ECLI:NL:RBGRO:2012:BY7644

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
21 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
18/676003-09
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis van de Rechtbank Groningen inzake oplichting en auteursrechtinbreuk door Kantoor voor Klanten

In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 21 december 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die samen met medeverdachten betrokken was bij een grootschalige oplichtingspraktijk. De verdachte heeft brieven met een acceptgirokaart verstuurd naar ondernemers, waarbij de indruk werd gewekt dat deze afkomstig waren van de Kamer van Koophandel. De rechtbank oordeelde dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging, omdat er geen strijd was met de Aanwijzing intellectuele eigendomsfraude. De verdachte werd beschuldigd van oplichting en inbreuk op het auteursrecht, waarbij hij samen met anderen een bedrijf had opgericht dat zich bezighield met deze frauduleuze praktijken. De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte en zijn medeverdachten opzettelijk een groot aantal ondernemers hebben misleid door gebruik te maken van een gelijkende lay-out en naam, en door de verzending van brieven vlak voor de inning van de jaarlijkse bijdrage door de Kamer van Koophandel. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 18 maanden op, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en oordeelde dat de verdachte niet eerder was veroordeeld voor soortgelijke feiten. De rechtbank benadrukte de ernst van de gepleegde feiten en het grote aantal slachtoffers, en dat de Kamer van Koophandel aanzienlijke schade had geleden door de frauduleuze activiteiten van de verdachte en zijn medeverdachten.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Strafrecht
Parketnummer: 18/676003-09
datum uitspraak: 21 december 2012
op tegenspraak
Raadsman: mr. L.M.Lalji, advocaat te Amsterdam
VONNIS van de rechtbank te Groningen, meervoudige kamer voor strafzaken, Noordelijke Fraudekamer, zitting houdende te Groningen, in de zaak tegen:
[verdachte 3],
geboren op [datum] 1974 te [plaats],
wonende te [woonplaats en adres].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 24 oktober 2011, 25 november 2011, 11 april 2012 en 7 december 2012.
TENLASTELEGGING
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
primair:
1A) (artikel 326 jo 51 Wetboek van Strafrecht)
Kantoor voor Klanten op een of meer tijdstippen in de periode van 1 juni 2008
tot en met 31 januari 2009 te Heerhugowaard en/of Winschoten en/of Den Haag
en/of Apeldoorn en/of Amersfoort en/of Leek en/of (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te
bevoordelen door hetzij door het aannemen van een valse naam of van een valse
hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of een
samenweefsel van verdichtsels waaronder onder meer de navolgende aangevers:
dhr. [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] en/of [benadeelde 4] en/of [benadeelde 5] en/of [benadeelde 6] en/of [benadeelde 7] en/of [ benadeelde 8], elk heeft/hebben bewogen tot de afgifte van 149 euro, althans
(een) geldbedrag, in elk geval enig goed en/of het aangaan van een schuld;
hierin bestaande dat Kantoor voor Klanten en/of zijn mededader(s),
met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk
en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid onder meer
telkens:
- heeft/hebben doen voorkomen dat de brieven met een aangehechte acceptgiro,
betreffende de bijdrage KvKhandelsregister.nl 2009, afkomstig waren van de
Kamer van Koophandel Nederland ten behoeve van de registratie in het
handelsregister van de Kamer van Koophandel Nederland door onder meer:
* het gebruik van een gelijkende lay-out en/of gelijkend kleurgebruik en/of
gelijkend logo en/of de gelijkende naam KvKhandelsregister en/of het
tijdstip van verzending en/of
* aangevers in genoemde brieven erop te attenderen dat er sprake was van een
nieuw bankrekeningnummer en/of
* genoemde brieven te versturen in enveloppen voorzien met een gelijkend
logo van de Kamer van Koophandel Nederland;
waardoor aangever(s) werd(en) bewogen tot bovengenoemde afgifte;
tot welk feit hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen, opdracht heeft gegeven en/of aan welke verboden
gedraging hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen, feitelijk leiding heeft gegeven;
EN/OF
1B) (artikel 337 lid 1 sub d jo lid 3 jo artikel 51 Wetboek van Strafrecht)
Kantoor voor Klanten op een of meer tijdstippen in de periode van 1 juni 2008
tot en met 31 januari 2009 te Heerhugowaard en/of Winschoten en/of Den Haag
en/of Apeldoorn en/of Amersfoort en/of Leek en/of (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk valse en/of vervalste of wederrechtelijk vervaardigde
merken, te weten:
- het woord- en beeldmerk "Kantoor voor Klanten BVBA "; en/of
- het woord- en beeldmerk "KvKhandelregister.nl 2009 "; en/of
- het woord- en beeldmerk "www.kvkhandelsregister.nl";
althans in elk geval een beschermd woord en/of beeldmerk, dan wel een sterk
gelijkend woord en/of beeldmerk van de Kamer van Koophandel Nederland,
heeft afgeleverd en/of heeft doen afleveren, en/of heeft uitgedeeld en/of
heeft doen uitdelen en/of in voorraad heeft gehad en/of in voorraad heeft doen
hebben,
zulks terwijl Kantoor voor Klanten BVBA en/of zijn mededader (s) van het
plegen van vorenomschreven misdrijven hun/zijn beroep hebben/heeft gemaakt
en/of het plegen van vorenomschreven misdrijven als bedrijf hebben/heeft
uitgeoefend;
tot welk feit hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen, opdracht heeft gegeven en/of aan welke verboden
gedraging hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen, feitelijk leiding heeft gegeven;
art 326 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
1A) (artikel 326 Wetboek van Strafrecht)
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 1 juni 2008 tot en met 31
januari 2009 te Heerhugowaard en/of Winschoten en/of Den Haag en/of Apeldoorn
en/of Amersfoort en/of Leek en/of (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te
bevoordelen door hetzij door het aannemen van een valse naam of van een valse
hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of een
samenweefsel van verdichtsels waaronder onder meer de navolgende aangevers:
dhr. [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] en/of [benadeelde 4] en/of [benadeelde 5] en/of [benadeelde 6] en/of [benadeelde 7] en/of [ benadeelde 8], elk heeft/hebben bewogen tot de afgifte van 149 euro, althans
(een) geldbedrag, in elk geval enig goed en/of het aangaan van een schuld;
hierin bestaande dat hij en/of zijn mededader(s),
met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk
en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid onder meer
telkens:
- heeft/hebben doen voorkomen dat de brieven met een aangehechte acceptgiro,
betreffende de bijdrage KvKhandelsregister.nl 2009, afkomstig waren van de
Kamer van Koophandel Nederland ten behoeve van de registratie in het
handelsregister van de Kamer van Koophandel Nederland door onder meer:
* het gebruik van een gelijkende lay-out en/of gelijkend kleurgebruik en/of
gelijkend logo en/of de gelijkende naam KvKhandelsregister en/of het
tijdstip van verzending en/of
* aangevers in genoemde brieven erop te attenderen dat er sprake was van een
nieuw bankrekeningnummer en/of
* genoemde brieven te versturen in enveloppen voorzien met een gelijkend
logo van de Kamer van Koophandel Nederland;
waardoor aangever(s) werd(en) bewogen tot bovengenoemde afgifte;
EN/OF
1B) (artikel 337 lid 1 sub d jo lid 3 Wetboek van Strafrecht)
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 1 juni 2008 tot en met 31
januari 2009 te Heerhugowaard en/of Winschoten en/of Den Haag en/of Apeldoorn
en/of Amersfoort en/of Leek en/of (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk valse en/of vervalste of wederrechtelijk vervaardigde
merken, te weten:
- het woord- en beeldmerk "Kantoor voor Klanten BVBA "; en/of
- het woord- en beeldmerk "KvKhandelregister.nl 2009 "; en/of
- het woord- en beeldmerk "www.kvkhandelsregister.nl";
althans in elk geval een beschermd woord en/of beeldmerk, dan wel een sterk
gelijkend woord en/of beeldmerk van de Kamer van Koophandel Nederland,
heeft afgeleverd en/of heeft doen afleveren, en/of heeft uitgedeeld en/of
heeft doen uitdelen en/of in voorraad heeft gehad en/of in voorraad heeft doen
hebben,
zulks terwijl hij en/of zijn mededader (s) van het plegen van vorenomschreven
misdrijven hun/zijn beroep hebben/heeft gemaakt en/of het plegen van
vorenomschreven misdrijven als bedrijf hebben/heeft uitgeoefend;
art 326 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
2.
2 (artikel 31b juncto artikel 31 juncto artikel 31a Auteurswet jo 51 Wetboek
van Strafrecht)
primair:
Kantoor voor Klanten op een of meer tijdstippen in de periode van 1 juni 2008
tot en met 31 januari 2009 te Heerhugowaard en/of Winschoten en/of Den Haag
en/of Apeldoorn en/of Amersfoort en/of Leek en/of (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk één of meer voorwerpen, te weten om en nabij 700.000
en/of 385.000, althans een groot aantal brieven en/of facturen en/of
aanbiedingen, althans een geschrift,
waarin met inbreuk op eens anders auteursrecht, te weten van de Kamer van
Koophandel Nederland,
zonder toestemming van boven bedoelde rechthebbende,
telkens (een) werk(en), te weten brieven, betreffende de bijdrage
KvKhandelsregister.nl 2009 (149 euro) en/of facturen en/of aanbiedingen
waarin het beeldmerk en/of het woordmerk van de Kamer van Koophandel
Nederland, was/waren vervat,
openlijk ter verspreiding heeft aangeboden en/of heeft doen aanbieden, en/of
ter verveelvoudiging of ter verspreiding voorhanden heeft gehad, en/of
voorhanden heeft doen hebben, en/of heeft ingevoerd en/of heeft doen
invoeren, en/of heeft doorgevoerd en/of heeft doen doorvoeren, en/of heeft
uitgevoerd en/of heeft doen uitvoeren, en/of heeft bewaard uit winstbejag
en/of heeft doen bewaren uit winstbejag,
terwijl Kantoor voor Klanten BVBA en/of zijn mededaders, van het plegen van
de misdrijven, zoals hierbovenvermeld, zijn beroep heeft/hebben gemaakt en/of
het plegen van deze misdrijven als bedrijf heeft/hebben uitgeoefend;
tot welk feit hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen, opdracht heeft gegeven en/of aan welke verboden
gedraging hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen, feitelijk leiding heeft gegeven;
art 31b Auteurswet
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
2 (artikel 31b juncto artikel 31 juncto artikel 31a Auteurswet )
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 1 juni 2008 tot en met 31
januari 2009 te Heerhugowaard en/of Winschoten en/of Den Haag en/of Apeldoorn
en/of Amersfoort en/of Leek en/of (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk één of meer voorwerpen, te weten om en nabij 700.000
en/of 385.000 , althans een groot aantal brieven en/of facturen en/of
aanbiedingen, althans een geschrift,
waarin met inbreuk op eens anders auteursrecht, te weten van de Kamer van
Koophandel Nederland,
zonder toestemming van boven bedoelde rechthebbende,
telkens (een) werk(en), te weten brieven, betreffende de bijdrage
KvKhandelsregister.nl 2009 (149 euro) en/of facturen en/of aanbiedingen
waarin het beeldmerk en/of het woordmerk van de Kamer van Koophandel
Nederland, was/waren vervat,
openlijk ter verspreiding heeft aangeboden en/of heeft doen aanbieden, en/of
ter verveelvoudiging of ter verspreiding voorhanden heeft gehad, en/of
voorhanden heeft doen hebben, en/of heeft ingevoerd en/of heeft doen
invoeren, en/of heeft doorgevoerd en/of heeft doen doorvoeren, en/of heeft
uitgevoerd en/of heeft doen uitvoeren, en/of heeft bewaard uit winstbejag
en/of heeft doen bewaren uit winstbejag,
terwijl hij en/of zijn mededaders, van het plegen van de misdrijven, zoals
hierbovenvermeld, zijn beroep heeft/hebben gemaakt en/of het plegen van deze
misdrijven als bedrijf heeft/hebben uitgeoefend;
art 31b Auteurswet
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
3.
3. (artikel 140 lid 3 Wetboek van Strafrecht)
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 1 juni 2008 tot en met 31
januari 2009 te Heerhugowaard en/of Winschoten en/of Den Haag en/of Apeldoorn
en/of Amersfoort en/of Leek en/of (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
heeft deelgenomen aan een organisatie, die gevormd werd door verdachte en/of
de onderneming(en) Kantoor voor Klanten BVBA en/of Kantoor voor
Klantenservice en/of de natuurlijke personen [verdachte 1] en/of [verdachte 2] en/of [verdachte 4] en/of [verdachte 5] en/of een of meer andere
rechtspersonen en/of natuurlijke personen, welke organisatie tot oogmerk had
het plegen van misdrijven, te weten
- oplichting en/of bedrog met handelsnaam en/of merk;
- en/of het inbreuk maken op eens anders auteursrecht;
terwijl hij, verdachte, leider en/of oprichter en/of bestuurder van die
organisatie was;
art 140 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank de verdachte ter zake van het onder 1A primair, 1B primair, 2 primair en 3 tenlastegelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
Ter zitting heeft de raadsman van verdachte –kort en zakelijk weergegeven- aangevoerd dat:
1. het Openbaar Ministerie ten aanzien van feit 2 niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, nu ten aanzien van de verdachte het civiele recht de eerste voorkeur heeft boven een strafrechtelijke aanpak.
2. vrijspraak dient te volgen ten aanzien van de overige feiten nu er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is.
Ontvankelijkheid Openbaar Ministerie
De rechtbank heeft acht geslagen op de Aanwijzing intellectuele-eigendomsfraude van het College van procureurs-generaal (hierna te noemen: de Aanwijzing). De Aanwijzing moet worden beschouwd als recht in de zin van art. 79 RO. Dat betekent dat het Openbaar Ministerie in beginsel aan het in de Aanwijzing verwoorde beleid mag worden gehouden en dat door de rechter kan worden getoetst of de in de specifieke zaak gevolgde rechtsgang — mede bezien in het licht van dat beleid — aan de beginselen van behoorlijk strafprocesrecht voldoet. Bij de thans voorliggende vraag of bij de vervolgingsbeslissing één of meer van die beginselen zijn geschonden, dient de rechtbank rekening te houden met de uit het opportuniteitsbeginsel voortvloeiende beleidsvrijheid van het Openbaar Ministerie, in die zin dat het zich daarbij dient te beperken tot marginale toetsing. Dat betekent dat de rechtbank (slechts) kan beoordelen of het Openbaar Ministerie in redelijkheid tot zijn vervolgingsbeslissing heeft kunnen komen.
In de Aanwijzing staat — onder meer — het volgende vermeld:
“2. Civielrechtelijke of strafrechtelijke aanpak
Uitgangspunt bij de bestrijding van inbreuken op door intellectuele eigendomsrechten beschermde werken is dat optreden door de belanghebbenden zelf voorop dient te staan (civielrechtelijke weg). Echter, bij intellectuele eigendomsfraude is vaak ook het algemeen belang in het geding. Bij de vraag in welke gevallen het strafrecht voor toepassing in aanmerking komt, moet met name daarbij worden aangeknoopt. Dit impliceert, dat het privaatrecht voor die gevallen in beginsel niet het (enige) primaire handhavingssysteem is.
Het algemeen belang kan in het geding zijn bij gedragingen waardoor de belangen van de volksgezondheid en van een veilige samenleving in het algemeen worden bedreigd. Verder
zijn het met name de grootschalige vormen van intellectuele eigendomsfraude, plaatsvindend in beroep of bedrijf, die marktverstorend werken. Hierbij is evident sprake van parasiteren op de reputatie, werfkracht en exclusiviteit van merken en/of auteursrechtelijk beschermde werken. Ook is bij vermoeden van organisatiecriminaliteit en/of vermoedelijke betrokkenheid van de georganiseerde criminaliteit, strafrechtelijk optreden vereist. (…)”.
Op grond van het vermelde in het dossier en de behandeling ter terechtzitting gaat de rechtbank uit van –kort en zakelijk weergegeven- de volgende feiten en omstandigheden:
Verdachte en diens medeverdachten [verdachte 1] en [verdachte 2] hadden, door gebruik te maken van de in België opgerichte onderneming Kantoor voor Klanten BVBA de bedoeling ongeveer 1,4 miljoen brieven met een aangehechte acceptgiro van € 149,00 aan bedrijven in Nederland te sturen. Het was hun intentie deze verzending te laten plaatsvinden vlak voor het tijdstip waarop de Kamer van Koophandel de facturen verstuurd om de jaarlijkse lidmaatschapsgelden te innen.
In de week van 8 december 2008 werd het fraudeteam (FMP) van het OM Zwolle-Lelystad geconfronteerd met meldingen betreffende het sturen van brieven met aangehechte acceptgiro die afkomstig bleken te zijn van de Kamer van Koophandel. Door de opzet, gebruikte naam (KvKhandelsregister), het tijdstip van verzending, het gebruikte logo, de lay-out en het kleurgebruik, wekt deze brief met acceptgirokaart volgens de aangifte van Kamer van Koophandel de indruk dat deze afkomstig is van het Kantoor voor Klanten. Het te betalen bedrag van € 149,= moest worden betaald voor vermelding van de bedrijfsgegevens van de onderneming in het Kvkhandelsregister. Hoewel het bedrag op de aangehechte acceptgiro moet worden overgemaakt naar een bankrekeningnummer op naam van het Belgische bedrijf Kantoor voor Klanten BVBA, [adres en woonplaats], stond het BTW-nummer van het Nederlandse bedrijf Kantoor voor Klantenservice BV te ’s-Gravenhage in de brief vermeld. Uit de facturen blijkt dat het bedrag van € 149,= diende te worden overgemaakt voor registratie. Daarnaast bleek dat het Kantoor voor Klanten een website, onder de naam “kvkhandelsregister.nl”, had gemaakt die volgens de aangifte van de Kamer van Koophandel nagenoeg identiek was aan die van de Kamer van Koophandel.
De beoogde verzending van de 1,4 miljoen facturen heeft niet plaats heeft gevonden door de media aandacht en het snelle ingrijpen van de Kamer van Koophandel. Wel is door het Kantoor voor Klanten een deel, ongeveer 385.000 brieven, verzonden aan bedrijven.
De rechtbank is, gelet op de beoogde omvang en het tijdstip van de verzending van de brieven door het Kantoor van Klanten alsmede de aantoonbare gelijkenis tussen de brieven en sites van de Kamer van Koophandel enerzijds en het Kantoor voor Klanten anderzijds, van oordeel dat — op het moment dat door de officier van justitie werd besloten tot het entameren van strafrechtelijke vervolging tegen deze verdachte — er sprake was van een redelijk vermoeden van schuld dat deze verdachte zich bezig hield met het op grote schaal inbreuk maken op auteursrechten van de Kamer van Koophandel waarbij het algemeen belang in geding is. Het Openbaar Ministerie heeft — gelet op de in de Aanwijzing vermelde criteria voor strafrechtelijke handhaving — in redelijkheid tot zijn vervolgingsbeslissing heeft kunnen komen en heeft met zijn beslissing om in de zaak tegen de verdachte over te gaan tot strafrechtelijke handhaving de beginselen van behoorlijke procesorde niet geschonden. Naar het oordeel van de rechtbank dient het Openbaar Ministerie dan ook ontvankelijk te worden verklaard in de vervolging van de verdachte ten aanzien van het verwijt onder 2.
Bewijsoverwegingen
Op grond van het dossier en het verhandelde te terechtzitting gaat de rechtbank –kort weergegeven, voor zover van belang- uit van de volgende feiten en omstandigheden:
De verdachten [verdachte 2] en [verdachte 1] hebben in België een onderneming Kantoor voor Klanten BVBA opgericht. Met ingang van 1 oktober 2008 werd als nieuwe zaakvoerder van Kantoor voor Klanten de verdachte [verdachte 3] benoemd. Door Kantoor voor Klanten werd het concept van de Kamer van Koophandel gebruikt. Door middel van het bedrijf [naam BV] van [verdachte 4] heeft men zakelijke adressen gekocht. Vervolgens heeft [verdachte 4] in opdracht van het Kantoor voor Klanten een website “Kvkhandelsregister” ontwikkeld en op internet geplaatst. Er zijn door verdachten opdrachten aan drukkers gegeven om brieven met daaraan een acceptgiro te vervaardigen. Tussentijds is er aan de drukkers opdracht gegeven veranderingen aan te brengen in de brieven. Zo is de zinsnede “Kantoor voor Klanten” gewijzigd in “KvK”. Er is door medewerkers van de drukkerijen gewaarschuwd dat het te drukken product van het Kantoor voor Klanten te veel leek op dat van de Kamer van Koophandel. Dit heeft verdachten er niet van weerhouden door te gaan met de activiteiten. De drukkers zijn door verdachten er toe verplicht een geheimhoudersverklaring te ondertekenen, wat er toe heeft geleid dat de drukkers hebben besloten niet naar buiten te treden toen zij de gelijkenis onderkenden. Er is bij een drietal banken geprobeerd veranderingen in de acceptgirokaart door te voeren. Dit heeft er toe geleid dat de Rabobank de overeenkomst om acceptgirokaarten te mogen vervaardigen heeft opgezegd. Hierop hebben de verdachten bij andere banken een overeenkomst gesloten. Op de brieven staat een BTW-nummer vermeld dat niet toebehoort aan het Kantoor voor Klanten BVBA, maar aan het Kantoor voor Klantenservice BV, een onderneming gevestigd in [plaats], waarvan [verdachte 5] bestuurder is en waarvan hij ter terechtzitting heeft aangegeven dat er helemaal geen bedrijfsactiviteiten binnen dat bedrijf hebben plaatsgevonden. Op de brief hebben verdachten laten drukken: “Let op nieuw bankrekeningnummer”, terwijl er geen sprake is van een eerder bankrekeningnummer. Nadat het eindproduct klaar was, heeft men een distributiebedrijf ingeschakeld en er voor gekozen om de brieven te laten verzenden op een tijdstip dat vlak voor het tijdstip lag waarin normaliter de Kamer van Koophandel haar brieven verstuurt voor het innen van de contributiegelden. Van de aangeschreven ondernemers hebben er ongeveer 530 geld overgemaakt op de rekening van Kantoor voor Klanten BVBA. Ongeveer 1255 ondernemers hebben het door het Kantoor voor Klanten gevraagde bedrag overgemaakt op de rekening van de Kamer van Koophandel.
Gelet op
-de geconstateerde grote gelijkenis tussen de brief met acceptgirokaart en site van het Kantoor voor Klanten enerzijds en de facturen en site van de Kamer van Koophandel anderzijds;
-het tijdstip waarop de brieven met acceptgirokaarten van het Kantoor van Klanten zijn, althans zouden worden, verstuurd naar de bedrijven (vlak vóór de facturen van de Kamer van Koophandel voor de inning van de jaarlijkse bijdrage);
-de onterechte aanduiding “ons nieuwe bankrekeningnummer” in de brief van het Kantoor van Klanten;
-de tussentijdse wijziging van de aanduiding “Kantoor voor Klanten” in “KvK”, welke laatste aanduiding hetzelfde is als de reeds bestaande aanduiding voor de Kamer van Koophandel;
-het vermelden van het BTW-nummer van een ander bedrijf, waarbinnen in het geheel geen bedrijfsactiviteiten hebben plaatsgevonden,
in onderling verband en samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat de verdachten [verdachte 2], [verdachte 1] en [verdachte 3] er bewust voor hebben gekozen om met hun handelen bij de ondernemers de schijn te wekken dat de het gaat om de jaarlijkse inning van de bijdrage voor de Kamer van Koophandel om daarmee te bewerkstelligen dat die ondernemers het gevraagde bedrag overmaken op de bankrekening van het Kantoor van Klanten. Er is er naar het oordeel van de rechtbank bewust voor gekozen om de stijl van de Kamer van Koophandel te imiteren om zodoende de ondernemers om de tuin te leiden opdat zij het bedrag van € 149,00 aan het Kantoor voor Klanten zullen betalen. De rechtbank kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de verdachten er naar streefden om met het versturen van 1,4 miljoen facturen éénmalig een grote slag te kunnen slaan en in het geheel niet de intentie hebben gehad om het Kantoor voor Klanten een permanente status te geven. Het gaat naar het oordeel van rechtbank om een samenstel van bedriegelijke handelingen, bedoeld om een valse voorstelling ingang te doen vinden en met name om – gebruikmakend van het vertrouwen dat de Kamer van Koophandel bij ondernemers geniet – gedetailleerde bestudering van de verstuurde acceptgirokaart te voorkomen . Hoewel er wellicht strikt genomen geen onwaarheden op deze acceptgiro staan vermeld, moet één en ander naar het oordeel van de rechtbank toch worden beschouwd als listige kunstgrepen in de zin van artikel 326 Sr. Derhalve kan het handelen van de verdachten [verdachte 3], [verdachte 1] en [verdachte 2] als oplichting worden aangemerkt.
Uit de stukken en het ter zitting verhandelde is de rechtbank niet gebleken dat er sprake was van een opdracht geven danwel feitelijk leiding geven aan de verboden gedragingen als onder 1A en 1B primair ten laste is gelegd. Naar het oordeel van de rechtbank hebben de drie verdachten de gedragingen in persoon gepleegd.
De rechtbank zal de verdachte derhalve van het onder 1A primair, onder 1B primair en 2 primair tenlastegelegde vrijspreken.
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte het onder 1A subsidiair tenlastegelegde tezamen en in vereniging met de verdachten [verdachte 1] en [verdachte 2] heeft begaan. De rechtbank ziet de verdachten [verdachte 1] en [verdachte 2] als de initiatiefnemers tot de gepleegde oplichting en de verdachte [verdachte 3] als uitvoerder van de strafbare gedragingen.
Ten aanzien van het tenlastegelegde onder 1B subsidiair:
De rechtbank leest in de tenlastegelegde tekst dat het Openbaar Ministerie de verdachte overtreding van artikel 337 lid 1 sub a (in plaats van sub d) juncto lid 3 van het Wetboek van Strafrecht heeft tenlastegelegd.
Met betrekking tot het onder 1B tenlastegelegde is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden bewezen dat de in de tenlastelegging genoemde woord- en beeldmerken “Kantoor voor Klanten BVBA”, “KvKhandelsregister.nl 2009” en “www.kvkhandelsregister.nl” vals, vervalst of wederrechtelijk vervaardigde merken zijn. Uit het dossier en ter zitting is de rechtbank niet gebleken dat de Kamer van Koophandel de term “handelsregister” in welke vorm dan ook heeft geregistreerd. Kantoor voor Klanten heeft voornoemde woord- en beeldmerken wel geregistreerd. Daarbij komt dat de term “handelsregister” niet een benaming is die alleen maar door de Kamer van Koophandel wordt gebruikt, maar die ook elders in het handelsverkeer wordt gebezigd. Er is derhalve geen sprake van een strafbaar handelen in de zin van artikel 337 lid 1 sub a juncto lid 3 van het WvSr.
Daarnaast ontbreekt naar het oordeel van de rechtbank ten aanzien van deze verdachte, gelet op hetgeen hiervoor onder 1A is overwogen, ook hier het oogmerk tot het plegen van het tenlastegelegde feit en zal zij verdachte ook daarom terzake het onder 1B subsidiair tenlastegelegde vrijspreken.
Ten aanzien van het tenlastegelegde onder 2 subsidiair:
De website en de factuur van de Kamer van Koophandel bezitten een zodanig eigen karakter en persoonlijk stempel van de maker, dat de Kamer van Koophandel, als maker van die werken daarop het auteursrecht, een uitsluitend recht, bezit.
Uit het dossier blijkt dat naast de identieke totaalindrukken van de facturen/brieven van Kamer van Koophandel enerzijds en kantoor voor Klanten anderzijds er ook vele details door Kantoor voor Klanten zijn gekopieerd, waaronder de kleurencombinatie (geel en blauw), de lettertypen en de plaats van de tekstblokken. De positie van het logo, van de geadresseerde, van de afzender, van de kopjes zijn letterlijk overgenomen. De titel “Bijdrage Kamer van Koophandel 2008”is nagenoeg identiek aan de titel “Bijdrage KvKHandelsregister.nl2009”.
De totaalindruk van beide websites is hetzelfde. Het logo in de linkerbovenhoek, de foto rechts daarnaast met een identieke achtergrond, bestaande uit een gebouw met glazen boogwand en enkele zakelijk ogende jonge personen, de kleurencombinatie (blauw, geel en wit) de horizontale menubalk onder het logo en de foto, de indeling van de pagina en de invulvelden. Ook wat betreft het logo dat door Kantoor voor Klanten is gebruikt kan gesteld worden dat dit overeenstemt met het logo dat door de KvK is geregistreerd. Er is nagenoeg identiek kleurgebruik, de Kamer van Koophandel gebruikt 3 gele bollen met elkaar verbonden, omgeven door een witte gloed van licht in blauwe achtergrond. Het Kantoor voor Klanten veranderde de 3 met elkaar verbonden bollen slechts in 4 harten. Dit logo wekt in combinatie met de nagenoeg identieke factuur de stellige indruk dat men te maken heeft met de Kamer van Koophandel.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen acht de rechtbank onder 2 subsidiair bewezen dat de verdachte en zijn twee medeverdachten door de brief met acceptgirokaart aan [naam distributiebedrijf] ter verspreiding aan te bieden, in bedrijfsverband (door middel van het Kantoor voor Klanten) inbreuk hebben gemaakt op het auteursrecht van de Kamer van Koophandel.
Ten aanzien van het tenlastegelegde onder 3:
De rechtbank kwalificeert de onder 1A subsidiair en 2 subsidiair bewezen verklaarde feiten als ccndaadse samenloop. De rechtbank gaat er van uit dat de verdachten ccn keer een wilsbesluit tot het plegen van de strafbare handelingen hebben genomen. Zoals reeds eerder is overwogen neemt de rechtbank aan dat verdachte en zijn twee medeverdachten éénmalig een grote slag hebben willen slaan en in het geheel niet de intentie hebben gehad om het Kantoor van Klanten een permanente status te geven. Er is niet gebleken van een oogmerk bij verdachten tot het plegen van meerdere misdrijven.
Naar het oordeel van de rechtbank kan derhalve niet gezegd worden dat de verdachte deel uit heeft gemaakt van een criminele organisatie. Het is immers vaste jurisprudentie dat van een “organisatie” in de zin van artikel 140 Sr eerst kan worden gesproken als er een duurzaam en
gestructureerd samenwerkingsverband bestaat. Dat is hier niet het geval; van een meer dan eenmalige samenwerking of oogmerk daarop tussen de verdachten is niet gebleken.
De verdachte zal derhalve van het onder 3 tenlastegelegde worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1A subsidiair en 2 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1A subsidiair:
hij in de periode van 1 juni 2008 tot en met 31 januari 2009 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, telkens met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door hetzij door listige kunstgrepen onder meer de navolgende aangevers: dhr. [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] en/of [benadeelde 4] en/of [benadeelde 5] en/of [benadeelde 6] en/of [benadeelde 7] en/of [ benadeelde 8], elk heeft bewogen tot de afgifte van 149 euro, hierin bestaande dat hij en zijn mededaders, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk listiglijk onder meer telkens:
- heeft doen voorkomen dat de brieven met een aangehechte acceptgiro, betreffende de bijdrage KvKhandelsregister.nl 2009, afkomstig waren van de Kamer van Koophandel Nederland ten behoeve van de registratie in het handelsregister van de Kamer van Koophandel Nederland door onder meer:
* het gebruik van een gelijkende lay-out en gelijkend kleurgebruik en gelijkend logo en de gelijkende naam KvKhandelsregister en het tijdstip van verzending en
* aangevers in genoemde brieven erop te attenderen dat er sprake was van een nieuw bankrekeningnummer en
* genoemde brieven te versturen in enveloppen voorzien met een gelijkend logo van de Kamer van Koophandel Nederland;
waardoor aangevers werden bewogen tot bovengenoemde afgifte.
2 subsidiair:
hij in de periode van 1 juni 2008 tot en met 31 januari 2009 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, telkens opzettelijk voorwerpen, te weten om en nabij 700.000 en/of 385.000 , brieven en facturen, waarin met inbreuk op eens anders auteursrecht, te weten van de Kamer van Koophandel Nederland,
zonder toestemming van boven bedoelde rechthebbende,
telkens werken, te weten brieven, betreffende de bijdrage KvKhandelsregister.nl 2009 (149 euro) en facturen waarin het beeldmerk en het woordmerk van de Kamer van Koophandel
Nederland, waren vervat, openlijk ter verspreiding heeft aangeboden en heeft doen aanbieden, en ter verspreiding voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededaders, het plegen van deze misdrijven als bedrijf hebben uitgeoefend.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten hersteld. De verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
Kwalificatie
Hetgeen de rechtbank bewezen heeft verklaard levert het volgende de volgende strafbare feiten te beschouwen als ccndaadse samenloop op:
Onder 1A subsidiair:
Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd
Onder 2 subsidiair:
Medeplegen van het als bedrijf uitoefenen van het plegen van opzettelijk een voorwerp waarin met inbreuk op eens anders auteursrecht een werk is vervat openlijk ter verspreiding aanbieden, meermalen gepleegd.
Motivering straf
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van de verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting, het uittreksel uit het justitieel documentatieregister waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld ter zake van soortgelijke feiten alsmede de vordering van de officier van justitie.
De verdachte heeft zich samen met zijn twee medeverdachten schuldig gemaakt aan oplichting en het handelen in strijd met de Auteurswet. Ze hebben een groot aantal ondernemers daadwerkelijk opgelicht door hen een brief met acceptgirokaart te sturen waarin de indruk werd gewekt dat het gaat om de betaling van de jaarlijkse bijdrage voor de Kamer van Koophandel, op grond waarvan deze ondernemers hebben betaald Dit gebeurde op doortrapte wijze door gebruik te maken van een opgericht bedrijf onder de naam Kantoor voor Klanten en het plaatsen op het internet van een site die sterke gelijkenis vertoonde met de site van de Kamer van Koophandel en het, vlak vóór de inning van de jaarlijkse bijdrage door de Kamer van Koophandel, versturen van een brief met acceptgirokaart, die eveneens sterk leek op de factuur van de Kamer van Koophandel.
Het lag in de bedoeling van verdachten om in totaal een 1,4 miljoen brieven met facturen aan ondernemers in Nederland te verspreiden. De opdracht hiertoe was gegeven aan het door hen benaderde distributiebedrijf. De totale verspreiding is voorkomen door de media aandacht en het snelle ingrijpen van de Kamer van Koophandel.
Verdachte heeft samen met zijn medeverdachten, gelet op het grote aantal brieven en facturen die ze hebben verstuurd of nog wilden versturen, een ernstige vorm van oplichting gepleegd, althans willen plegen, waarbij landelijke beroering is ontstaan. Deze vorm van fraude, acquisitiefraude, tast het vertrouwen van ondernemers aan. Een ondernemer moet er op kunnen vertrouwen dat correspondentie die hij ontvangt, afkomstig is van degene die er op vermeld staat. Ook is het auteursrecht van de Kamer van Koophandel geschonden De bescherming hiervan heeft ook ten doel een zeker vertrouwen te waarborgen dat hetgeen aangeboden wordt, ook daadwerkelijk afkomstig is van degene die er op vermeld staat. De verdachten hebben doelbewust misbruik gemaakt van dit vertrouwen en daarmee van de goede naam van de Kamer van Koophandel. Zij hebben door de opmaak, het tijdstip van verzending en hun website bij ondernemers ten onrechte de indruk gewekt dat de acceptgiro afkomstig was van de Kamer van Koophandel.
De Kamer van Koophandel heeft ook financieel nadeel ondervonden van het handelen van verdachten. Zij heeft ongeveer 500.000 euro schade geleden om de zaak te corrigeren.
Gelet op het door de rechtbank bewezenverklaarde zal de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 18 maanden opleggen. De rechtbank realiseert zich dat hiermee de eis van de officier van justitie wordt overschreden, maar de omvang van de oplichting en de ernst daarvan rechtvaardigt de op te leggen straf. De rechtbank heeft bij de bepaling van deze straf geen rekening gehouden met een overschrijding van de redelijke termijn, omdat daar, naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van is.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De rechtbank heeft gelet op de artikelen
47 lid 1 aanhef en onder 1, 55 lid 1 en 326 van het Wetboek van Strafrecht
31b juncto 31 en 31a van de Auteurswet
BESLISSING
De rechtbank:
- verklaart het onder 1A subsidiair en 2 subsidiair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hiervoor is aangegeven, te kwalificeren als voormeld;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart de verdachte voor het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart het onder 1A primair, 1 B primair, 1B subsidiair, 2 primair en 3 en meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- veroordeelt de verdachte voor het bewezen- en strafbaar verklaarde tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden.
Beveelt dat bij de tenuitvoerlegging van deze straf de tijd die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is aldus gewezen door mrs. H.H.A. Fransen, voorzitter, L.W. Janssen en
J. van Bruggen, rechters, in tegenwoordigheid van A.E. Tuinstra, als griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 21 december 2012.
Mr. J. van Bruggen is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
De Wet Herziening Gerechtelijke Kaart zal op 1 januari 2013 in werking treden. De rechtbanken Assen, Groningen en Leeuwarden vormen met ingang van die datum tezamen de nieuwe rechtbank Noord-Nederland. Het rechtsgebied van deze rechtbank beslaat de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen. De zaak wordt daarom verder behandeld en beslist door de rechtbank Noord-Nederland.