ECLI:NL:RBGRO:2012:BY4907

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
16 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
547097 CV EXPL 12-2534
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • R.Tj. Terpstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepasselijkheid van algemene voorwaarden in een bestendige handelsrelatie

In deze zaak, uitgesproken door de Rechtbank Groningen op 16 oktober 2012, betreft het een geschil tussen [A] en [B] over de toepasselijkheid van algemene voorwaarden. [A] heeft in opdracht van [B] tekeningen gemaakt voor een brandweerkazerne te Emmen, waarbij de offerte van [A] op 11 maart 2011 door [B] is geaccepteerd. De kern van het geschil draait om de vraag of de algemene leveringsvoorwaarden van [A] of de voorwaarden van de R.V.O.I. 1998 van toepassing zijn op de overeenkomst. [A] stelt dat zijn voorwaarden van toepassing zijn, terwijl [B] zich beroept op de R.V.O.I. 1998, die op eerdere transacties van toepassing was.

De kantonrechter overweegt dat er sprake is van een bestendige handelsrelatie tussen partijen, waarbij op eerdere transacties steeds de R.V.O.I. 1998 van toepassing was. De rechter concludeert dat de enkele verwijzing naar de leveringsvoorwaarden van [A] in de offerte niet voldoende is om deze voorwaarden van toepassing te verklaren, vooral omdat [B] niet expliciet heeft ingestemd met deze voorwaarden. De rechter benadrukt dat [A] bij het sluiten van de overeenkomst duidelijk had moeten maken dat andere voorwaarden van toepassing waren, wat niet is gebeurd.

Uiteindelijk oordeelt de kantonrechter dat de voorwaarden van de R.V.O.I. 1998 van toepassing zijn en verklaart de rechtbank zich onbevoegd om van het geschil kennis te nemen. [A] wordt veroordeeld in de kosten van het incident, vastgesteld op € 60,00 aan salaris voor de gemachtigde van [B]. Dit vonnis is uitgesproken door mr. R.Tj. Terpstra, kantonrechter, ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector kanton
Locatie Winschoten
Zaak\rolnummer: 547097 CV EXPL 12-2534
Vonnis in het incident d.d. 16 oktober 2012
inzake
[naam], handelend onder de naam [naam] Tekentechniek, wonende dan wel zaakdoende te [plaatsnaam] aan de [adres],
eiser, hierna [A] te noemen,
gemachtigde mr. E.D. de Jong, advocaat te Steenwijk (postbus 95, 8330 AB),
tegen
de besloten vennootschap [naam] Constructies , tevens handelend onder de naam [naam] Staalbouw, statutair gevestigd en kantoorhoudende te [plaatsnaam], [adres],
gedaagde, hierna [B] te noemen,
gemachtigde Inter-Europe-Incasso B.V. te Ter Apel (postbus 98, 9560 AB).
PROCESGANG
[A] heeft op de bij dagvaarding geformuleerde gronden gevorderd [B] te veroordelen tot betaling van € 10.410,75 vermeerderd met rente en kosten.
Bij conclusie van eis in het incident heeft [B] de onbevoegdheid van de rechtbank Groningen, sector kanton, locatie Winschoten, ingeroepen.
[A] heeft een conclusie van antwoord in het incident genomen.
Tenslotte is vonnis in het incident bepaald. De uitspraak daarvan is vastgesteld op heden.
OVERWEGINGEN
De feiten
1.1. [A] heeft in opdracht en voor rekening van [B] werkzaamheden verricht, bestaande uit het vervaardigen van een aantal tekeningen voor een nieuw te bouwen brandweerkazerne te Emmen, als nader omschreven in de door [A] op 11 maart 2011 uitgebrachte offerte die door [B] is geaccepteerd.
1.2. In de offerte staat - voor zover in deze van belang - ondermeer vermeld:
“Op al onze offertes en overeenkomsten zijn onze algemene leveringsvoorwaarden van toepassing, waarvan u een exemplaar kosteloos kunt downloaden via onze site www.[naam]tekentechniek.nl.”
1.3. In artikel 14 van voormelde leveringsvoorwaarden is bepaald dat op alle geschillen Nederlands recht van toepassing is en dat alle geschillen zullen worden beslecht door de daartoe volgens de wet bevoegde Nederlandse rechter, tenzij de kantonrechter bevoegd is.
1.4. Voorafgaande aan deze transactie heeft [B] veelvuldig zaken met [A] gedaan. Op de eerdere door [B] ontvangen facturen staat vermeld dat:
“Op al onze offertes, mededelingen, aanvaarding van opdrachten en overeenkomsten zijn steeds de voorwaarden, zoals vastgelegd in de R.V.O.I. 1998 (Regeling van de Verhouding tussen Opdrachtgever en adviserend Ingenieursbureau, ktr.), gedeponeerd ter griffie van de arrondissementsrechtbank te ’s-Gravenhage, van toepassing.”
1.5. In artikel 18 van de R.V.O.I. 1998 is bepaald dat geschillen met uitsluiting van de gewone rechter uitsluitend en in hoogste instantie zullen worden beslecht door arbitrage overeenkomstig het Reglement van de commissie van geschillen.
1.6. [B] heeft de facturen d.d. 10 oktober 2011 ad € 4.916,25 (exclusief BTW), d.d. 7 december 2011 ad € 1.900,00 (exclusief BTW) en d.d. 23 april 2012 ad € 3.594,50 (exclusief BTW) onbetaald gelaten. Op deze voormelde facturen wordt eveneens verwezen naar de toepasselijkheid van de R.V.O.I. 1998.
1.7. Bij brief d.d. 10 februari 2012 heeft de gemachtigde van [A] aan de gemachtigde van [B] ondermeer het volgende meegedeeld:
“Afgezien van bovenstaande zou ik graag van u willen vernemen of uw cliënte ermee kan instemmen dat het geschil tussen partijen wordt voorgelegd aan de gewone civiele rechter in plaats van aan de Commissie van Geschillen. De laatste procedure is namelijk zeer kostbaar. Ik stel de vraag omdat tussen cliënte en uw cliënte gesloten overeenkomst van toepassing zijn de RVOI 1998.”
1.8. Bij brief d.d. 28 februari 2012 heeft de gemachtigde van [B] ondermeer het volgende aan de gemachtigde van [A] meegedeeld:
“Als uw cliënt daaraan niet mee wil werken moet hij de zaak voorleggen aan de commissie van geschillen.”
Het geschil
2.1. Het geschil in het incident komt neer op de beantwoording van de vraag of op de onderhavige overeenkomst van toepassing zijn de algemene leveringsvoorwaarden van [A] dan wel de voorwaarden zoals vastgelegd in de R.V.O.I. 1998.
Het standpunt van [A]
3.1. [A] stelt zich op het standpunt dat zijn algemene leveringsvoorwaarden op de overeenkomst van toepassing zijn, aangezien de offerte door [B] is aanvaard en daarmee ook de toepasselijkheid van de leveringsvoorwaarden. Dat de toepasselijkheid van de R.V.O.I. 1998 op de nadien verschenen facturen staat vermeld, is niet relevant aangezien deze dateren van na het sluiten van de overeenkomst. Het bij brief d.d. 10 februari 2012 door zijn gemachtigde ingenomen standpunt berust op een misverstand.
Het standpunt van [B]
4.1. [B] stelt zich op het standpunt dat de voorwaarden zoals vastgelegd in de R.V.O.I. 1998 op de overeenkomst van toepassing zijn, aangezien daar op onderhavige facturen naar wordt verwezen. Ook voorafgaande aan deze transactie heeft zij veelvuldig zaken met [A] gedaan. Ook op de facturen die zij uit hoofde van deze transacties van [A] heeft ontvangen, wordt melding gemaakt van de R.V.O.I. 1998. Blijkens het schrijven van de gemachtigde van [A] d.d. 10 februari 2012 stelt deze zich klaarblijkelijk zelf ook op het standpunt dat de R.V.O.I. 1998 van toepassing zijn.
De beoordeling
5.1. Tussen partijen staat vast dat er sprake is van een bestendige handelsrelatie tussen partijen en dat op alle voorafgaande transacties tussen partijen steeds de voorwaarden, zoals vastgelegd in de R.V.O.I. 1998, van toepassing waren.
5.2. Op de ten processe bedoelde offerte van 11 maart 2011 staat nadrukkelijk vermeld dat op alle offertes en overeenkomsten de algemene leveringsvoorwaarden van [A] van toepassing zijn. De vraag die in deze procedure dient te beantwoord is of deze enkele verwijzing heeft geleid tot de toepasselijkheid van de leveringsvoorwaarden van [A], terwijl op alle voorafgaande transacties steeds andere voorwaarden van toepassing waren. Daarvoor is nodig dat uit een verklaring van [B] kan worden afgeleid dat zij de gelding van deze algemene leveringsvoorwaarden heeft aanvaard (3:33 BW) dan wel dat bij [A] daarvoor het vertrouwen is gewekt (3:35 BW).
5.3. Gesteld noch gebleken is dat [B] heeft verklaard deze leveringsvoorwaarden te aanvaarden. Met betrekking tot de vraag of er sprake is van een gewekt gerechtvaardigd vertrouwen, overweegt de kantonrechter als volgt.
5.4. Aangezien er sprake is van een bestendige handelsbetrekking tussen partijen, had het naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid op de weg van [A] gelegen dat zij [B] bij het sluiten van de overeenkomst nadrukkelijk op de toepasselijkheid van andere dan de gebruikelijk te hanteren voorwaarden had gewezen en dat deze voorwaarden bijvoorbeeld bij de offerte waren gevoegd. Hiervan is echter geen sprake geweest. Het dient er derhalve voor te worden gehouden dat de algemene voorwaarden die op alle voorafgaande overeenkomsten van toepassing waren, ook op deze overeenkomst van toepassing dienen te worden verklaard.
5.5. Steun voor dit oordeel vindt de kantonrechter in de omstandigheid dat ook op de uit deze overeenkomst voortvloeiende facturen, de toepasselijkheid van de voorwaarden van de R.V.O.I. 1998 staat vermeld en dat de gemachtigde van [A] zich blijkens de inhoud van zijn brief van 10 februari 2012 eveneens op dat standpunt heeft gesteld. Weliswaar heeft deze gemachtigde bij zijn conclusie van antwoord in het incident aangevoerd dat deze stellingname op een misverstand berust, maar dit verandert het hiervoor gegeven oordeel niet.
5.6. Aangezien - zoals hiervoor is overwogen - op de overeenkomst de voorwaarden van de R.V.O.I. 1998 van toepassing zijn en in artikel 18 van deze voorwaarden is bepaald dat geschillen met uitsluiting van de gewone rechter uitsluitend en in hoogste instantie zullen worden beslecht door arbitrage overeenkomstig het Reglement van de commissie van geschillen, leidt dit ertoe dat de rechtbank Groningen, sector kanton, locatie Winschoten, zich onbevoegd zal verklaren om van het onderhavige geschil kennis te nemen.
5.7. [A] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van het incident.
BESLISSING
De kantonrechter:
verklaart zich onbevoegd om van het geschil kennis te nemen;
veroordeelt [A] in de kosten van het incident, die aan de zijde van [B] tot aan deze uitspraak worden vastgesteld op € 60,00 aan salaris gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.Tj. Terpstra, kantonrechter, en op dinsdag 16 oktober 2012 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
typ: gv