RECHTBANK GRONINGEN
Sector Strafrecht
parketnummers: 18/670661-11, 18/830193-12 en 18/670078-12 (promis)
datum uitspraak: 27 december 2012
raadsman: mr. J.P. Plasman
van de rechtbank Groningen, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats en land] op [datum],
thans preventief gedetineerd in P.I. Noord, gevangenis De Marwei te Leeuwarden.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 30 augustus 2012, 28 november 2012 en 20 december 2012.
Aan verdachte is na toegestane vordering wijziging tenlastelegging ten laste gelegd dat:
Onder parketnummer 18/670661-11
hij op of omstreeks 27 augustus 2011, te Tripscompagnie, althans in de
gemeente Menterwolde, in elk geval in het arrondissement Groningen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en al dan
niet met voorbedachten rade een of meer personen, te weten [getuige 3],
[medeverdachte 1], [getuige 2] en/of [medeverdachte 2] van het leven te
beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met dat
opzet en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg, met een of meer
vuurwapen(s) een of meer kogels heeft afgevuurd op die [getuige 3], die
[medeverdachte 1], die [getuige 2] en/of die [medeverdachte 2],
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 27 augustus 2011, te Tripscompagnie, althans in de
gemeente Menterwolde, in elk geval in het arrondissement Groningen,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer
personen, te weten [getuige 3], [medeverdachte 1], [getuige 2] en/of
[medeverdachte 2], heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans
met zware mishandeling, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van)
zijn mededader(s) opzettelijk dreigend met een of meer vuurwapen(s) een of
meer kogels afgevuurd op en/of in de richting van die [getuige 3], die
[medeverdachte 1], die [getuige 2] en/of die [medeverdachte 2];
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
onder parketnummer: 18/830193-12
hij in of omstreeks de periode van 29 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011, in de boerderij/het pand [straat] te Tripscompagnie, in elk geval in de gemeente Menterwolde,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een of meer personen, genaamd [aangever 1] en/of [aangever 2], te dwingen tot de afgifte van geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [aangever 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), met dat oogmerk tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen,
- die [aangever 1] en/of die [aangever 2] meermalen, althans eenmaal, tegen het hoofd en/of tegen de rug en/of elders tegen het lichaam heeft geschopt, getrapt, geslagen en/of gestompt, en/of
- die [aangever 1] een of meer messen heeft getoond en/of (hierbij) die [aangever 1] de woorden heeft toegevoegd: "Als je je niet stil houdt dan snijden we je een oor af", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- op die [aangever 1] is gaan zitten, en/of
- de handen van die [aangever 1] op diens rug heeft vastgebonden en/of
- de handen van die [aangever 2] op diens rug heeft vastgebonden en/of
- de benen van die [aangever 1] heeft vastgebonden en/of vastgebonden gehouden, en/of
- een (papieren) zak of tas over het hoofd van die [aangever 1] heeft gedaan en/of gehouden, en/of
- een (papieren) zak of tas over het hoofd van die [aangever 2] heeft gedaan en/of gehouden, en/of
- die [aangever 1] de woorden heeft toegevoegd: "Geld, geld, geld" en/of "Waar heb je je geld" en/of "Hoeveel ligt er bij je vriendin", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- een of meer pistolen tegen het hoofd van die [aangever 1] gezet en/of gehouden, althans aan die [aangever 1] getoond, en/of
- die [aangever 1] en/of die [aangever 2] gedurende genoemde periode, althans gedurende enige dagen en/of uren in die boerderij/dat pand heeft vast gehouden en/of bewaakt en/of aldus heeft voorkomen dat die [aangever 1] en/of die [aangever 2] die boerderij/dat pand kon(den) verlaten,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij in of omstreeks de periode van 29 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011, in de boerderij/het pand [straat] te Tripscompagnie, in elk geval in de gemeente Menterwolde,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
€ 320, althans geld en/of een simkaart, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en/of
een telefoontoestel en/of een portemonnee, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [aangever 1] en/of die [aangever 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het
bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen,
- die [aangever 1] en/of die [aangever 2] meermalen, althans eenmaal, tegen het hoofd en/of tegen de rug en/of elders tegen het lichaam heeft geschopt, getrapt, geslagen en/of gestompt, en/of
- die [aangever 1] een of meer messen heeft getoond en/of (hierbij) die [aangever 1] de woorden heeft toegevoegd: "Als je je niet stil houdt dan snijden we je een oor af", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- op die [aangever 1] is gaan zitten, en/of
- de handen van die [aangever 1] op diens rug heeft vastgebonden en/of
- de handen van die [aangever 2] op diens rug heeft vastgebonden en/of
- de benen van die [aangever 1] heeft vastgebonden en/of vastgebonden gehouden, en/of
- een (papieren) zak of tas over het hoofd van die [aangever 1] heeft gedaan en/of gehouden, en/of
- een (papieren) zak of tas over het hoofd van die [aangever 2] heeft gedaan en/of gehouden, en/of
- die [aangever 1] de woorden heeft toegevoegd: "Geld, geld, geld" en/of "Waar heb je je geld" en/of "Hoeveel ligt er bij je vriendin", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- een of meer pistolen tegen het hoofd van die [aangever 1] gezet en/of gehouden, althans aan die [aangever 1] getoond, en/of
- die [aangever 1] en/of die [aangever 2] gedurende genoemde periode, althans gedurende enige dagen en/of uren in die boerderij/dat pand heeft vast gehouden en/of bewaakt en/of aldus heeft voorkomen dat die [aangever 1] en/of die [aangever 2] die boerderij/dat pand kon(den) verlaten,
hij in of omstreeks de periode van 30 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011, in de boerderij/het pand [straat] te Tripscompagnie, in elk geval in de gemeente Menterwolde,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een of meer personen, te weten [betrokkene1] en/of diens echtgenote [betrokkene 3] en/of hun/diens zoon(tje) [betrokkene 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van 15.000,- euro, althans geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [betrokkene1] en/of die [betrokkene 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen,
- die [betrokkene 1] en/of die [betrokkene 2] meermalen, althans eenmaal, tegen het hoofd en/of tegen de rug en/of elders tegen het lichaam heeft geschopt, getrapt, geslagen en/of gestompt, en/of
- (een) (papieren) zak(ken) over het hoofd/de hoofden van die [betrokkene1] en/of die [betrokkene 2] heeft gedaan en/of gehouden, en/of
- de handen van die [betrokkene 1] op diens rug heeft vastgebonden en/of vastgebonden gehouden, en/of
- die [betrokkene 1] de woorden heeft toegevoegd en/of doen toevoegen: "Zij moeten twee ton aan geld van je hebben", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- een of meer pistolen op die [betrokkene 1] en/of die [betrokkene 2] heeft gericht en/of gericht gehouden, althans aan die [betrokkene 1] en/of die [betrokkene 2] getoond, en/of
- die [betrokkene 1] en/of die [betrokkene 2] gedurende genoemde periode, althans gedurende enige dagen en/of uren in die boerderij/dat pand heeft vast gehouden en/of bewaakt en/of aldus heeft voorkomen dat die [betrokkene 1] en/of die [betrokkene 2] die boerderij/dat pand kon(den) verlaten;
hij in omstreeks de nacht van 10 december 2011 op 11 december 2011, te Froombosch, in elk geval in de gemeente Slochteren,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit/nabij de woning [adres]heeft weggenomen
- een geldbedrag van ongeveer 80 euro, althans een geldbedrag, en/of
- twee, althans een of meer mobiele telefoontoestellen, en/of
- een of meerdere hennepplanten en/of henneptoppen en/of hennepbladeren, en/of
- twee, althans een of meerdere spaarpotten, en/of
- twee, althans een of meerdere laptops, en/of
- twee, althans een of meerdere (auto)sleutels, en/of
- een kentekenbewijs, en/of
- een overschrijvingsbewijs, en/of
- een auto,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 1] en/of [aangever 2] [aangever 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
en/of welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [aangever 1] en/of die [aangever 2] [aangever 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een mes aan die [aangever 1] en/of die [aangever 2] [aangever 2] heeft getoond en/of getoond gehouden, en/of
- die [aangever 1] en/of die [aangever 2] [aangever 2] de woorden heeft toegevoegd: "Ik wil met jou zaken doen" en/of "Je hebt een hele grote hennepkwekerij" en/of "Ik wil nu geld zien" en/of "Je moet geld regelen" en/of "Ik neem je auto dan wel mee", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- die [aangever 1] heeft gestompt en/of geslagen;
hij in omstreeks de nacht van 10 december 2011 op 11 december 2011, te Froombosch, in elk geval in de gemeente Slochteren,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever 1] en/of [aangever 2] [aangever 2] heeft gedwongen tot de afgifte van
- een geldbedrag van ongeveer 80 euro, althans een geldbedrag, en/of
- twee, althans een of meer mobiele telefoontoestellen, en/of
- een of meerdere hennepplanten en/of henneptoppen en/of hennepbladeren, en/of
- twee, althans een of meerdere spaarpotten, en/of
- twee, althans een of meerdere laptops, en/of
- twee, althans een of meerdere (auto)sleutels, en/of
- een kentekenbewijs, en/of
- een overschrijvingsbewijs, en/of
- een auto,
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [aangever 1] en/of die [aangever 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, en/of
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een mes aan die [aangever 1] en/of die [aangever 2] heeft getoond en/of getoond gehouden, en/of
- die [aangever 1] en/of die [aangever 2] de woorden heeft toegevoegd: "Ik wil met jou zaken doen" en/of "Je hebt een hele grote hennepkwekerij" en/of "Ik wil nu geld zien" en/of "Je moet geld regelen" en/of "Ik neem je auto dan wel mee", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- die [aangever 1] heeft gestompt en/of geslagen;
Onder parketnummer 18/670078-12
hij op of omstreeks 13 februari 2011, in de gemeente Delfzijl,
met een ander of anderen, op of aan de openbare weg [adres], in elk
geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd
tegen een (voor)deur en/of een ruit van de woning [woning], welk geweld
bestond uit trappen en/of schoppen tegen de (voor)deur en/of het ingooien van
en/of trappen tegen een raam van die woning;
art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 13 februari 2011, in de gemeente Delfzijl,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
en wederrechtelijk een (voor)deur en/of een raam van de woning [woning],
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Acantus, in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Bewijsvraag
Standpunt van de officier van justitie
Onder parketnummer 18/670661-11
De officier van justitie heeft aangevoerd dat het primair ten laste gelegde, te weten de poging tot moord op [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] wettig en overtuigend bewezen kan worden. Verdachte heeft ruim voor de schietpartij ernstige bedreigingen geuit aan het adres van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2]. Verdachte heeft een paar dagen voor de schietpartij tegen [medeverdachte 3] gezegd dat hij [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] dood wilde hebben en aan [medeverdachte 3] de dag voor de schietpartij een pistool getoond. Daaruit kan worden opgemaakt dat verdachte toen al nadacht over het doden van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2]. Verder hebben [medeverdachte 4] en [getuige 1] verklaard dat verdachte begonnen is met schieten en dat hij vanuit de boerderij vanaf een korte afstand (5 tot 7 à 8 meter) heeft geschoten op [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2]. Deze verklaringen passen bij de verklaringen die daarover door [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zijn afgelegd. Gelet daarop betekent dat dat verdachte de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij iemand dodelijk zou treffen met de door hem afgevuurde schoten. Verdachte heeft getracht opzettelijk en na kalm beraad en rustig overleg [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] van het leven te beroven door met een vuurwapen een of meer kogels op hen af te vuren.
onder parketnummer: 18/830193-12
De officier van justitie heeft aangevoerd dat het onder 1 en 2 ten laste gelegde, te weten het medeplegen van de poging tot afpersing van [aangever 1] en de diefstal met geweld tegen [aangever 1] en [aangever 2], alsmede het medeplegen van de afpersing van [betrokkene 1] dan wel diens vrouw [betrokkene 3], wettig en overtuigend kan worden bewezen
Verdachte was in de boerderij aanwezig voordat [aangever 1] en [aangever 2] daar arriveerden, op het moment dat ze daar arriveerden en ook op moment dat [betrokkene 1] en zijn zoon de boerderij binnen werden gebracht. Verdachte was in de directe nabijheid van de slachtoffers. Verdachte heeft zelf geweld gebruikt en wordt aangewezen als één van de personen die een vuurwapen vast heeft gehad en daarmee ook heeft gedreigd en geslagen.
Uit de bewijsmiddelen kan worden afgeleid dat verdachte gedurende de drie dagen van dit voorval, een leidende rol heeft gespeeld. Door verdachte gegeven opdrachten werden uitgevoerd uit angst voor verdachte.
De officier van justitie wijst onder meer op de aangifte, de verklaringen van [aangever 2], [medeverdachte 4], [medeverdachte 3], [medeverdachte 7] en [medeverdachte 6].
De officier van justitie heeft aangevoerd dat het onder 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden voor wat betreft zowel het medeplegen van de afpersing als de diefstal met geweld tegen aangevers [aangever 1] en [aangever 2]. De officier van justitie wijst daarbij op de aangiften van [aangever 2] en [aangever 1]. Voorts wijst de officier van justitie op de verklaring van [getuige 1]. Daaruit blijkt dat [getuige 1] de nacht van de overval met zijn hond ter hoogte van [adres] liep en een deur dicht hoorde slaan. Hij zag een man lopen met een oranje plastic Albert Heijn tas met daarin twee laptops. Hij dacht “dit is niet goed” en is achter de man aangelopen. De man liep naar een VW Golf die bij de voetbalvelden geparkeerd stond. De man spreekt daar met drie mannen die bij de auto stonden en sprak met hen. Een van de mannen begon op hem te schelden.
Voorts wijst de officier van justitie op sporenonderzoek door de politie in en om de VW Golf. Daar werd een peuk aangetroffen naast de auto, waarop DNA zat van verdachte.
In de auto werden een ID kaart van [verdachte], een bankpas ING en bankpas ABN op naam van [verdachte] en een witte portemonnee met verschillende pasjes van [verdachte] aangetroffen.
Daarnaast wijst de officier van justitie op de verklaring van [getuige 4] die heeft verklaard dat zij van verdachte heeft gehoord dat hij betrokken was bij de overval.
Onder parketnummer 18/670078-12
De officier van justitie heeft aangevoerd dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden. De officier van justitie wijst op de aangiften en de verklaring van
[medeverdachte 2].
Standpunt van de verdediging
Onder parketnummer 18/670661-11
De raadsman heeft betoogd dat het onder 1 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend kan worden bewezen en dat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.
Er bevindt zich in het dossier geen technisch bewijs dat verdachte heeft geschoten. Als verdachte al een wapen had, dan was dit het wapen van het kaliber .22 mm. Van dit wapen zijn hulzen noch kogelpunten aangetroffen, terwijl de politie de plaats van het delict onafgebroken heeft beveiligd tot het technisch onderzoek was afgerond. Uit het technisch onderzoek is gebleken dat er van buiten naar binnen is geschoten door het raam op de eerste etage in de boerderij. Uit het onder zoek is niet gebleken dat vanuit de boerderij is geschoten.
Voorts zijn hulzen aangetroffen op de plaats waar [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] hebben gestaan.
Ook op grond van de getuigenverklaringen kan niet worden vastgesteld dat vanuit de boerderij is geschoten. De verklaringen van getuigen 2 en 3 dat de schoten van boven zijn gekomen, zijn onbetrouwbaar, nu deze niet wordt ondersteund door ander bewijsmateriaal.
Alleen [getuige 1] heeft verklaard dat hij heeft gezien dat verdachte vanuit het klapraampje heeft geschoten. Geen van de andere aanwezigen heeft verklaard te hebben gezien dat verdachte heeft geschoten. De verklaring is onbetrouwbaar en valt niet te rijmen met het proces-verbaal van bevindingen van 16 september 2011. Daarin wordt over de klapraampjes gerelateerd dat het “welhaast onmogelijk is dat er vanuit deze raampjes is geschoten”.
Voorts is niet zonder meer komen vast te staan dat het verdachte was die voor het raam stond. Geen van de andere aanwezigen heeft verklaard een schot te hebben gehoord dat binnen zou zijn afgevuurd. De verklaring van [medeverdachte 4] dienaangaande is onbetrouwbaar.
Mocht bewezen worden geacht dat er is geschoten vanuit de boerderij, dan ontbreekt het wettig en overtuigend bewijs dat het verdachte is geweest die heeft geschoten.
De raadsman heeft subsidiair betoogd dat met het lossen van het vermeende schot niet de aanmerkelijke kans heeft bestaan dat iemand dodelijk zou worden getroffen. Uit het dossier kan niet worden afgeleid dat er een gericht schot is geweest. Bovendien zou het vermeende schot zijn gelost op personen die buiten op het erf stonden van een boerderij. Bij het afvuren van een (bovenhands) schot op een aantal personen op een open terrein bestaat die aanmerkelijke kans niet. Bovendien kan het lossen van 1 schot niet tot gevolg hebben dat daarmee meerdere dodelijke slachtoffers gemaakt hadden kunnen worden.
Evenmin bestaat de kans dat iemand dusdanig wordt getroffen dat daardoor zwaar lichamelijk letsel ontstaat.
Er is geen sprake van voorbedachte raad. Verdachte was niet degene die de fysieke confrontatie heeft gezocht. Verdachte werd op 27 augustus 2011 onverwacht geconfronteerd met het bezoek van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2]. Voorts behoeft de vaststelling dat verdachte voldoende tijd heeft gehad om zich te beraden op het te nemen/genomen besluit de rechter er niet van te weerhouden aan contra-indicaties een zwaarder gewicht toe te kennen. Nu verdachte was overdonderd door de komst van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] heeft verdachte niet met voorbedachte raad gehandeld.
onder parketnummer: 18/830193-12
De raadsman heeft betoogd dat verdachte heeft bekend dat hij betrokken was bij de zaak Zeespin. Ook heeft verdachte verklaard dat hij geweld heeft gebruikt. Ten aanzien van de mate van geweld, de betrokkenheid en de initiërende rol kunnen kanttekeningen worden gemaakt. Dat verdachte de grote leider is en dat iedereen bang is voor hem is ongeloofwaardig. Het plan tot de ontvoering is door [medeverdachte 3] bedacht. Aan de uitvoering is door de hele groep vorm gegeven. Het beeld uit het dossier dat verdachte de leidinggevende rol had is niet feitelijk vast te stellen. [aangever 1] had er voor kunnen kiezen zich te distantiëren maar dat heeft hij niet gedaan. Dat duidt er op dat ook [aangever 1] betrokkenheid kan worden verweten.
De raadsman heeft betoogd dat het onder 3 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend kan worden bewezen. Er is een mes gevonden, een bivakmuts, een peuk van een joint en een sigarettenpeuk met het DNA van verdachte en een tweetal auto’s.
De verklaring van [getuige 4] wordt door verdachte betwist. Zij is geen directe getuige en zij heeft een belastende verklaring over verdachte afgelegd omdat hij is vreemdgegaan met haar nichtje.
De inhoud is voornamelijk afkomstig uit het geruchtencircuit.
De peuk waarop het DNA van verdachte is aangetroffen maakt dit niet anders. Verdachte heeft vaak in de auto gereden en dan rookte hij ook in de auto. De peuk zegt alleen dat verdachte die peuk heeft vastgehad dan wel in zijn mond gehad.
De raadsman verzoekt verdachte vrij te spreken.
Onder parketnummer 18/670078-12
De raadsman heeft betoogd dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend kan worden bewezen. De verklaringen van aangever zijn niet consistent en niet betrouwbaar. Op basis van de verklaring van [medeverdachte 2] kan wel de aanwezigheid van verdachte worden bewezen, maar niet dat hij de vernielingen heeft gepleegd.
Onder parketnummer 18/670661-11
Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat er geen wettig en overtuigend bewijs in het dossier aanwezig is voor de vaststelling dat verdachte vanuit de boerderij heeft geschoten. Uit het rapport van de Technische Recherche leidt de rechtbank af dat er een aantal hulzen is gevonden op de plaats van het delict, die eerder passen bij de wapens die door [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zijn gehanteerd dan bij het wapen dat met verdachte in verband is te brengen. Voorts past de vindplaats van de hulzen bij de verklaringen van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] over waar zij hebben geschoten. Er zijn geen sporen aangetroffen van gebruik van het wapen, dat met verdachte in verband is gebracht, terwijl niet aannemelijk is geworden dat verdachte de gelegenheid heeft gehad sporen, afkomstig van zijn wapen, op te ruimen. Bovendien is het vuurwapen, dat in verband wordt gebracht met verdachte, door de politie aangetroffen bij de boerderij. Het wapen is onderzocht en gebleken is dat de kogels zich nog in het wapen bevinden.
Door de Technische Recherche is slechts één inschot aangetroffen en wel in het raam op de eerste etage aan de achterzijde van de boerderij. De conclusie van de Technische Recherche is dat van buiten naar binnen is geschoten. Er is een beschadiging aangetroffen aan het raam en er is een projectiel aangetroffen in het plafond op de eerste etage.
Het technisch bewijs wordt ondersteund door de verklaring die door [getuige 1] is afgelegd bij de politie. Daarin heeft hij verklaard dat verdachte aanwezig was in de boerderij, maar niet dat hij heeft geschoten. De rechtbank acht deze verklaring betrouwbaar nu deze vlak na het schietincident is afgelegd. Voorts wordt het technisch bewijs ondersteund door de verklaringen van [medeverdachte 1]. Ook de verklaring van [getuige 3] dat hij ineens glasgerinkel hoorde en tegelijkertijd een schot, doet twijfel rijzen aangaande de vraag of verdachte heeft geschoten. Omdat de enige in het dossier beschikbare verklaring voor glasgerinkel het schot door het raam is, kan uit bedoelde verklaring worden afgeleid dat als eerste van buiten naar binnen werd geschoten. Dat gegeven ondergraaft de betrouwbaarheid van de verklaringen die zeggen dat als eerste van binnen naar buiten is geschoten.
De verklaring van [getuige 1] afgelegd bij de rechter-commissaris, inhoudende dat verdachte vanuit het klapraampje heeft geschoten, acht de rechtbank niet geloofwaardig. In dit verband wijst de rechtbank op het proces-verbaal van bevindingen van 16 september 2011, waarin wordt opgemerkt dat het welhaast onmogelijk is dat er vanuit deze klapraampjes is geschoten.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het onder 1 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen en zal de rechtbank verdachte daarvan vrij spreken.
onder parketnummer: 18/830193-12
De rechtbank heeft bij de beoordeling acht geslagen op de volgende bewijsmiddelen.
Daarbij is ieder bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts gebruikt met betrekking tot het feit of de feiten waarop het blijkens zijn inhoud in het bijzonder betrekking heeft.
Ten laste gelegde onder 1 en 2
De verklaring door verdachte op de terechtzitting afgelegd
Ik was het weekend van de gijzeling van [aangever 1] en [aangever 2] aanwezig in de boerderij. Het plan hebben wij samen bedacht. Ik heb ook klappen uitgedeeld. Ik zat in de douche verstopt. Het klopt dat [aangever 2] en [aangever 1] hun zakken moesten leeghalen. [aangever 1] had mij een kunstje geflikt. We hebben [betrokkene 1] en zijn zoon met een smoesje naar de boerderij gelokt namelijk dat hij goedkope hennep kon kopen. We hebben ze opgehaald.
[betrokkene 1] heeft € 15.000,- betaald. Het geld is door [aangever 1] opgehaald. Ik heb de helft van het geld gekregen.
Een proces-verbaal van aangifte d.d. 30 augustus 2011, opgenomen op pagina 8 e.v. van dossier nr. 01COP11005, d.d. 26 april 2012 van Regiopolitie Groningen (zaaksdossier Zeespin), inhoudende de verklaring van [aangever 1]
Op 29 juli 2011, omstreeks 21.00 uur was ik in de Mac Donald vestiging te Winschoten. [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] kwamen en ze spraken mij aan. Ze vertelden mij vrijwel direct dat ze een weedplantage wisten te zitten, dat ze deze leeg wilden halen en dat het verschaffen van de toegang kon met een sleutel die [medeverdachte 3] had. Ik wilde wel mee omdat ik wilde weten waar de plantage zat. Ik haalde [aangever 2] op en reed vervolgens terug naar de Mac Donalds en haalde daar [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] op. We reden vervolgens naar een boerderij in Tripscompagnie. [medeverdachte 4] en [aangever 2] zaten achter in. Ik reed en [medeverdachte 3] zat naast mij. Hij gidste mij naar de boerderij.
Binnen werd ik gelijk aangevallen door een aantal personen dat vermomd was met bivakmutsen. Ik werd geslagen en geschopt tegen mijn hoofd en rug. Ik probeerde via de trap te vluchten maar ik werd vastgepakt en teruggetrokken. Het slaan en schoppen ging door en ook werd ik geslagen met vuurwapens. Ik kwam hierdoor op de grond te liggen. Het op mij inslaan en intrappen ging gewoon door. Ik zag dat [aangever 2] ook klappen kreeg en werd geslagen maar in veel mindere mate als ik. Ik merkte en zag dat ik erg uit mijn mond begon te bloeden en voelde dat mijn tanden er los in stonden. Ik schreeuwde heel hard. Ik zag dat meerdere personen hierop een mes trokken en ik hoorde hen zeggen dat ik mij stil moest houden. Als ik dit niet zou doen dan dreigden ze een oor van mij af te snijden. Ik hield mij daarna stil. Ondertussen zat er al iemand op mij. Kort hierop werden mijn handen op mijn rug gebonden. Ik zag dat de handen van [aangever 2] ook op zijn rug werden gebonden.
Op een gegeven moment kregen [aangever 2] en ik een papieren zak over ons hoofd.
Ik hoorde hierop mensen tegen mij zeggen "geld geld geld". Ik hoorde ze zeggen "waar heb je je geld?". Ik hoorde ze vervolgens zeggen "hoeveel ligt er bij je vriendin?". Ik zei hierop dat ik 700 euro bij mijn vriendin had liggen. Ik kreeg hierop nog meer slagen, veel meer. Ik zag dat ik deze klappen kreeg van [medeverdachte 3], [verdachte] (Marokkaanse man met kale kop die iets kleiner is dan ik) en verder een derde man die constant een bivakmuts ophield. Deze derde man sprak gebrekkig Nederlands met een zware stem. Ik zag [verdachte] vervolgens terugkomen en ik zag dat ik meerdere pistolen op mijn hoofd kreeg. Ik zag dat [medeverdachte 3], [verdachte] en de man met de bivakmuts een pistool op mijn hoofd richtten. De man met de bivakmuts en [medeverdachte 3] hadden al die tijd al een pistool in hun hand. Ik hoorde en zag dat zo nu en dan dat de wapens werden doorgeladen. Ik hoorde [verdachte] zeggen dat ik moest regelen dat [betrokkene 1] naar de boerderij kwam.
Toen ik op de grond lag werd al mijn goederen weggenomen. Bij deze goederen had ik onder andere 320 euro. Dit bestond uit een (1) honderd euro biljet, vier vijftig euro biljetten en een (1) twintig euro biljet. Ik hoorde ze verder zeggen dat zij mijn simkaart door het midden hadden geknipt. Ik werd vervolgens de badkamer in gesleept. Ik hoorde hierop [medeverdachte 4] zeggen "je weet wel wie ik ben toch". Ik keek om en zag dat [medeverdachte 4] achter mij stond. Daarna werd mij de papieren zak weer om het hoofd gedaan. Ik had het door deze papieren zak benauwd. Ik kon hierdoor moeilijk ademen. Ik denk dat ik ongeveer 4 à 5 uren lang met een zak op mijn hoofd heb gelegen. Ik merkte dat er constant iemand mij in de gaten hield en dat de personen die mij in de gaten hielden elkaar aflosten doordat ik mensen heen en weer hoorde lopen. Ik hoorde hierbij ook dat er constant wapens werden doorgeladen. Ik zag dat [verdachte] voor mij stond en ik hoorde dat hij tegen mij zei dat ik [betrokkene 1] moest bellen.
Met een pistool op mijn hoofd moest ik zeggen dat ik [betrokkene 1] zou ophalen omdat een aantal studenten handel voor hem hadden. Ik hoorde [betrokkene 1] zeggen dat het tussen 01.00 uur en of 02.00 uur was en dat hij niet kwam omdat het zo laat was. Daarbij hoorde ik [betrokkene 1] zeggen dat hij gedronken had en dat [betrokkene 3], zijn vrouw, hem ook niet zou brengen. Ik zei tegen [betrokkene 1] "het is een mooie handel, wil je alsjeblieft komen". Dit herhaalde ik een aantal keren waardoor [betrokkene 1] er zat van werd en dat hij het gesprek beëindigde. Doordat het mislukte om [betrokkene 1] te lokken werden de mensen die mij gegijzeld hadden kwader en bedreigden zij mij met doodschieten. Ze brachten mij naar een andere kamer. Ik zag [aangever 2], [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4]. Ik kreeg ook een matras. Mijn benen werden die nacht vastgebonden met een sjaal van wit grijze kleur. Ik hoorde [medeverdachte 2] tegen mij zeggen "ik hoorde wat er met jou gebeurd was. Ik kwam deze kant op. Ik sta garant dat er niks meer met je gebeurt". Verder hoorde ik hem zeggen dat het allemaal goed kwam. Voordat [betrokkene 1] er was merkte ik dat mijn ketting mij was afgenomen. Ik denk dat er constant ongeveer 10 man in de woning waren. Dit waren onder andere, [verdachte], man met bivakmuts, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1], [medeverdachte 4], man met Gronings accent en een [naam]. Ongeveer een kwartier voordat [betrokkene 1] kwam, werd ik naar de gemeenschappelijke ruimte gebracht. [medeverdachte 2] was al deze tijd bij mij.
Toen [betrokkene 1] naar binnen werd gebracht hoorde ik een enorm kabaal bij de achterdeur. De muziek van de televisie moest toen op maximaal volume worden gezet. Mijn handen werden tevens vrij losjes op mijn rug gebonden. Er werd mij door [verdachte] verteld dat ik mee moest werken en dat ik tegen [betrokkene 1] moest zeggen dat zij twee (2) ton aan geld van hem moesten hebben. Ik heb dit vervolgens gedaan. Ik hoorde [betrokkene 1] zeggen "ik heb ja niks". Ik keek onder de onderkant van de zak door en ik zag dat [betrokkene 1] met zijn handen op zijn rug vastgebonden zitten. Ik zag tevens het zoontje van [betrokkene 1], genaamd [betrokkene 2], tegenover [betrokkene 1] aan de tafel zitten. Ik zag dat [betrokkene 2] ook een zak over zijn hoofd had gekregen en zijn handen op zijn rug waren vastgebonden. Ik zag dat [betrokkene 1] met een zak over zijn hoofd en met zijn handen vastgebonden op zijn rug naar boven werd gebracht. Ik zag dat [betrokkene 2] in het kamertje werd gebracht waar ik eerder had geslapen. [betrokkene 2] was nu niet meer vastgebonden. Ik moest hierop naar [betrokkene 2] toe. De zak was over het hoofd van [betrokkene 2] en hij was blij dat hij mij zag. Ik hoorde [betrokkene 2] zeggen dat hij met zijn moeder, [betrokkene 3], had gebeld en dat het goed kwam. Ik hoorde [betrokkene 2] zeggen dat ik geld moest gaan halen bij zijn moeder. Mijn gijzelnemers wilden eerst iemand anders naar [betrokkene 3] sturen maar [betrokkene 2] maakte hen duidelijk dat alleen ik geld kon krijgen bij [betrokkene 3]. Hierop kreeg ik van [verdachte] een pistool op mijn hoofd gericht. Ik moest hierop met [betrokkene 3] bellen. Ik hoorde [betrokkene 3] tegen mij zeggen dat ik alleen moest komen en als er iemand bij zou zijn dan zou zij deze overhoop schieten. Ik zei dat het goed was. De gijzelnemers kregen ruzie over wie met mij mee moest. Uiteindelijk ging [medeverdachte 3] met mij mee. Ik durfde geen politie te bellen bij [betrokkene 3] omdat er eerder door de groep was gedreigd dat als ik langer dan een kwartier bij [betrokkene 3] zou blijven dat [betrokkene 1] zou worden dood geschoten. Ik kwam bij [betrokkene 3] en ik zag dat [betrokkene 3] helemaal overstuur stond. Ze had het geld al klaar staan. Ze had het contant in de hand. Ik kreeg twee eurobiljetten van 500 euro en de rest bestaande uit 200 en 100 eurobiljetten.
Onderweg naar de boerderij zei [medeverdachte 3] dat hij later naar Winschoten zou komen en dat ik de eerder genoemde 3000 euro maar aan hem moest overhandigen. Ik mocht dit aan niemand vertellen behalve aan [verdachte]. Toen ik op de boerderij aankwam stond iedereen boven klaar. Ik overhandigde later het geld aan [verdachte].
Een proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 17 maart 2012, opgenomen op pagina 87 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [aangever 2]
[aangever 1] belde mij, hij vroeg of ik naar de McDonald’s wilde komen in Winschoten. Ik ben daar heen gereden, hij had iets voor mij of zo. Er is een wietplantage, daar is een sleutel van. Er waren nog twee jongens, [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4]. Deze jongens waren er al bij op de parkeerplaats bij de McDonald’s. Ze wilden niet precies vertellen waar we heen gingen. Er werden aanwijzingen gegeven aan [aangever 1], waar hij heen moest rijden. Het was ongeveer 8 uur ’s avonds op een vrijdag. [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] liepen voorop, ze zeiden dat ze een sleutel hadden, maar de deur was gewoon open. Toen gebeurde het, er waren ineens allemaal mensen. Ik zag dat [aangever 1] werd gepakt, [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] niet, ik kon nog ontsnappen maar later hebben ze mij gevonden. Ik zag al dat [aangever 1] boven aan de trap zat, met vastgebonden handen. Ik hoorde dat [aangever 1] zei: niet doen niet doen. Ik kon toen niet zien dat hij geslagen werd, later zag ik dat wel.
Een oudere man met een bivakmuts had de leiding. Later begreep ik dat hij [verdachte] heette. De anderen hadden bivakmutsen op, die zou ik niet herkennen. Toen zei [verdachte]: "geef hem er een", ik kreeg toen een zachte klap in mijn gezicht van een man met een bivakmuts. Ik kreeg een tas over mijn hoofd. Ik hoorde dat een man met een Gronings accent ons moest bekijken of wij de personen waren die wiet hadden geript. We hebben er wel een paar uur gezeten. We zaten mijn zijn tweeën op een matrasje. We hebben hier heel lang gezeten. Mijn gevoel zei dat de nacht voorbij was, ik hoorde de volgende dag de vogels fluiten en zo. [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] zijn de hele nacht bij ons geweest. [aangever 1] en ik mochten absoluut niet met elkaar praten. [verdachte] kwam de kamer binnen en zei dat wij niet mochten praten. Toen die [verdachte] binnen kwam had hij nog steeds die bivakmuts op. Vervolgens gingen we naar die kleine badkamer. Ik had op dat moment wel weer een tas over mijn hoofd. [verdachte] en ik waren alleen in die kleine badkamer, ik zag dat hij zijn bivakmuts van zijn hoofd haalde. Ik hoorde hem zeggen, kijk dit ben ik. [medeverdachte 4] moest van [verdachte] pizza’s halen. [aangever 1] en ik moesten van [verdachte] naar onze vriendin bellen en zeggen dat we in een hotel zaten in Amsterdam, zodat ze ons niet op zouden geven als vermist.
Zondag moest [aangever 1] die [betrokkene 1] weer bellen. [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] zeiden tegen mij dat ik die [betrokkene 1] op moest halen. Ze hadden afluisterapparatuur in de auto geplaatst en ik moest de namen en het adres van mijn vader en moeder voor ze opschrijven. Als ik wat zou proberen zouden ze me op komen zoeken. Dat papiertje moest ik aan [verdachte] geven. Ik moest samen met [medeverdachte 4] in de auto van [aangever 1] om die [betrokkene 1] op te halen. Dat is [betrokkene1]. De zoon van [betrokkene 1] ging ook mee. [betrokkene 1] liep achter mij naar binnen gevolgd door zijn zoon en [medeverdachte 4]. Bij de boerderij liep ik naar binnen, gevolgd door [betrokkene 1] en zijn zoon en [medeverdachte 4]. Toen we binnen kwamen werden we besprongen door allemaal mensen. Op een gegeven moment werd ik naar de ruimte gebracht waar [betrokkene 1] en zijn zoon waren, Ik had weer een zak over mijn hoofd en mijn handen waren weer vast gebonden. Ik zag dat er meerdere personen met vuurwapens liepen. Ik heb sowieso drie vuurwapens gezien. Alle personen droegen op dat moment bivakmutsen, Ik denk dat er buiten, [medeverdachte 4] en [verdachte] nog vier personen in die ruimte waren met bivakmutsen op. Ik heb gezien dat [betrokkene 1] en zijn zoon zijn geslagen. In die kamer was dus die [verdachte], [medeverdachte 2] en een blanke jongen die ik niet ken. Hij droeg een groen Adidas trainingspak. Op een gegeven moment kwamen die jongens met die bivakmutsen die kamer waar ik was weer in. Ik hoorde die personen zeggen, hij wil niet praten. Ik zag dat ze stanleymesjes en kniptangen pakten en de kamer van [betrokkene 1] en zijn zoon binnen gingen. Die personen waren daarvoor ook al in dat kamertje geweest. Toen die mannen dat kamertje in gingen hoorde ik daarna ook allemaal geschreeuw, "niet doen, niet doen". De zoon van [betrokkene 1] werd later in een ander kamertje gezet, zodat ze elkaar niet konden horen. Ik hoorde dat ze opnieuw met [betrokkene 1] gingen praten, die personen met de bivakmutsen kwamen weer die kamer uit. Ik hoorde de personen zeggen dat ze klaar waren, er zou geld komen van [betrokkene 1]. Ik heb begrepen dat het om 15000,- euro ging. [verdachte] zei tegen [aangever 1] dat hij dat geld op moest halen bij de vrouw van [betrokkene 1]. Toen [aangever 1] terug kwam had hij het geld bij zich in een enveloppe. [verdachte] ging met die andere personen dat geld tellen, dat bedrag bleek te kloppen. Er werden van allerlei spullen bij elkaar gepakt, de telefoons, vuurwapens, messen, stanleymessen, kniptangen alles. Dit deed de jongen in het groene trainingspak. Wij mochten hierna gaan.
Kort hierna stapten [betrokkene 1] en zijn zoon achter in de auto van [aangever 1]. Ik zag dat [betrokkene 1] flink klappen had gehad, ik zag dat hij bloed in zijn gezicht had. [betrokkene 1] heeft met zijn zoon de hele zondag in de boerderij gezeten en wij het hele weekend. Bij de groep van [verdachte] hoorden [medeverdachte 2], [medeverdachte 4], [medeverdachte 3], de jongen die Gronings sprak, de jongen met het groene trainingspak en een jongen met bivakmuts en een wollen colbert. U toont mij een aantal foto’s. Daarop herken ik 1. [medeverdachte 4], waarover ik heb gesproken in mijn verklaring, 3 [verdachte], waarover ik in mijn verklaring heb gesproken, 4, [aangever 1], 5 [medeverdachte 2], die zat in de kamer, 6 [medeverdachte 1], 10 [medeverdachte 3]. [aangever 1] heeft nog wel geld betaald, 3000,- euro of zo.
Een proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 4] d.d. 20 maart 2012, opgenomen op pagina 102 e.v. van het persoonsdossier V03 [medeverdachte 4]
[verdachte] heeft gezegd dat [medeverdachte 3] en ik [aangever 1] mee moesten nemen naar de boerderij in Tripscompagnie. We moesten met [aangever 1] afspreken bij de McDonald’s. Toen we binnen kwamen bij de badkamer vloog de deur open. Er kwamen drie mannen te voorschijn met bivakmutsen. Die begonnen ons direct te slaan. Ik heb gezien dat [verdachte] en [medeverdachte 2] daar aanwezig waren. [verdachte] had de leiding. In totaal waren er 8 mensen. [verdachte] zei tegen ons dat het net zo moest lijken dat wij bij [aangever 1] en [aangever 2] hoorden. [aangever 2] zat bij mij in de slaapkamer. [verdachte] had mij verteld dat ze [aangever 1] moesten hebben en dat [aangever 2] er niets mee te maken hadden. Toen [aangever 2] bij mij in de slaapkamer kwam werd hij vastgebonden door [verdachte]. Ze kregen een zak over het hoofd. [verdachte] had in het begin een bivakmust op maar deed in een later stadium zijn bivakmuts af. [verdachte] zei tegen [aangever 1] dat hij geld wilde zien. [aangever 1] zei dat hij geen geld had maar wel een kamper wist in Groningen. [aangever 1] heeft een paar keer gebeld. Ik sliep bij [aangever 1] en [aangever 2] op de kamer. Het klopt dat [aangever 1] en [aangever 2] op de bovenverdieping werden vast gehouden in een kamer en dat zij werden bewaakt door mij en [medeverdachte 3]. Toen [verdachte] binnenkwam moest het stil zijn. [aangever 1] en [aangever 2] moesten in opdracht van [verdachte] bellen naar hun vriendinnen en ze moesten zeggen dat ze in een hotel in Amsterdam waren.
In opdracht van [verdachte] heb ik pizza gehaald samen met [medeverdachte 7]. [verdachte] schreeuwde dat ik de verkeerde pizza’s had besteld. Toen zei ik tegen [verdachte] dat [medeverdachte 2] dat tegen mij had gezegd. Ik had toen wel door dat ik [medeverdachte 2] er ook bij verlinkt had. [verdachte] zei tegen mij dat ik dom had gedaan om de naam van [medeverdachte 2] te noemen want nu wisten [aangever 1] en [aangever 2] dat [medeverdachte 2] er ook bij was.
[verdachte] had een vuurwapen toen wij voor de eerste keer in de boerderij kwamen. [aangever 1] en [aangever 2] moesten alles afgeven. [aangever 1] had een bloedlip, hij had schrammen op zijn gezicht en was 1 of 2 tanden kwijt. [aangever 1] vertelde mij dat [verdachte] had geprobeerd om een oor van het hoofd van [aangever 1] af te knippen. De volgende dag, zondag, haalde ik samen met [aangever 2] [betrokkene1] uit Groningen naar Tripscompagnie. [betrokkene 1] stapte in de auto met zijn zoontje. Die zoon begon heel vrolijk met mij te praten of de handel, de weed zeg maar, goed was. Ik vond dat vreselijk omdat ik wist wat er in die boerderij ging gebeuren. Toen we de boerderij binnenkwamen kwamen [verdachte], [medeverdachte 7] en nog een gast er uit met een zwart Gucci trainingspak aan en een witte Armanisjaal voor zijn hoofd. [verdachte] en [medeverdachte 7] hadden elk een vuurwapen in handen. [verdachte] had een zilverkleurig vuurwapen in zijn handen en [medeverdachte 7] had een zwart vuurwapen volgens mij. [medeverdachte 7] had een bivakmuts op en een groen vest aan. [betrokkene 1] en zijn zoon zijn geslagen en met vuurwapens bedreigd. Er zou betaald worden en [aangever 1] moest met [medeverdachte 3] het geld gaan halen bij de vrouw van die kamper. Het zoontje van [betrokkene 1] moest van [verdachte] bellen met zijn moeder en hij moest van [verdachte] zeggen dat [verdachte] 15.000 Euro nodig had. [aangever 1] en [medeverdachte 3] gingen het geld ophalen. [aangever 1] gaf het geld aan [verdachte]. Gezegd werd dat het € 15.000,- was. Ik kreeg van [medeverdachte 2] naderhand € 500,- als zwijggeld.
Het klopt dat [medeverdachte 1] bij dat Esso station was, toen [aangever 1] daar gestopt was op weg naar de boerderij in Tripscompagnie. Ik heb gezien dat [verdachte] [aangever 1] sloeg. Ik hoorde dat [betrokkene 1] werd geslagen. [aangever 1] had schrammen en een bloedlip en ½ tanden los. [betrokkene 1] had een snee in zijn voorhoofd. De gijzeling heeft 3 dagen en 2 nachten geduurd voor [aangever 1] en [aangever 2] en voor [betrokkene 1] en zijn zoon de zondag.
Een proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 3] d.d. 22 maart 2012, opgenomen op pagina 78 e.v. van het persoonsdossier V14 O. [medeverdachte 3]
Het plan is 2 dagen voor de gijzeling ontstaan. Daarbij waren [verdachte], [medeverdachte 1], [medeverdachte 2], [medeverdachte 4], een Turkse jongen uit Delfzijl en ik. Onder dwang van [verdachte] moesten [medeverdachte 4] en ik [aangever 1] halen. Ik had een sleutel van [verdachte] gekregen. We hadden [aangever 1] gebeld en afgesproken bij de McDonald’s in Winschoten. We vertelden [aangever 1] dat we een weedplantage wisten en dat we die zou gaan rippen. [aangever 1] voelde daar wel voor. [aangever 1] ging toen [aangever 2] halen. Onderweg naar de boerderij kwamen we [medeverdachte 1] tegen op de A7. Bij de boerderij zijn we naar binnen gegaan en toen hoorde ik [verdachte] schreeuwen. Ik hoorde later dat [medeverdachte 6] de deur achter ons dicht moest doen. Er was afgesproken dat ik alleen met hun naar boven zou lopen. Plotseling ging de deur van de badkamer open en ik zag een manspersoon uit de badkamer komen. Dat was [verdachte] want ik herkende hem aan zijn stem. Die Turkse jongen was er ook bij maar zijn naam ken ik niet, ik weet wel dat hij gestoken is geweest door een Antilliaans meisje en hij heeft een tatoeage op een van zijn handen een AK-47. Boven kwamen [verdachte] en die Turkse jongen uit de badkamer.
[verdachte] en die Turkse jongen begonnen ons direct te slaan. [aangever 1] kreeg klappen maar [medeverdachte 4] en ik ook. [aangever 2] was ontsnapt maar ik heb hem opgehaald. Ik zei tegen [aangever 2] dat [verdachte] alleen met [aangever 1] wilde praten omdat [aangever 1] de plantage van [verdachte] had geript. Ik ben daarna met [aangever 2] weer naar binnen gegaan en we zijn weer naar boven gelopen. Ik zag dat [aangever 1] boven zat en dat zijn handen waren vast gebonden. [verdachte] en die Turk waren bij [aangever 1], ik was bij [aangever 2]. Ik nam plaats samen met [aangever 2] in een andere hoek van de overloop. [verdachte] zei dat [aangever 2] zijn spullen moest afgeven. [aangever 2] wilde dat niet en toen kwam die Turkse jongen en die sloeg [aangever 2] Later sloeg die Turkse jongen [aangever 1]. Dat hoorde ik. Ze moesten hun spullen afgeven. [verdachte] en de Turkse jongen waren beide gemaskerd. [verdachte] heeft [aangever 1] vastgebonden en heeft hem naar de badkamer gebracht. Ik moest mee naar binnen. [verdachte] had een McDonald’s tasje en die deed hij over het hoofd van [aangever 1]. Ik moest van [verdachte] op [aangever 1] letten. De Turk had een zwart Gucci-pak aan en een bivakmuts op zijn hoofd. Het was een zwart Gucci trainingspak. Ik zag dat [aangever 2] in die badkamer was en dat [medeverdachte 4] er vlak bij in de gang stond. Ik ben de badkamer ingegaan en zag dat [aangever 2] ook vastgebonden was aan zijn handen. [medeverdachte 2] was in de woonkamer, [medeverdachte 6] en de vriendin van [medeverdachte 6], [naam] of zoiets lag te slapen. [medeverdachte 1] gaf via de ping opdrachten aan [medeverdachte 2] en die vertelde dat aan [verdachte]. [verdachte] had twee pistolen een zwarte en een zilverkleurige. [medeverdachte 4] en ik moesten van [verdachte] bij [aangever 1] en [aangever 2] slapen. Er stond een bank buiten de slaapkamer, vlakbij de deur. [verdachte], [naam], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 6] zaten op die bank. De volgende ochtend was het zaterdag. [aangever 1] moest een man bellen uit Groningen. [verdachte] wilde 1 of 2 ton.
[medeverdachte 4] en ik hebben pizza’s gehaald. De rol van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] was dat zij met informatie over [aangever 1] kwamen, zodat [verdachte] [aangever 1] onder druk kon zetten. Toen we terugkwamen waren [medeverdachte 1], [medeverdachte 2], [verdachte] en die Turk aanwezig. Op zondag is die man uit Groningen gehaald. Er was een plan gemaakt voor als die man er zou zijn. Daar waren bij [medeverdachte 1], [medeverdachte 2], die Turkse jongen, [verdachte], ik. Volgens mij zei iemand dat "ze" er aan kwamen. [verdachte] zei dat iedereen naar beneden moest. We liepen naar beneden en stonden in de kleine gang. Iedereen had zijn gezicht bedekt met hetzij een bivakmuts of een sjaal. We stonden volgens mij met vier man beneden te wachten tot zij binnen kwamen. Wij stonden in de gang. "Zij" kwamen binnen. [verdachte] was in de badkamer beneden. [verdachte] had een vuurwapen bij zich zodat die man geen kant meer op kon. Zij liepen de gang in en gingen voorbij de badkamer beneden. Dus [verdachte] benaderde het groepje van achteren. De Turk liep voorop met een pistool. [verdachte] liep dus achteraan met een pistool.
Ik zag dat de deur van de hal open gaat en dat [medeverdachte 4] voorop loopt en dat de kamper achter hem loopt. Op dat moment drukt die Turkse jongen met een vuurwapen in zijn hand [medeverdachte 4] en de kamper terug de hal in. Ik zag dat er nog iemand bij was die later de zoon van de kamper bleek te zijn. [verdachte] kwam uit de badkamer en sloot de route naar buiten af. [verdachte] was gemaskerd en had een vuurwapen in zijn hand. [verdachte] en die Turkse jongen riepen tegen de kamper en zijn zoon dat ze op de grond moesten gaan liggen. Er werd met de vuurwapens gericht en ze moesten onder dwang gaan liggen. Toen werden ze vast gebonden. [verdachte] zei tegen mij dat ik die kamper moest vastbinden. Dat deed ik ook. Ik deed dat met een stuk touw welke ik kreeg van [verdachte]. [medeverdachte 2] bond die jongen vast. Het was een lang stuk touw en [medeverdachte 2] sneed eerst het touw in tweeën. [verdachte] en die Turkse jongen stonden tijdens het vastbinden met hun vuurwapens gericht op de kamper en zijn zoon. De kamper en zijn zoon werden naar boven gebracht. Die zoon ging naar de slaapkamer met die matrassen en die kamper zelf ging naar de slaapkamer met het bed. Ik bleef bij die vader en [medeverdachte 4] was bij die zoon. [verdachte] liep aldoor tussen de beide slaapkamers heen en weer. [verdachte] sloeg en schopte de vader, ook met de achterkant van zijn pistool. [verdachte] schreeuwde dat hij 2 of 3 ton wilde hebben. De vader zei dat hij 15.000 Euro kon betalen. Ik moest in opdracht van [verdachte] samen met [aangever 1] naar Groningen rijden. [aangever 1] zette mij af en hij ging er alleen heen. Toen hij terug kwam had hij een pakketje met geld en toen zijn we terug gereden. Ik zag dat [aangever 1] het geld aan [verdachte] gaf. Het was een pakketje met bankbiljetten er zat niets om heen.
[medeverdachte 7] was er ook bij. Dat is een jongen in een groen trainingspak.
We gingen toen weg. [medeverdachte 2], [verdachte], [medeverdachte 1], die Turkse jongen en [medeverdachte 4] zaten in de witte Citroën en [medeverdachte 7] reed in een groene Opel Astra diesel van 99, dat is de auto van [medeverdachte 2] samen met mij. We zijn met ons allen naar Groningen gereden en later troffen wij elkaar bij een shoarma tent in Groningen.
Een proces-verbaal van verhoor W.R. [medeverdachte 7] d.d. 30 maart 2012, opgenomen op pagina 76 e.v. van het persoonsdossier V12 [medeverdachte 7]
Eind juli begin augustus 2011 was ik met [medeverdachte 1], [medeverdachte 2], [medeverdachte 3], [medeverdachte 4],[verdachte] en een mij onbekende persoon op de bovenverdieping van de boerderij in Tripscompagnie. [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] gingen weg. Na een tijd hoorde ik dat de achterdeur van de boerderij hard werd dichtgeslagen en hoorde ik beneden een hoop lawaai en geschreeuw. Ik zag in de badkamer drie personen met sjaals voor hun mond en mutsen over hun hoofd. Verder zag ik dat er een persoon op de grond zat met een zak over zijn hoofd. Ik wist dat de vermomde personen in de badkamer [verdachte], [medeverdachte 3] en de mij onbekende persoon waren omdat ik hen hoorde schreeuwen en hun stemmen herkende. Ook herkende ik hen aan hun kleding.
Toen ik de gang in kwam zag ik dat [verdachte] uit de badkamer stapte. In de gang waar de WC zit gekomen zag ik [medeverdachte 4] bij de deur van het washok zitten. Hij vertelde mij dat er twee personen waren opgesloten. Deze personen waren volgens hem met een smoes naar de boerderij gelokt. De smoes was volgens [medeverdachte 4] dat er weed in de boerderij te koop zou zijn.
[medeverdachte 2] zat in kamer op de bank. Ik zat lang met [medeverdachte 2] op de bank. Inmiddels had ik uit de gesprekken die er plaats vonden tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] op gemaakt dat een van de gegijzelde jongens [aangever 1] was. Op een gegeven moment hoorde ik de deur van de badkamer, de deur van de kamer en tenslotte de deur van een slaapkamer. Ik kreeg de indruk dat de persoon die in de badkamer had gezeten naar een slaapkamer was gebracht. Inmiddels had ik uit de gesprekken die er plaats vonden tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] op gemaakt dat een van de gegijzelde jongens [aangever 1] was. Een tijdje later hoorde ik dat de deur van de kamer weer open gaan gevolgd door de deur van een van de slaapkamers. Ik zag dat [medeverdachte 4] de woonkamer binnen kwam. Ik leidde hieruit af dat de tweede gegijzelde persoon ook naar de slaapkamer was gebracht. Kort hierop hoorde ik [verdachte] [medeverdachte 4] roepen. Ik hoorde dat [verdachte] tegen [medeverdachte 4] zei dat hij de slaapkamer in moest gaan. [medeverdachte 3] kwam de woonkamer vervolgens ook binnen. Hij was nog steeds vermomd. De volgende dag zag ik dat [verdachte] in de keuken was en dat [medeverdachte 2] op de bank lag te slapen. Kort hierop zag ik [medeverdachte 3] en [verdachte] in de woonkamer.
U toont mij een aantal foto’s.
De persoon op bijlage 1 is [medeverdachte 4]. Hij was bij de gijzeling aanwezig.
De persoon op bijlage 3 is [verdachte]. Hij had de leiding bij de gijzeling.
De persoon op bijlage 5 is [medeverdachte 2]. Hij was bij de gijzeling aanwezig.
De persoon op bijlage 6 is [medeverdachte 1]. Hij was bij de gijzeling aanwezig.
De persoon op bijlage 8 heb ik wel eens gezien. Volgens mij was hij bij de gijzeling aanwezig. Dit is de persoon die ik hiervoor heb benoemd als de mij onbekende man. Ik weet dit omdat hij op het laatst van de gijzeling zijn vermomming af deed en ik zijn gezicht zag.
De persoon op bijlage 10 is [medeverdachte 3]. Hij was bij de gijzeling.
De tweede dag hoorde ik [verdachte] en [medeverdachte 3] praten dat er iemand gebeld moest worden waar ze geld van wilden afpersen. Deze man moest ook naar de boerderij worden gelokt. 's Avonds kwam [verdachte] naar mij toe met de vraag of ik de man die ze naar de boerderij wilden lokken wilde gaan ophalen in Groningen met een auto. Dit was de man die door [aangever 1] was gebeld.
Ik reed met de auto naar de aangegeven plaats. Op de afgesproken plek trof ik een man. Ik sprak de man aan en zei dat [aangever 1] mij had gestuurd om hem op te halen. De man gaf aan morgen te komen. Ik reed hierop terug naar de boerderij in Tripscompagnie. Ik liep naar [verdachte] en zei tegen hem dat de man niet mee wilde en dat hij morgen zou komen. Op dat moment waren in de woonkamer in elk geval [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2]. De volgende dag gingen [aangever 1] en [medeverdachte 4] de man ophalen. [verdachte], [medeverdachte 3] en de man van bijlage 8 verlieten de woonkamer. Voordat ze dit deden vermomden ze zich met sjaals en mutsen. Na een tijd hoorde ik veel lawaai beneden. Ik hoorde geschreeuw. Ik hoorde onder andere: "Ga op de grond liggen". Verder hoorde ik dat er een worsteling plaats vond. Ik kon dit alles horen omdat het in boerderij erg gehorig is. Ik zag dat [verdachte], [medeverdachte 3] en de onbekende persoon in de badkamer stonden. Ik zag dat er een man tegen de verwarming in de badkamer zat. Ik zag dat deze man geblinddoekt was. Ik zag dat er een persoon met een zak over zijn hoofd in het washok zat.
Er is € 15.000,- betaald en toen konden de gegijzelden weer vertrekken. Ik heb 250 euro gekregen van [verdachte]. Dit was omdat ik naar Groningen was gereden. Verder hebben de man van bijlage 8 en [medeverdachte 1] geld gekregen van de 15.000,- euro.
Een proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 7] d.d. 1 april 2012, opgenomen op pagina 84 e.v. van het persoonsdossier V12 [medeverdachte 7]
Op de derde dag hoorde ik lawaai. Ik bleef toen in de woonkamer, tv kijken samen met [medeverdachte 2]. [medeverdachte 2] zette het geluid van de tv harder. Ik zag dat de man die ik de dag ervoor moest ophalen uit Groningen in één van de slaapkamers werd geduwd door [medeverdachte 3], [verdachte] en de man van bijlage 8. Later kwam [verdachte] weer in de woonkamer en deed zijn vermomming af en ik zag dat hij helemaal bezweet was. [verdachte] had een grijze muts en een grijze sjaal als vermomming, ik dacht van het merk Armani. Ik hoorde gesprekken tussen [verdachte] en [medeverdachte 3] dat de man geld moest betalen. Dat de man veel geld had. Ik hoorde [verdachte] tegen [medeverdachte 2] zeggen dat het niet lang meer ging duren. Ik kon horen dat ze tegen de man schreeuwden. Ik kon horen dat er tegen de man werd gezegd dat hij moest bellen of dat er anders iets ging gebeuren. Ik heb later ook gehoord dat [verdachte] hem toen bedreigd heeft met een schaar. Ik heb gehoord dat [verdachte] de man dreigde een oor af te knippen. Ik heb gezien dat [verdachte] naar de keuken ging om iets uit de keukenla te halen. Omdat er werd geschreeuwd dat [verdachte] de man een oor wilde afknippen, dacht ik dat hij een schaar ging ophalen. Ik heb ook gehoord dat [verdachte] tegen de man schreeuwde dat als de man niet ging bellen en niet ging betalen dat hij het zoontje van de man iets zou aandoen. Uiteindelijk heeft de man gebeld. Het geld is toen opgehaald. Ik zat op dat moment in de kamer met [medeverdachte 2]. [verdachte] beslist dan dat alle gegijzelden vrij gelaten mogen worden. [verdachte] heeft mij toen opdracht gegeven om de woonkamer op te ruimen.
We reden toen weg en later troffen we [verdachte], [medeverdachte 2], [medeverdachte 4] en de man van bijlage 8. We gingen naar een shoarmazaak. Ik ging met [verdachte], [medeverdachte 3], [medeverdachte 2] en de man van bijlage 8 weg. [medeverdachte 4] werd afgezet bij de witte Citroen. In de auto kreeg de man van bijlage 8 geld van [verdachte], volgens mij iets van 1500 euro. Vlak voordat ik thuis was kreeg ik mijn geld, 250 euro. Twee dagen later moest ik van [medeverdachte 3] het pistool in het water gooien.
Ik herinner me dat [verdachte] zenuwachtig heen en weer liep en dat hij dan naar [medeverdachte 2] liep en dat [medeverdachte 2] toen aan [verdachte] een bericht op zijn telefoon liet zien.
Een proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 5] d.d. 8 maart 2012, opgenomen op pagina 82 e.v. van het persoonsdossier V 08 [medeverdachte 5]
Mijn roepnaam is [medeverdachte 5]. De tatoeage AK-47 heb ik zo’n 5 jaar.
Een proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 6] d.d. 11 april 2012, opgenomen op pagina 52 e.v. van het persoonsdossier V 09 [medeverdachte 6]
Ik hoorde van [verdachte] dat ze degene die het weedhok geript had zijn geld of de weed zouden afpakken. [verdachte] vertelde dat er twee jongens zouden komen. [medeverdachte 3], [medeverdachte 4] en [verdachte] waren bij dat overleg en ook [medeverdachte 5] op bijlage 8. Heeft een tatoeage op zijn hand. [medeverdachte 1] is pas later gekomen. [verdachte] was vermomd met een wit met grijze Armani sjaal en een muts.
Boven aan de trap zag ik dat er twee mij onbekende jongens met hun buik op de grond lagen. Ik zag dat hun handen op de rug waren vast gebonden Ik zag dat bij de jongens een persoon stond die ik herkende als [medeverdachte 5], hij was ook vermomd. [medeverdachte 5] droeg een glimmend Gucci pak, ik heb zelf ook zo’n pak. De jongen in het Gucci pak herken ik ook van de foto op bijlage 8. [medeverdachte 2] zat ook in die woonkamer. Ik zei tegen hem ik heb hier geen zin in. Ik hoorde [medeverdachte 2] zeggen: "[medeverdachte 6] waarom denk je dat ik hier zit, ik heb hier ook geen zin in".
Ik moest van [verdachte] namen noemen in het Gronings. [medeverdachte 1] was er op dat moment ook, die fluisterde die namen in het oor van [verdachte]. Ik denk dat dit omstreeks 02.00 of 03.00 uur in de nacht was. Ik begreep dat ze geld van die twee jongens wilde hebben maar dat deze jongens helemaal geen geld hadden. Ik hoorde één van de jongens zeggen: "ik heb het niet, ik heb het niet.". Op het moment dat ik dit tegen die jongens moest zeggen, stonden hier bij [verdachte], [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3]. Rond 07.00 uur ben ik weg gegaan.
Ik heb die jongens horen krijsen als speenvarkens. Ook klonk het alsof ze klappen kregen. Ze hadden vooral die ene jongen nodig, de jongen die niet is weggelopen.
Een proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 28 augustus 2011, opgenomen op pagina 100 e.v. van voornoemd dossier Zeespin, inhoudende de verklaring van [getuige 5]
Ik huur de woning aan de [adres] te Tripscompagnie. Ik hoorde twee of drie weken geleden op een zaterdag dat er iemand klappen kreeg, ik hoorde een jongen huilen. Het was rond 23.30 uur, ik hoorde het geluid van een harde slag op mensenhuid, ik kan dit niet omschrijven. Er werd luid geschreeuwd en gehuild. Het gehuil klonk als een Nederlandse jongen. De herrie ging de hele nacht door. Zondagochtend ging ik weg, toen ik 's middags terug kwam was de ruzie nog gaande.
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 maart 2012, opgenomen op pagina 25 e.v. van voornoemd dossier Zeespin,
[betrokkene 3] verklaart dat zij uit angst geen aangifte willen doen. Zij wil eerst met [betrokkene1] overleggen. Ik deelde haar mede dat wij kwamen in verband met de gijzeling van haar man [betrokkene1] en haar zoontje [betrokkene 2] in juli/augustus 2011 en de betaling van losgeld voor hun vrijlating. Wij hoorden haar hierop zeggen: "Dat jullie hier nu pas voor komen. Het is al meer dan een half jaar geleden. Ik heb inderdaad geld betaald en het kostte mij veel moeite om het geld bij elkaar te krijgen. Voor [betrokkene 2] is het een erg traumatische gebeurtenis geweest en zijn gedrag is na de gijzeling veranderd. Hij zit er volgens mij nog steeds heel erg mee, maar praat er niet over." We zagen dat ze bij het uitspreken van de woorden in tranen uit barste. Wij hoorden [betrokkene 3] hierop zeggen:" We willen wel aangifte doen, maar onze veiligheid is niet gewaarborgd. We zijn bang dat men [betrokkene 2] iets aan gaat doen op het moment dat we wel aangifte doen. “
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Uit de gebezigde bewijsmiddelen vloeit naar het oordeel van de rechtbank voort dat verdachte in het weekend van 29 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011 aanwezig is geweest in de boerderij [straat] te Tripscompagnie. Uit de verklaringen van verdachte zelf, [medeverdachte 4], [medeverdachte 3], [medeverdachte 7] en [medeverdachte 6] leidt de rechtbank af dat verdachte een actieve rol heeft gespeeld bij de afpersing in de boerderij. Verdachte was betrokken bij het maken van de plannen om [aangever 1] naar de boerderij te lokken en hem af te persen. Uit de verklaringen van [aangever 1] en [aangever 2] leidt de rechtbank af dat verdachte vermomd was en ernstig geweld heeft uitgeoefend op de slachtoffers. Zo heeft verdachte de slachtoffers vastgebonden, met vuurwapens bedreigd en geslagen. De verklaringen van [aangever 1] en [aangever 2] worden ondersteund door de verklaringen van de medeverdachten. Vrijwel alle medeverdachten hebben verklaard dat verdachte degene was die de opdrachten gaf. Zo heeft verdachte opdracht gegeven om [betrokkene 1] te bellen en om [betrokkene 1] op te halen. Toen [betrokkene 1], samen met zijn zoon, eenmaal in de boerderij was, is opnieuw veel geweld gebruikt en is er gedreigd met vuurwapens door verdachte. Bovendien heeft verdachte [betrokkene 1] gedreigd met het afknippen van oren dan wel vingers. Verdachte heeft eveneens opdracht gegeven om het geld bij de vrouw van [betrokkene 1] op te halen. Verdachte heeft voorts een bepalende rol gespeeld bij de verdeling van het geld dat van [betrokkene 3] is ontvangen.
Gelet op het voorgaande en de gebezigde bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan. De rechtbank zal het onder 1 ten laste gelegde splitsen in een A en B gedeelte.
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde
Een proces-verbaal van aangifte d.d. 11 december 2011, opgenomen op pagina 22 van dossier nr. 01COP11009 d.d. 26 april 2012, inhoudende de verklaring van [aangever 1]
Op 11 december 2011 omstreeks 04.15 uur gaf [aangever 2] mij een duw. [aangever 2] zei: '[aangever 1], [aangever 1], [aangever 1]'. Ik werd wakker en zag een man met een bivakmuts in mijn slaapkamer staan. Ik zag dat deze man een mes in zijn handen had. Het mes omschrijf ik als een soort scherp keukenmes met een zwart handvat. Het mes zal ongeveer 30 tot 35 cm lang zijn geweest. Vervolgens kwam nog een man de slaapkamer binnen. Deze man droeg een gladde glimmende jas met hoge kraag. De man met de bivakmuts op zei toen: 'Ik wil met jou zaken doen' en hield het eerder genoemde mes in onze richting. Beide mannen stonden op dat moment aan het voeteneind van het bed. De man met de bivakmuts zei dat hij getipt was door iemand en deze gezegd had dat ik een hele grote hennepplantage zou hebben'.
Ondertussen zag ik dat de tweede man, dus de man met de gladde glimmende jas mijn broekzak leeghaalde. Ik zag dat deze man mijn portemonnee pakte en de bankbiljetten, in totaal 80 Euro eruit haalde. Tevens pakte hij mijn twee mobiele telefoons. De man met de gladde glimmende jas deed de bankbiljetten en de twee telefoons in zijn broekzak. Ik moest mijn beide handen boven de dekens doen. Ik zei tegen de man dat ik wel een tentje had waarin ongeveer 10 tot 16 hennepplanten zaten. Dit tentje stond op de eerste voorste slaapkamer. Ik mocht uit bed komen en moest met de man met de bivakmuts en het mes mee lopen naar deze slaapkamer. De andere man in de gladde glimmende jas hield [aangever 2] in de gaten. In de voorste slaapkamer deed ik het licht aan en opende het tentje en liet de man de hennepplanten zien. Daarbij zei ik: 'Dit is alles wat ik heb'. De man werd vreselijk kwaad. Hij begon te vloeken. Ik zei: 'Ik weet niet wie je getipt heeft maar dit is alles aan hennep wat ik bezit'. De man gaf me opdracht om alle toppen uit de hennepplanten te halen en zwaaide met het mes in mijn richting. De man trok een hennepplant uit de grond en trok alle bladeren los van de steel. De man gaf me opdracht om alle henneptoppen van de planten te verwijderen. Ik pakte een plant en deed dezelfde handeling als wat de man me voor had gedaan. De man zei dat ik sneller moest werken. De man gaf me een harde vuistslag op mijn lichaam en raakte me ter hoogte van mijn middenrif. Ik kon geen adem meer krijgen zakte in elkaar. Ik bleef enkele minuten op mijn hurken zitten en kreeg weer lucht. Ik ben gaan staan en heb alle hennepplanten ontdaan van de bladeren. De man pakte een plastic tas waarin [aangever 2] dochter speelgoed had zitten en gooide het speelgoed op de grond. De man propte de tas vol met hennepbladeren. De man zei tegen mij: 'Ik wil nu geld zien, want je moet veel contant geld in huis hebben'. De man werd boos en zei dat ik 'geld' moest regelen. De man zei: 'Ik neem jouw auto dan wel mee'. Ik zag dat twee spaarpotten en de beide laptops van [aangever 2] en mij waren verdwenen. De man vroeg mij om de autosleutels van mijn auto. Ik gaf de man in eerste instantie een autosleutel. De man bedreigde me opnieuw met het mes en zei: 'Waar is de reserve-sleutel?'. Ik heb deze ook maar aan de man gegeven. Toen wilde de man het kentekenbewijs van mijn auto. Ik mocht naar mijn auto lopen en deze openen om het kentekenbewijs te pakken. De man volgde mij. Ik heb het kentekenbewijs uit mijn auto gepakt en aan de man gegeven. De man bekeek het kentekenbewijs en zei: 'Waar is het overschrijvingsbewijs?'. Deze lag in een keukenlade. Kennelijk had de man dit overschrijvingsbewijs al zien liggen op het moment dat ik de autosleutels uit deze lade pakte. De man opende de lade en pakte het overschrijvingsbewijs uit de lade. De man zei dat ik de bedrijfsauto vanaf de oprit op de rijbaan moest zetten zodat hij met mijn auto weg kon. Ik moest onder dwang, de man bedreigde me nog steeds met het mes, via de voordeur mijn woning verlaten. De man zei toen: 'Ik neem jouw auto mee'. De man verliet de slaapkamer, liep via de trap naar beneden en ging via de achterdeur naar buiten en startte mijn auto.
Een proces-verbaal van aangifte d.d. 11 december 2011, opgenomen op pagina 28 van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [aangever 2]
Op 11 december 2011 omstreeks 04.15 uur deed ik mijn ogen open en op dat moment zag ik een persoon naast [aangever 1] op bed zitten. Deze persoon had een bivakmuts op zijn hoofd en ik zag dat hij een donkere leren jas aan had. Ik hoorde dat deze man, die ik vanaf nu dader 1, zal noemen, zei: "Ik kom zaken doen. Ik kom wat halen" of woorden van gelijke strekking.
Dader 1 zei toen dat hij geld kwam halen en dat we onze handen boven de dekens moesten houden. Hierop zag ik dat [aangever 1] ging zitten en toen zag ik dat dader 1 een mes, in zijn rechterhand had. Het betrof hier een vleesmes met een lengte van ongeveer 25 cm, waarvan het lemmet ongeveer 15 cm was. Hij gaf [aangever 1] opdracht om dat geld te pakken. Ik zag wel dader 2 de portemonnee van [aangever 1] in een van zijn handen had. Daarvoor had ik van dader 1 al opdracht gekregen om mijn mobiele telefoon af te geven. Ik heb mijn telefoon aan dader 1 gegeven en die gaf deze vervolgens weer aan dader 2. Het gaat hier om een mobiele telefoon van het merk Black Barry, type curve 8520 telefoonnummer [nummer]. Op dat moment hoorde ik dat [aangever 1] kreunde. Ik begreep dat hij pijn had.
Ik hoorde dat dader 1 tegen [aangever 1] dat hij mee moest werken omdat hij anders zijn vriendin wat aan zou doen of het kind. Op dat moment hoorde ik dat dader 1 tegen [aangever 1] zei dat hij 50.000 euro wilde hebben. Toen dader 1 en dader 2 in de slaapkamer stonden was er telkens oogcontact naar de overloop. Ik hoorde ook telkens geluiden op de overloop. Volgens mij stond dader 3 op de overloop.
Dader 1 zei weer tegen dader 2 dat hij moest doorgeven dat ze, wie weet ik dus niet, hem moesten volgen en of hij dat ook begreep. Dader 2 ging hierop naar beneden.
Dader 1 zei dat ze onze telefoons en laptops hadden meegenomen. [aangever 1] moest zijn bedrijfsbus aan de kant zetten zodat ze de auto van [aangever 1] mee konden nemen. De auto van [aangever 1] is een grijze Volkswagen, type Golf 4. Dader 1 wilde ook nog onze identiteitsbewijzen. Deze had ik op dat moment niet en daarom moest ik mijn rijbewijs afgeven. Dat heb ik ook gedaan. Ik gaf mijn rijbewijs aan dader 1. Toen hij bij ons in de slaapkamer was heeft dader 1 ook nog diverse keren met zijn mes in het bed gestoken. Uiteindelijk hebben dader 1 en dader 2, mogelijk geassisteerd door dader 3 de auto van [aangever 1], onze laptops, drie telefoons en mijn rijbewijs meegenomen. Ik heb mijn rijbewijs aan dader 1 afgegeven in zijn opdracht omdat ik bang was dat hij mij of [aangever 1] wat zou aandoen. Hij liep steeds met eerder genoemd mes te dreigen. Ik was erg bang dat ze ons wat zouden aandoen. Dader 1 steeds liep te dreigen met het mes en zei steeds dat hij ons wat aan wilde doen en ons wilde kidnappen. Ik was verschrikkelijk bang. Ik trilde over mij hele lichaam en dat doe ik nog steeds.
Een proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 5 januari 2012, opgenomen op pagina 40 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [aangever 1]
Een van de daders heeft de laptops en de hennep in een oranje plastic tas gedaan, van de Coop of de Albert Heijn.
Een proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 28 februari 2012, opgenomen op pagina 48 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [aangever 1]
Bij de overval zijn drie telefoons weggenomen. Een Blackberry, een witte Samsung en een Sony Ericson. U toont mij een telefoon van het merk Sony Ericson voorzien van een witte achterkant. Ik herken deze telefoon als een van de telefoons die tijdens de overval uit mijn woning is weggenomen.
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 december 2011, opgenomen op pagina 1 e.v. van voornoemd dossier
Op zondag 11 december 2011 waren wij verbalisanten Kuiken en Sayan belast met de noodhulp. Omstreeks 04:25 uur kregen wij het verzoek van de meldkamer Drachten om te gaan naar Froombosch alwaar de melder 4 getinte mannen zag waarvan er 1 met een plastic tas met 2 laptops daar in. De mannen zouden ter hoogte van de sportvelden staan aan de Ruitenweg bij een zwarte Volkswagen Golf.
Wij reden omstreeks 04:40 vanuit de [straat] de [straat] op. Ter hoogte van de sportvelden zagen wij een groene personenauto staan voorzien van het kenteken [kenteken]. Wij zagen dat de sleutel in het contact zat en dat er een oranjekleurige plastieken tas op de hoedenplank lag. Ik, verbalisant Kuiken heb de sleutel uit het contact gehaald en de auto op slot gedaan.
Wij verbalisanten hoorden dat er een auto werd gestart. Ik, verbalisant van der Wijk heb Vito bij mij geroepen. Ik liep op dat moment ongeveer ter hoogte van perceel nummer 25. Ik zag een grijze Volkswagen Golf mij passeren met lage snelheid voorzien van het kenteken [kenteken]. Ik zag dat collega’s 6233 op straat liepen ter hoogte van perceel 29. Ik zag dat een van die collega’s met de zaklamp scheen naar de bestuurder. Ik zag dat de personenauto vaart verminderde en vervolgens hoorde ik dat hij weer gas gaf. Ik zag dat de collega’s opzij stapten omdat de personenauto op hen af reed en doorreed richting de [adres].
Wij verbalisanten Kuiken en Sayan zagen dat er onder het raam aan de achterzijde van de woning aan de [adres] een breekijzer lag. Tevens zagen wij dat genoemd raam was opengebroken en dat de uitzetijzers van dit raam waren verbroken.
In de woning zagen wij een man en een vrouw. Wij hebben de man en vrouw toen verteld dat er in hun woning was ingebroken. Tevens hebben wij gevraagd of zij in het bezit waren van een personenauto. De man verklaarde toen dat hij in het bezit was van een grijze Volkswagen Golf voorzien van het kenteken [kenteken]. Dit bleek de auto te betreffen die kort daarvoor op verbalisanten Kuiken was ingereden. De man verklaarde dat hij en zijn vriendin zojuist waren overvallen door gewapende mannen. Een van de overvallers was er vandoor gegaan in de auto van de bewoner. Enige tijd daarna hoorden wij dat de collega’s van de 32.21 de gestolen grijze Volkswagen Golf voorzien van kenteken [kenteken] hadden aangetroffen aan de [straat] te Slochteren, nabij de Veenlaan. Wij zagen dat de auto achterstevoren half in de sloot stond.
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 januari 2012, opgenomen op pagina 6 e.v. van voornoemd dossier
Onderzoek voertuig [kenteken] op het parkeerterrein
Door mij werd de personenauto, merk Volkswagen, kleur groen voorzien van het kenteken [kenteken], gefotografeerd. De personenauto stond geparkeerd op een parkeerplaats aan het eind van de [straat], ter hoogte van de sportvelden. (foto 7) Op de bijgevoegde afbeelding van Google Maps is dit aangegeven met de groene pijl. Ik zag op de grond naast het portier van de passagier een filtersigarettenpeuk liggen. Ik zag geen verkleuringen van vocht in het papier en de peuk leek zeer recent te zijn weggegooid. Deze peuk werd door mij veiliggesteld in een papieren zak en voorzien van een SIN: AADC5141NL.
Een proces-verbaal van aanhouding verdachte d.d. 11 december 2011, opgenomen op pagina 001 van het persoonsdossier van [medeverdachte 1]
Op zondag 11 december 2011 waren wij verbalisanten, belast met de afhandeling noodhulpincidenten in de gemeenten Hoogezand-Sappemeer en Slochteren. Omstreeks 04:40 uur kregen wij de melding van de gemeenschappelijke meldkamer Groningen om te gaan naar de [straat] te Froombosch in verband met verdachte omstandigheden. De exacte melding luidde: "Er zijn door melder 4 getinte mannen gezien met een plastic tas waarin laptops zitten die ze in een Volkswagen Golf leggen die naast het voetbalveld geparkeerd staat".
Wij waren in verband met eerdere wisselingen in de nacht en pd bewaking naar aanleiding van een brand tijdelijk rijdend in een onopvallend dienstvoertuig van de politie Groningen.
In de [straat] zagen wij een donker getinte manspersoon lopen, hierop zijn wij doorgereden naar de parkeerplaats bij het voetbalveld. Hierop hebben wij direct ons dienstvoertuig gekeerd en zijn teruggereden naar de manspersoon die wij hadden zien lopen en hebben deze staande gehouden. De man gaf ons op te zijn [medeverdachte 1].
De manspersoon die wij verbalisanten op dat moment staande hielden voldeed volledig aan het signalement van een getuige. Hierop is de manspersoon door ons aangehouden ter zake betrokkenheid bij inbraak woning.
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 februari 2012, opgenomen op pagina 51 van voornoemd dossier, inhoudende onderzoek telefoon aangetroffen in fouillering [medeverdachte 1] met bijlage
Bij de insluitingfouillering van [medeverdachte 1] in het cellenblok van de regiopolitie Groningen op 11 december 2011 omstreeks 06.02 uur werden bij hem de volgende goederen aangetroffen: bij 2 x gsm, 2 bankbiljetten van 20 euro, 1 bankbiljet van 50 euro en een gouden halsketting.
In dit cellencomplex heb ik, verbalisant de twee telefoons, een Samsung SGH-J700 en een Sony-EricsonU8i op vrijdag 17 februari 2012 omstreeks 07.48 in beslag genomen. Bij het bekijken van de gegevens op de Sony-Ericson U8i telefoon kwam ik een foto tegen waarop de mij de ambtshalve bekende [aangever 1], wonende te Froombosch, [adres] staat afgebeeld met een vrouw en kind. Verder kwam ik een brief tegen met in de aanhef de naam [aangever 1].
Een proces-verbaal verhoor getuige d.d. 12 december 2011, opgenomen op pagina 133 van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [getuige 1]
In de nacht van 10 op 11 december 2011 liep ik ’s nachts rond 04.20 uur op de [straat] te Froombosch. Ik zag een manspersoon in mijn richting lopen op de [straat]. Ik zag dat de man een opvallende tas bij zich had. Dit was een plastic oranje Albert Heijn tas, met een blauw hengsel en een blauwe opdruk op de tas. Ik hoorde dat de man Nederlands sprak met een buitenlands accent. Ik dacht Pools. Toen de man mij passeerde zag ik dat de man in de plastic AH tas twee laptops had zitten. Het leek wel, alsof de laptops ergens op stonden. Wat me opviel was dat de man enorm naar weed rook. Ik ben vervolgens achter de man aangelopen. Ik bleef steeds op een afstand van een meter of 10 en later tot 30 a 40 meter afstand van de man. Toen de man ter hoogte was van de [adres], zag ik dat hij begon te rennen. Hij rende in de richting van de vrachtautoparkeerplaats. Daar zag ik een VW Golf. Dit constateerde ik aan de lampen, de grill en het model. De auto was donker van kleur. Ik zag bij de auto drie personen. De man die aan het rennen was kwam bij de drie andere personen, welke bij de auto stonden en sprak ze aan. Een van de mannen begon op hem te schelden.
Later zag ik dat de politie iemand aan het arresteren waren. De persoon die ze aan het arresteren waren herkende ik als de man die ik eerder had gezien met de laptops.
Een proces-verbaal verhoor getuige d.d. 12 december 2011, opgenomen op pagina 140 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [getuige 2]
In de nacht van 10 op 11 december 2011 was ik om ongeveer 06.10 langs de Hoofdweg in Schildwolde. Ik zag daar toen een jongen lopen. De jongen vroeg of hij mijn telefoon mocht lenen omdat hij opgehaald moest worden. Hij vertelde dat hij al een heel eind had gelopen. De jongen belde een nummer en zei: “Jullie komen me NU halen.” Hij klonk geërgerd. De onbekende jongen wiste nadien het nummer.
Een proces-verbaal verhoor getuige d.d. 20 december 2011, opgenomen op pagina 147 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [getuige 3]
Ik kwam in de nacht van 10 op 11 december 2011 om 05.10 een jongen tegen op de Hoofdweg te Slochteren in de richting van Schildwolde. De jongen vertelde dat hij [voornaam medeverdachte 2] heette, net zo als [naam]. En dat hij oorspronkelijk uit Rusland kwam.
De jongen werd nadat hij had gebeld opgehaald met een donkere auto vermoedelijk een VW, type Golf. Ik zag daarin 3 personen zitten. Later kreeg ik van [getuige 2] het telefoonnummer dat de jongen had gebeld. De jongen had gebeld met [telefoonnummer].
Een proces-verbaal verhoor getuige d.d. 10 januari 2012, opgenomen op pagina 153 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [getuige 4]
Ik had een relatie met [verdachte].
Ik weet ook dat ze een overval hebben gepleegd op een woning in Froombosch. Dit betreft de woning van [aangever 1]. Ik weet van [verdachte] dat ene [voornaam medeverdachte 2], dit is een Russische jongen uit Groningen, in de woning is geweest. [voornaam medeverdachte 2] is tussen 20 en 22 jaar oud en heeft altijd een kaal geschoren hoofd. Verder was er nog een jongen bij die [medeverdachte 1] zou heten. Deze jongen is na de overval aangehouden door de politie. [verdachte], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 6] waren op de uitkijk blijven staan. Ze waren bij de voetbalvelden blijven staan.
Een proces-verbaal verhoor getuige [getuige 4] bij de rechter-commissaris d.d. 17 oktober 2012
[verdachte] heeft achteraf gezegd dat [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] in die woning zijn geweest.
[medeverdachte 2] zei dat hij samen met [medeverdachte 5] naar binnen was geweest en dat [verdachte] op de uitkijk had gestaan. Ze hadden bij die man en vrouw aan het bed gestaan.
Ik heb zowel van [medeverdachte 2] als van [verdachte] gehoord dat [medeverdachte 2] met [medeverdachte 5] in de woning is geweest.
Een proces-verbaal aanvraag DNA-onderzoek sporen d.d. 28 januari 2012, opgenomen op pagina 197 e.v. van voornoemd dossier,
Veiligstellen bivakmuts (AACM7441NL)
Op 11 december 2011, omstreeks 07.10 uur werd mij medegedeeld dat er op de [adres] door collega Oldenhuis, tactisch rechercheur, een bivakmuts was aangetroffen (de rechtbank verwijst ook naar pag. 6, 8 en 200 van voornoemd dossier). Deze bivakmuts lag op de linkerrijbaan, komende uit de richting van Froombosch. De [straat] was gelegen tussen de [straat] en de [straat] te Slochteren. Het voertuig van de aangever werd aangetroffen op de [straat] te Slochteren.
Onderzoek voertuig [kenteken] peuken:AACM7442NL en AACM7443NL
De personenauto, merk Volkswagen, kleur groen, voorzien van het kenteken [kenteken] stond geparkeerd op een parkeerplaats aan het eind van de [straat], ter hoogte van de sportvelden (de rechtbank verwijst ook naar pag. 9 en 200 van voornoemd dossier . Ik zag op de grond naast het portier van de passagier een filtersigarettenpeuk liggen. Ik zag geen verkleuringen van vocht in het papier en de peuk leek zeer recent te zijn weggegooid. Ik zag op de grond naast het portier van de bestuurder een peuk van een joint liggen. Ik zag geen verkleuringen van vocht in het papier en de peuk leek zeer recent te zijn weggegooid.
Een NFI rapport nr. 2012.02.06.088 (aanvraag 001) d.d. 17 februari 2012, opgemaakt door H.M. Beerendonk, opgenomen op pagina 207 e.v. van voornoemd dossier +bijlage
1. AACM7441NL#01 een bemonstering (van een hoofddeksel) -> celmateriaal kan afkomstig zijn van [medeverdachte 2]. Berekende frequentie: kleiner dan één op één miljard.
2. AACM7442NL#01 een bemonstering (van een peuk) ¬ -> celmateriaal kan afkomstig zijn van [verdachte]. Berekende frequentie: kleiner dan één op één miljard.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Uit de gebezigde bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat bij de overval op de woning door getuige [getuige 1] een man is gezien met een tas waarin laptops zaten en die naar hennep rook. De man liep naar een auto die verderop geparkeerd stond. Dit was een VW Golf. Daar stonden drie personen, van wie een van de personen op een ander begon te schelden. Deze auto is later aangetroffen door de politie. Naast de auto lag op de grond een filtersigarettenpeuk. Deze peuk leek zeer recent te zijn weggegooid. De peuk is bemonsterd door het NFI. In de bemonstering van de sigarettenpeuk is celmateriaal aangetroffen dat volgens onderzoek door het NFI hoogstwaarschijnlijk afkomstig is van verdachte.
Op grond van deze bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde, te weten het medeplegen van de poging tot diefstal met geweld, heeft begaan. Het aangetroffen DNA-profiel van verdachte op de peuk in combinatie met de overige bewijsmiddelen, levert naar het oordeel van de rechtbank onomstotelijk bewijs op dat verdachte betrokken was bij de overval op [aangever 1] en [aangever 2]. Het aangetroffen DNA-profiel wordt ondersteund door de verklaringen van getuige 4 die van verdachte heeft gehoord dat hij de overval samen met anderen heeft gepleegd, waarbij zij over verdachte heeft verklaard dat hij met twee anderen bij een bij de voetbalvelden geparkeerde auto op de uitkijk heeft gestaan. [getuige 4] heeft over de overval een consistente en gedetailleerde verklaring bij de politie afgelegd die zij ten overstaan van de rechter-commissaris heeft herhaald. Zij heeft concreet en gedetailleerd verklaard wie aanwezig waren bij de overval en wat er is gebeurd, terwijl zij tevens heeft aangegeven naar aanleiding van deze verklaring te zijn bedreigd, zoals is weergegeven op pagina 162 van zaaksdossier Mantis. De rechtbank acht deze verklaring dan ook geloofwaardig en zal deze bezigen voor het bewijs.
De verklaring van getuige [getuige 1] ondersteunt de verklaring van [getuige 4]. [getuige 1] heeft verklaard dat hij zag dat er drie personen bij de Golf stonden waarvan er één op de man die met de oranje tas naar de auto kwam lopen begon te schelden. Dit gedrag wijst er op dat deze drie personen geen rol van ondergeschikte betekenis hadden, maar veeleer dat sprake was van een leidende, delegerende rol.
Onder parketnummer 18/670078-12
Een proces-verbaal van aangifte d.d. 15 februari 2011, opgenomen op p. 146 e.v. van dossier nr. PL01ME 2011079765 d.d. 10 augustus 2011, inhoudende de verklaring van [aangever 1]
Ik woon aan de [adres] te Delfzijl. Op 13 februari 2011 hoorde ik iemand tegen mijn voordeur aan trappen. Daarna hoorde en zag ik dat bij mij het grote raam in mijn woonkamer werd vernield.
Een proces-verbaal van aangifte d.d. 22 februari 2011, opgenomen op p. 151 e.v. van dossier nr. PL01ME 2011079765 d.d. 10 augustus 2011, inhoudende de verklaring van [aangever 2]
Op 13 februari 2011 trapte iemand tegen de voordeur. Ook werden er ramen vernield. Ik wist wel dat het die oom was van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1]. Ik zag dat die oom wat in zijn hand had waar hij mee sloeg.
Een proces-verbaal verhoor d.d. 30 maart 2011, opgenomen op pagina 157 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [medeverdachte 2]
Ik was bij dat conflict aan het [adres]. Ik zat in de auto met mijn oom [verdachte] en [medeverdachte 5]. We zijn naar de woning van [aangever 1] gereden. Mijn oom en [medeverdachte 5] zijn uitgestapt. Ik hoorde ineens het geluid van glasgerinkel. Ik had wel door dat er ramen sneuvelden. Ik had in de auto gezien dat er stokken waren meegenomen. [medeverdachte 5] en mijn oom zijn ingestapt en we zijn hard weggereden.
Op grond van de gebezigde bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
onder parketnummer: 18-830193.12
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, A en B en het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij in de periode van 29 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011, in de boerderij [straat] te Tripscompagnie, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [aangever 1] te dwingen tot de afgifte van geld toebehorende aan die [aangever 1], met dat oogmerk tezamen en in vereniging met verdachtes mededaders,
- die [aangever 1] en die [aangever 2] meermalen, tegen het hoofd en tegen de rug en/of elders tegen het lichaam heeft geschopt, getrapt, geslagen en/of ges[aangever 1]pt, en
- die [aangever 1] messen heeft getoond en hierbij die [aangever 1] de woorden heeft toegevoegd: "Als je je niet stil houdt dan snijden we je een oor af", en
- op die [aangever 1] is gaan zitten, en
- de handen van die [aangever 1] op diens rug heeft vastgebonden en
- de handen van die [aangever 2] op diens rug heeft vastgebonden en
- de benen van die [aangever 1] heeft vastgebonden en vastgebonden gehouden, en
- een papieren zak over het hoofd van die [aangever 1] heeft gedaan en gehouden, en
- een papieren zak over het hoofd van die [aangever 2] heeft gedaan en gehouden, en
- die [aangever 1] de woorden heeft toegevoegd: "Geld, geld, geld" en "Waar heb je je geld" en "Hoeveel ligt er bij je vriendin", en
- pistolen tegen het hoofd van die [aangever 1] gezet en gehouden, en
- die [aangever 1] en die [aangever 2] gedurende genoemde periode, in die boerderij heeft vast gehouden en bewaakt en aldus heeft voorkomen dat die [aangever 1] en die [aangever 2] die boerderij konden verlaten,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij in de periode van 29 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011, in de boerderij [straat] te Tripscompagnie,
tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen € 320 euro en een simkaart, toebehorende aan [aangever 1], en
een telefoontoestel en een portemonnee toebehorende aan [aangever 2],
welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld geweld en bedreiging met geweld tegen die [aangever 1] en die [aangever 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte tezamen en in vereniging met verdachtes mededaders,
- die [aangever 1] en die [aangever 2] meermalen tegen het hoofd en/of tegen de rug en/of elders tegen het lichaam heeft geschopt, getrapt, geslagen en/of gestompt, en
- die [aangever 1] messen heeft getoond en hierbij die [aangever 1] de woorden heeft toegevoegd: "Als je je niet stil houdt dan snijden we je een oor af", en
- op die [aangever 1] is gaan zitten, en
- de handen van die [aangever 1] op diens rug heeft vastgebonden en
- de handen van die [aangever 2] op diens rug heeft vastgebonden en
- de benen van die [aangever 1] heeft vastgebonden en vastgebonden gehouden, en
- een papieren zak over het hoofd van die [aangever 1] heeft gedaan en gehouden, en
- een papieren zak over het hoofd van die [aangever 2] heeft gedaan en gehouden, en
- die [aangever 1] de woorden heeft toegevoegd: "Geld, geld, geld" en "Waar heb je je geld" en "Hoeveel ligt er bij je vriendin", en
- pistolen tegen het hoofd van die [aangever 1] gezet en gehouden, en
- die [aangever 1] en die [aangever 2] gedurende genoemde periode in die boerderij heeft vast gehouden en bewaakt en aldus heeft voorkomen dat die [aangever 1] en die [aangever 2] die boerderij pand konden verlaten.
hij in de periode van 30 juli 2011 tot en met 1 augustus 2011, in de boerderij [straat] te Tripscompagnie, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld personen, te weten [betrokkene1] en diens echtgenote [betrokkene 3] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van 15.000,- euro, toebehorende aan die [betrokkene1] en die [betrokkene 3], welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte tezamen en in vereniging met verdachtes mededaders,
- die [betrokkene1] en/of die [betrokkene 2] meermalen, tegen het hoofd en/of tegen de rug en/of elders tegen het lichaam heeft geschopt, getrapt, geslagen en/of gestompt, en
- papieren zakken over de hoofden van [betrokkene1] en [betrokkene 2] heeft gedaan en gehouden, en
- de handen van [betrokkene1] op diens rug heeft vastgebonden en/of vastgebonden gehouden, en
- [betrokkene1] de woorden heeft toegevoegd en/of doen toevoegen: "Zij moeten twee ton aan geld van je hebben", en
- pistolen op [betrokkene1] en/of [betrokkene 2] heeft gericht en gericht gehouden, en
- [betrokkene1] en [betrokkene 2] gedurende genoemde periode, in die boerderij heeft vast gehouden en bewaakt en aldus heeft voorkomen dat [betrokkene1] en [betrokkene 2] die boerderij konden verlaten.
hij in de nacht van 10 december 2011 op 11 december 2011, te Froombosch,
tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/nabij de woning [adres]heeft weggenomen
- een geldbedrag van ongeveer 80 euro, en
- twee mobiele telefoontoestellen, en
- hennepplanten en henneptoppen en hennepbladeren, en
- twee spaarpotten, en
- twee laptops, en
- twee (auto)sleutels, en
- een kentekenbewijs, en
- een overschrijvingsbewijs, en
- een auto,
toebehorende aan [aangever 1] en/of [aangever 2] [aangever 2],
waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak en/of inklimming,
en welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [aangever 1] en die [aangever 2] [aangever 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken,
welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte tezamen en in vereniging met anderen,
- een mes aan die [aangever 1] en die [aangever 2] [aangever 2] heeft getoond, en
- die [aangever 1] de woorden heeft toegevoegd: "Ik wil met jou zaken doen" en "Je hebt een hele grote hennepkwekerij" en "Ik wil nu geld zien" en "Je moet geld regelen" en "Ik neem je auto dan wel mee", en
- die [aangever 1] heeft ges[aangever 1]pt.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen meer of anders onder 1.A en 1. B, 2 en 3 is ten laste gelegd. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Onder parketnummer 18/670078-12
hij op 13 februari 2011, in de gemeente Delfzijl,
met een ander of anderen, op de openbare weg, de [adres],
openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd
tegen een (voor)deur en een ruit van de woning [adres] 1, welk geweld
bestond uit trappen tegen de voordeur en het ingooien van
en/of trappen tegen een raam van die woning.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten hersteld. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
Strafbaarheid van de feiten
Hetgeen de rechtbank bewezen heeft verklaard, levert de volgende strafbare feiten op:
onder parketnummer: 18/830193-12
1. De voortgezette handeling van
A. Poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
B. Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
2. Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
3. Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd gedurende de voor nachtrust bestemde tijd in een woning, door twee of meer verenigde personen en terwijl de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming.
Onder parketnummer 18/670078-12
Het openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu ten aanzien van verdachte geen strafuitsluitings-gronden aanwezig worden geacht.
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder parketnummer 18/670661-11 primair ten laste gelegde, het onder parketnummer 18/830193-12 1, 2 en 3 ten laste gelegde en het onder parketnummer 18/670078-12 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren met aftrek van de tijd die verdachte heeft doorgebracht in voorlopige hechtenis.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, voor het geval de rechtbank het ten laste gelegde bewezen mocht achten, gepleit voor een lagere straf dan door de officier van justitie is geëist.
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en het aangaande zijn persoon opgemaakte rapportage, het hem betreffende uittreksel uit het justitiële documentatieregister, alsmede de vordering van de officier van justitie.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot afpersing, diefstal met geweld en afpersing van aangevers [aangever 1], [aangever 2], [betrokkene1] en [betrokkene 3]. Enkele slachtoffers zijn onder valse voorwendselen meegelokt naar de boerderij in Tripscompagnie met het vooropgezette plan om [aangever 1], [betrokkene 1] en [betrokkene 3] af te persen. [aangever 1], [aangever 2], [betrokkene 1] en de zoon van de laatste zijn argeloos meegegaan. Zodra zij de boerderij binnenkwamen werden zij aangevallen door meerdere gewapende personen die waren vermomd met bivakmutsen. Zij werden geslagen en geschopt waarbij ook met vuurwapens werd geslagen. Door het slaan en schoppen zijn bij [aangever 1] onder meer zijn tanden los gaan zitten. Toen de slachtoffers schreeuwden van pijn en angst werden zij bedreigd met messen. Vervolgens zijn zij vastgebonden en kregen een zak over hun hoofd. De slachtoffers zijn door verdachten van vrijdagavond tot en met zondag vastgehouden in de boerderij. Zij werden mishandeld en bedreigd en constant bewaakt door verdachte en medeverdachten met als doel een groot geldbedrag af te persen. Achterliggend motief van verdachte en medeverdachten lijkt te zijn een conflict met [aangever 1] over het rippen van een hennepplantage.
Toen duidelijk werd dat [aangever 1] geen groot geldbedrag had werd door verdachten en medeverdachten een nieuw plan gemaakt om [betrokkene1] af te persen. [aangever 1] werd met een pistool gedwongen [betrokkene 1] te bellen en hem onder valse voorwendselen, te weten een lucratieve hennepdeal, naar de boerderij te lokken. Toen verdachten [betrokkene 1] met de auto ophaalden stapte ook [betrokkene 2], de 14-jarige zoon van [betrokkene 1], in de auto. Toen zij bij de boerderij aankwamen werden zij door verdachte en medeverdachten opgewacht. Zodra zij de boerderij binnenkwamen werden ook zij aangevallen door verdachten en medeverdachten, die met vuurwapens gewapend waren. Verdachte en medeverdachten hebben vervolgens [betrokkene 1] en zijn 14-jarige zoon vastgebonden, op ernstige wijze bedreigd en mishandeld met als doel [betrokkene 1] twee ton af te persen. Niet alleen hebben verdachte en medeverdachten ernstig geweld tegen [betrokkene 1] en zijn zoon niet geschuwd, maar ook hebben zij weerzinwekkende bedreigingen geuit richting [betrokkene 1], dat oren dan wel vingers van hem zouden worden afgeknipt. Deze bedreigingen werden kracht bijgezet met het tonen van stanleymessen en kniptangen. Dit alles in aanwezigheid van de 14-jarige [betrokkene 2]. [betrokkene 1] heeft daarbij dusdanige verwondingen opgelopen, dat hij zich in het ziekenhuis moest laten behandelen. Aan deze verschrikkingen hebben verdachte en medeverdachten pas een einde gemaakt nadat [betrokkene 2] zijn moeder had gebeld en zij had toegezegd € 15.000,- te kunnen opbrengen. Nadat het geld bij [betrokkene 3] was opgehaald zijn de slachtoffers vrijgelaten. Verdachte en medeverdachten hebben achteraf de buit gedeeld.
De beschreven gebeurtenissen moeten voor de slachtoffers van zeer traumatische, beangstigende en bedreigende aard zijn geweest, met name gelet op de lange duur waarin zij in deze situatie hebben verkeerd. De situatie moet ook zeer beangstigend zijn geweest voor
[betrokkene 3], de vrouw van [betrokkene 1] die onder druk werd gezet om geld te betalen voor de vrijheid van haar man en zoon. Door dit handelen is een zeer ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van de slachtoffers.
Aangenomen moet worden dat de slachtoffers nog lange tijd de nadelige psychische gevolgen zullen ondervinden van hetgeen hen is overkomen. Welke ingrijpende en traumatische gevolgen de gebeurtenissen hebben gehad voor de slachtoffers is de rechtbank onder andere duidelijk geworden uit de bijlage bij de vordering benadeelde partij van [aangever 1]. Daaruit blijkt onder meer dat het voorval zijn leven drastisch heeft veranderd. [aangever 1] heeft in doodsangst verkeerd en heeft aan de gebeurtenissen angstige gevoelens en slaapproblemen overgehouden. Voorts blijkt uit het proces-verbaal van bevindingen van 21 maart 2012 welke enorme impact de gebeurtenis heeft gehad op het leven van het gezin van [betrokkene 1].
Delicten als de onderhavige, waarbij tevens gebruik is gemaakt van messen en vuurwapens dragen er bovendien aan bij dat bij burgers in het algemeen gevoelens van onveiligheid en onrust ontstaan.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het medeplegen aan een diefstal met geweld. Verdachte en zijn medeverdachten hebben aangevers ’s nachts, terwijl ze in hun bed lagen te slapen, in hun woning overvallen. Juist daar moet iemand zich veilig kunnen voelen. Verdachte en zijn medeverdachten stonden, al dan niet vermomd met een bivakmuts, aan het bed c.q. in de woning van aangevers, hebben aangevers bedreigd met een mes en hennep en geld geëist. Verdachte en zijn medeverdachten hebben vervolgens geld en spullen uit de woning meegenomen, waaronder de auto van aangever [aangever 1] alsmede de in de woning aanwezige hennep. Daarbij is bovendien nog geweld gebruikt.
Dergelijke overvallen zijn traumatische ervaringen voor de slachtoffers. De ervaring leert dat slachtoffers van een dergelijke overval nog lange tijd de psychische gevolgen daarvan ondervinden. Dat is in dit geval ook bevestigd door de onderbouwing van de vordering van de benadeelde partij, het slachtoffer [aangever 2]. Door het handelen van verdachte en zijn mededaders worden de toch al aanwezige gevoelens van onveiligheid in de samenleving bovendien versterkt.
Verdachte en zijn medeverdachten hebben zich bij hun handelen kennelijk enkel laten leiden door hun zucht naar financieel gewin en hebben alleen oog gehad voor hun eigen belangen, zonder daarbij stil te staan bij de mogelijke ernstige gevolgen van hun handelen voor de slachtoffers. Zij zijn meermalen volgens een vooropgezet plan doelgericht te werk gegaan.
Voorts heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan openlijke geweldpleging.
Verdachte heeft bij het plegen van voornoemde feiten een initiërende en zeer actieve rol gespeeld.
Op feiten als de onderhavige kan, om recht te doen aan de samenleving en in het bijzonder aan de slachtoffers, niet anders worden gereageerd dan met een gevangenisstraf van lange duur. De bescherming van de maatschappij is gebaat bij een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
De rechtbank neemt bij het bepalen van de hoogte van de straf in aanmerking dat verdachte eerder met justitie en politie in aanraking is geweest.
Vordering van de benadeelde partij (18/670661-11)
Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd [BP 1], wonende te [plaats]. De benadeelde partij heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van de gronden waarop deze berust.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering zal worden afgewezen nu de beschadiging van het raam is veroorzaakt door een kogel van buiten. Verdachte kan deze beschadiging derhalve niet hebben veroorzaakt.
Standpunt van de verdediging
De raadsman kan zich vinden in het standpunt van de officier van justitie.
Verdachte zal worden vrijgesproken van het ten laste gelegde. De rechtbank zal daarom bepalen dat de benadeelde partij in zijn vordering niet-ontvankelijk is. Dit houdt in dat de vordering niet in dit strafgeding wordt afgedaan, maar slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Vordering van de benadeelde partij (parketnummer 18/830193-12 feit 1)
Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd [aangever 1], wonende te [plaats].
De benadeelde partij heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van gronden waarop deze berust.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering zal worden toegewezen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, waarbij de hoofdelijkheid dient te worden opgelegd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Naar het oordeel van de rechtbank is uit het onderzoek ter terechtzitting komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden, zodat de vordering van € 1.600,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juli 2011, zal worden toegewezen.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal aan verdachte de verplichting opleggen bovengenoemd geldbedrag ten behoeve van de benadeelde partij aan de Staat te betalen. De rechtbank heeft daartoe besloten omdat verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht en het belang van de benadeelde partij ermee is gediend niet zelf te worden belast met het innen van de toegewezen schadevergoeding.
Verdachte is niet tot vergoeding van bovengenoemd bedrag van € 1.600,- gehouden voor zover dit bedrag al door verdachtes mededaders is voldaan.
Vordering van de benadeelde partij (parketnummer 18/830193-12 feit 3)
Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd [aangever 2], wonende te [plaats].
De benadeelde partij heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van de gronden waarop deze berust.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering zal worden toegewezen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en waarbij de hoofdelijkheid dient te worden toegepast.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geconcludeerd tot vrijspraak en heeft daarom verzocht de vordering van
[aangever 2] af te wijzen.
Naar het oordeel van de rechtbank is uit het onderzoek ter terechtzitting komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank is van oordeel dat het door de benadeelde gevorderde en inhoudelijk niet weersproken bedrag aan immateriële schade van € 750,- een redelijk bedrag is. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering van € 750,-, zal worden toegewezen.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal aan verdachte de verplichting opleggen bovengenoemd geldbedrag ten behoeve van de benadeelde partij aan de Staat te betalen. De rechtbank heeft daartoe besloten omdat verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht en het belang van de benadeelde partij ermee is gediend niet zelf te worden belast met het innen van de toegewezen schadevergoeding.
Verdachte is niet tot vergoeding van bovengenoemd bedrag van € 750,- gehouden voor zover dit bedrag al door verdachtes mededaders is voldaan.
Verzoek met betrekking tot schorsing voorlopige hechtenis
Standpunt van de verdediging
Ter zitting heeft de raadsman een verzoek gedaan om de voorlopige hechtenis van verdachte met ingang van 7 januari 2013 te schorsen. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat verdachte ernstige gezondheidsklachten heeft. Verdachte heeft een lekkende hartklep en problemen met zijn longen. Een operatie aan zijn hartklep is vereist om te voorkomen dat verdachte op korte termijn komt te overlijden. Alvorens te kunnen worden geopereerd, is vereist dat verdachte een aantal weken een prerevalidatie traject gaat volgen in Beatrixoord. Nu het persoonlijk belang van verdachte zwaarder weegt dan het strafvorderlijk belang, verzoekt de raadsman het verzoek toe te wijzen.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich verzet tegen voornoemd verzoek. Daartoe heeft hij aangevoerd dat verdachte de gezondheidsklachten zelf heeft veroorzaakt door cocaïne te gebruiken terwijl hij al in slechte gezondheid verkeerde. Uit de stukken is niet gebleken dat de prerevalidatie alleen in Beatrixoord kan plaatsvinden. Wellicht kan in de PI een traject worden gevolgd om in een betere fysieke conditie te komen. Gelet op het feit dat een gevangenisstraf van 10 jaar is geëist en het recidivegevaar als hoog is ingeschat, weegt het strafvorderlijk belang zwaarder dan het persoonlijk belang van verachte.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de raadsman op zichzelf aannemelijk gemaakt dat verdachte een zwaarwegend persoonlijk belang heeft bij een schorsing van de voorlopige hechtenis, om te kunnen prerevalideren ten behoeve van een behandeling.
Naar het oordeel van de rechtbank is evenwel onvoldoende aannemelijk gemaakt, waarom het persoonlijk belang van verdachte, de prerevalidatie, alleen gediend kan worden door een opname in Beatrixoord. Nader onderzoek zal moeten uitwijzen of prerevalidatie ook realiseerbaar is op een wijze die de belangen van de strafvordering respecteert. De rechtbank zal het verzoek dan ook afwijzen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 24c, 36f, 45, 47, 56, 57, 141, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
Onder parketnummer 18/670661-11
Verklaart het onder 1 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
onder parketnummer: 18/8300193-12
Verklaart het onder 1 A en B, 2 en 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hiervoor is aangegeven, te kwalificeren als voormeld en verklaart het bewezen verklaarde strafbaar.
onder parketnummer: 18/670078-12
Verklaart het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hiervoor is aangegeven, te kwalificeren als voormeld en verklaart het bewezen verklaarde strafbaar.
Verklaart het onder parketnummer 18/8300193-12 onder 1 A en B, 2 en 3 en onder parketnummer 18/670078-12 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart verdachte voor het bewezen verklaarde strafbaar.
Veroordeelt verdachte voor het bewezen- en strafbaar verklaarde tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 9 (negen) jaren.
Beveelt dat bij de tenuitvoerlegging van deze straf de tijd die veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht tenzij die tijd op een andere straf in mindering is gebracht.
Onder parketnummer 18/670661-11
Verklaart de benadeelde partij [BP 1], wonende te [plaats], in de vordering niet-ontvankelijk. Bepaalt dat de benadeelde partij en de veroordeelde ieder de eigen kosten dragen.
onder parketnummer: 18/830193-12
Feit 1
Wijst de vordering van de benadeelde partij [aangever 1] wonende te [plaats], toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van
€ 1.600,--.
Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Verplicht de veroordeelde aan de Staat te betalen een geldbedrag van € 1.600,--, ten behoeve van de benadeelde partij [aangever 1], wonende te [plaats], bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 26 dagen hechtenis. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Ten aanzien van de vordering benadeelde partij geldt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag ten behoeve van de benadeelde partij, de verplichting vervalt om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. Dit geldt ook omgekeerd: heeft de veroordeelde de vordering van de benadeelde partij betaald, dan vervalt de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat.
Veroordeelde is niet tot vergoeding van bovengenoemd bedrag gehouden voor zover dit al door (één van) veroordeeldes mededader(s) is voldaan.
Feit 3
Wijst de vordering van de benadeelde partij [aangever 2] wonende te [plaats], toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van
€ 750,--.
Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Verplicht de veroordeelde aan de Staat te betalen een geldbedrag van € 750,--, ten behoeve van de benadeelde partij [aangever 2], wonende te Veendam, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 15 dagen hechtenis. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Ten aanzien van de vordering benadeelde partij geldt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag ten behoeve van de benadeelde partij, de verplichting vervalt om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. Dit geldt ook omgekeerd: heeft de veroordeelde de vordering van de benadeelde partij betaald, dan vervalt de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat.
Verdachte is niet tot vergoeding van bovengenoemd bedrag gehouden voor zover dit al door (één van) verdachtes mededader(s) is voldaan.
Wijst af het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mrs. E.W. van Weringh, voorzitter, F. de Jong en Th.A. Wiersma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. T.J. de Wind, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 27 december 2012.