de uitkomst daarvan bekend is geworden, zou afzien van het invorderen van de dwangsom zoals hiervoor onder 2.i vermeld.
k. Huursters Bristol en Unique hebben herhaaldelijk verklaard hinder te ondervinden van het gebruik van het pand door [de krakers]. Bristol schrijft in haar brief aan Inter Amusement van 10 december 2001 onder meer het volgende:
Wederom richt ik mij tot u, ditmaal per post, om de steeds groter wordende problemen in bovengenoemde Bristol vestiging aan te kaarten.
Zoals ik u in mijn eerdere e-mail, toegelicht met foto's, al heb laten weten ondervinden wij hinderlijk overlast van de krakers.
Deze overlast is dusdanig dat van het "ongestoord genot" van het gehuurde thans geen sprake meer is.
Onze filiaalleidster ter plaatse, mevrouw Carin Bakker, maakt in een aan het hoofdkantoor gericht schrijven melding van onderstaande punten van overlast:
· Harde muziek tijdens koopavonden en geluidsoverlast van de skatebaan.
· Veel alarmmeldingen doordat krakers beveiligde deuren toch proberen te openen. Bij ieder alarm wordt ons personeel gewaarschuwd (ook 's nachts).
· Permanente lekkages die steeds erger worden en die tot aanzienlijke schade lijden.
· Stankoverlast door graffitispuitbussen en door het roken van stickies.
· Roltrap weigert steeds vaker dienst en schijnt naar zeggen van mevrouw Bakker afgekeurd te zijn. Volgens de huurovereenkomst is het onderhoud voor rekening van huurder, doch dient verhuurder de kosten van vervanging voor haar rekening te nemen.
· Vloer in het magazijn is slecht en zit vol gaten, waardoor rijdend transport steeds moeilijker wordt.
· Door de lekkages hebben wij last van een steeds verder afbrokkelend plafond, waardoor goederen beschadigd worden. Ook dient ons personeel steeds voor het opruimen van het plafondkalk te zorgen. Verder is dit natuurlijk niet een geheel ongevaarlijke situatie waarbij wij iedere vorm van schade en aansprakelijkheid op voorhand onmiddellijk bij de ei-genaar zullen neerleggen.
Wij verzoeken u op korte termijn met een passende oplossing te komen voor bovenstaande problemen opdat wij weer ongestoord onze winkel kunnen exploiteren.
Mocht dit, onverhoopt, op korte termijn niet gebeuren dan zijn wij genoodzaakt verdere stappen te ondernemen en zullen wij de huurbetalingen opschorten totdat een definitieve oplossing bereikt is.
3. De vordering en de grondslag daarvan
3.1 Inter Amusement vordert, zakelijk weergegeven, dat de voorzieningenrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad: