ECLI:NL:RBGRO:2012:BY7723
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J.A.M. Dijkers
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de Rechtbank in een nalatenschapskwestie met meerdere gedaagden
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van de afwikkeling van de nalatenschap van [O], die in 2010 is overleden, heeft eiser [A] een vordering ingesteld tegen [B] c.s. en zichzelf. De rechtbank Groningen heeft te maken met een complexe situatie waarin [A] zowel eiser als gedaagde is. De gedaagden, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.J. Noteboom, hebben een exceptie van onbevoegdheid ingediend, stellende dat de rechtbank Groningen niet bevoegd is om van de zaak kennis te nemen. Zij wijzen erop dat de laatste woonplaats van de overledene in Leerdam ligt, wat betekent dat de rechtbank Dordrecht bevoegd zou zijn. De rechtbank Groningen heeft de argumenten van [B] c.s. overwogen en geconcludeerd dat het onbestaanbaar is dat een partij in een civiele procedure zowel de rol van eiser als gedaagde vervult. Dit leidt tot ongerijmdheden en maakt een eerlijke procesvoering onmogelijk. De rechtbank heeft vastgesteld dat [A] niet-ontvankelijk is in zijn vordering jegens zichzelf, waardoor hij als gedaagde in de hoofdzaak verdwijnt. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten zich onbevoegd te verklaren en de zaak door te verwijzen naar de rechtbank Dordrecht, waar de meeste gedaagden woonachtig zijn en waar de overledene ook zijn laatste woonplaats had. De kosten van het incident zijn voor rekening van [A].