ECLI:NL:RBGRO:2012:BY6378
Rechtbank Groningen
- Wraking
- R.B.M. Keurentjes
- W.J.A.M. Aers
- Th.A. Wiersma
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen politierechter wegens vermeende vooringenomenheid
Op 12 december 2012 heeft de rechtbank Groningen het wrakingsverzoek van [A] behandeld. [A] verzocht om wraking van mr. P.H.M. Smeets, de politierechter die de strafzaak tegen hem behandelde. Tijdens de zitting heeft de raadsman van [A], mr. R.J.E. van Haarst, het verzoek toegelicht. Mr. Smeets heeft zijn standpunt mondeling toegelicht en aangegeven niet te berusten in het wrakingsverzoek. De officier van justitie is ook gehoord. Na beraad in raadkamer heeft de rechtbank mondeling uitspraak gedaan.
Mr. Smeets heeft aangevoerd dat hij niet vooringenomen is. [A] verklaarde niet aanwezig te zijn geweest bij de mishandeling van [B], omdat hij bij een vriend was. Mr. Smeets heeft echter twee getuigenverklaringen voorgehouden die stelden dat [A] wel aanwezig was. [A] volhardde in zijn verklaring en stelde dat er onjuistheden waren in de verklaringen over het aantal betrokken personen. Mr. Smeets merkte op dat [A] niet kon weten wat er gebeurd was, omdat hij op dat moment in de woning van [C] verbleef.
De rechtbank oordeelde dat de door [A] gestelde schijn van vooringenomenheid niet kon worden aangenomen. De uitlating van mr. Smeets, ‘Dat zegt u’, werd niet als een aanwijzing voor vooringenomenheid gezien. De rechtbank benadrukte dat het enkele voorhouden van tegenstrijdige verklaringen niet kan worden geïnterpreteerd als vooringenomenheid. De rechtbank concludeerde dat er geen uitzonderlijke omstandigheden waren die de onpartijdigheid van mr. Smeets in twijfel trokken. Het verzoek tot wraking werd dan ook afgewezen, en het proces werd voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek tot wraking.