Uitspraak
- de dagvaarding van 25 maart 1999;
- de conclusie van eis;
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid en verwijzing;
- de akte tot referte in het incident tot onbevoegdheid en verwijzing.
Rechtbank Haarlem
In deze zaak, die werd behandeld door de enkelvoudige kamer van de Rechtbank Haarlem, stond de vraag centraal of de rechtbank zich onbevoegd moest verklaren in een civiele procedure tussen de besloten vennootschappen Meyer Europe B.V. en Pontmeyer B.V. Meyer Europe had een vordering ingesteld tegen Pontmeyer, maar Pontmeyer voerde aan dat de rechtbank onbevoegd was en verzocht om verwijzing naar de Arrondissementsrechtbank te Rotterdam. De rechtbank heeft de door Pontmeyer ingediende exceptie van onbevoegdheid gegrond verklaard, omdat de feiten die aan deze exceptie ten grondslag lagen, voldoende waren om de vordering te ondersteunen. Meyer Europe heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, wat betekende dat zij de vordering niet heeft betwist. De rechtbank heeft vervolgens besloten zich onbevoegd te verklaren en de zaak door te verwijzen naar de Arrondissementsrechtbank te Rotterdam. Daarnaast is Meyer Europe veroordeeld in de kosten van het incident, die zijn begroot op fl. 860,-- aan salaris voor de procureur. Dit vonnis is uitgesproken op 10 augustus 1999, in aanwezigheid van de griffier.