RECHTBANK GRONINGEN
Sector Strafrecht
parketnummer: 18/670098-12 (promis)
datum uitspraak: 15 juni 2012
raadsman: mr. J.P.W. Nijboer
van de rechtbank Groningen, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] [geboorteland] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats],
thans preventief gedetineerd in de P.I. HvB Ter Apel te Ter Apel.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
1 juni 2012.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij,
op of omstreeks 13 februari 2012,
in de gemeente Stadskanaal,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
een geldbedrag van (ongeveer) 4995,-- euro, althans enig geldbedrag en/of zes,
althans een of meer, sloffen sigaretten en/of een pakje kauwgum en/of een
bosje bloemen en/of emballagebonnen, in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan het winkelbedrijf JUMBO, in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd
voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met
geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of een of meer andere in die winkel aanwezige personen, gepleegd met
het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of
om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij
de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen,
gewapend met een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en
voorzien van een bivakmuts en/of een masker en/of een zonnebril, althans een
gezichtsvermomming die winkel is binnengegaan en/of (vervolgens)
dat pistool, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] en/of een of meer andere
in de winkel aanwezige personen heeft gericht, althans duidelijk zichtbaar
heeft hebben getoond en daarbij (meermalen) dreigend de woorden heeft
toegevoegd: "Haal die lades eruit, haal het geld er uit" en/of "Doe die kassa
open, haal het geld er uit" en/of "Godverdomme, kassa open, nu sneller,
sneller" en/of "Sneller, sneller" en/of "Open up, open up" en/of "Dit is en
overval" en/of "Geld, geef geld" en/of "Money" en/of "Quick, Quick, give me
the money" en/of "More money, more money", althans woorden van
gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
die [slachtoffer 4] heeft (weg)geduwd en/of met een voorwerp in de rug geprikt en
daarbij dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Wegwezen", althans woorden van
gelijke (dreigende) aard en/of strekking;
hij,
op of omstreeks 13 februari 2012,
in de gemeente Stadskanaal,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van
(ongeveer) 4995,-- euro, althans enig geldbedrag, in elk geval van enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan het winkelbedrijf JUMBO, in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met
geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een
ander, althans alleen,
gewapend met een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en
voorzien van een bivakmuts en/of een masker en/of een zonnebril, althans een
gezichtsvermomming die winkel is binnengegaan en/of (vervolgens)
dat pistool, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] en/of een of meer andere
in de winkel aanwezige personen heeft gericht, althans duidelijk zichtbaar
heeft hebben getoond en daarbij (meermalen) dreigend de woorden hebben
toegevoegd: "Haal die lades eruit, haal het geld er uit" en/of "Doe die kassa
open, haal het geld er uit" en/of "Godverdomme, kassa open, nu sneller,
sneller" en/of "Sneller, sneller" en/of "Open up, open up" en/of "Dit is en
overval" en/of "Geld, geef geld" en/of "Money" en/of "Quick, Quick, give me
the money" en/of "More money, more money", althans woorden van
gelijke (dreigende) aard en/of strekking;
hij,
op of omstreeks 13 februari 2012,
in de gemeente Stadskanaal,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een fiets, in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 5], gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk
geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat
hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, die [slachtoffer 5] heeft vastgepakt en/of (vervolgens) een vuurwapen, althans
een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op/tegen de borst van die [slachtoffer 5] heeft
gedrukt, althans een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, heeft gericht op die [slachtoffer 5], althans duidelijk zichtbaar getoond
en/of daarbij dreigend de woorden toegevoegd; "Afstappen", althans woorden van
gelijke (dreigende) aard en/of strekking;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij,
op of omstreeks 13 februari 2012,
in de gemeente Stadskanaal,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot de
afgifte van een fiets, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met
geweld hierin bestond(en) dat
hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, die [slachtoffer 5] heeft vastgepakt en/of (vervolgens) een vuurwapen, althans
een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op/tegen de borst van die [slachtoffer 5] heeft
gedrukt, althans een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, heeft gericht op die [slachtoffer 5], althans duidelijk zichtbaar getoond
en/of daarbij dreigend de woorden toegevoegd; "Afstappen", althans woorden van
gelijke (dreigende) aard en/of strekking;
hij,
op of omstreeks 13 februari 2012,
in de gemeente Stadskanaal,
opzettelijk en wederrechtelijk een (deur van) kas, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of
onbruikbaar gemaakt.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen. Zowel de diefstal met geweld als de afpersing kunnen cumulatief bewezen worden verklaard bij zowel het onder 1 als het onder 2 ten laste gelegde. In dit soort gevallen is er geen scherp onderscheid te maken tussen beide, zo volgt uit jurisprudentie van de Hoge Raad. Met betrekking tot het onder 3 ten laste gelegde heeft de officier van justitie aangevoerd dat in een chaotische situatie als waarin verdachte zich bevond, hij was in het donker op de vlucht, je er rekening mee moet houden dat je zaken vernielt die je tegenkomt op je vluchtweg. Dit risico heeft verdachte willens en wetens aanvaard. Daarmee heeft hij voorwaardelijk opzet op vernieling.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich met betrekking tot het onder 1 en 2 ten laste gelegde gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, met dien verstande dat bij het onder 2 ten laste gelegde het op de borst drukken van het vuurwapen althans het richten daarmee, niet kan worden bewezen. Met betrekking tot het onder 3 ten laste gelegde heeft de raadsman gepleit voor vrijspraak. Verdachte had geen opzet op vernieling, ook niet in de zin van voorwaardelijk opzet.
Met betrekking tot het onder 3 ten laste gelegde
De rechtbank overweegt met betrekking tot de vernieling dat verdachte heeft verklaard dat hij op zijn vluchtroute door de tuin van aangever is gekomen en dat hij, in het donker, al struikelend tegen de deur van de zich in die tuin bevindende kas is gekomen. Daarbij is de kasdeur stuk gegaan. De rechtbank is van oordeel dat dit een ongeluk is geweest en dat verdachte geen opzet had op de vernieling, ook niet in voorwaardelijke vorm. Verdachte zal daarom van dit feit worden vrijgesproken.
De rechtbank heeft bij de beoordeling van het onder 1 en 2 ten laste gelegde acht geslagen op de volgende bewijsmiddelen.
Met betrekking tot het onder 1 ten laste gelegde
De bekennende verklaring door verdachte op de terechtzitting afgelegd;
Een proces-verbaal van aangifte d.d. 18 februari 2012, opgenomen vanaf pagina 370 van dossier nummer 2012015054 d.d. 12 april 2012, inhoudende de verklaring van [aangever] namens Jumbo te Stadskanaal;
Een proces-verbaal van aangifte d.d. 16 februari 2012, opgenomen vanaf pagina 348 van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1];
Een proces-verbaal van aangifte d.d. 29 februari 2012, opgenomen vanaf pagina 357 van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 4];
Een proces-verbaal van aangifte d.d. 14 februari 2012, opgenomen vanaf pagina 361 van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 2];
Een proces-verbaal van verhoor d.d. 13 februari 2012, opgenomen vanaf pagina 55 van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 3].
Met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde
De bekennende verklaring door verdachte op de terechtzitting afgelegd;
Een proces-verbaal van aangifte d.d. 14 februari 2012, opgenomen vanaf pagina 353 van dossier nummer 2012015054 d.d. 12 april 2012, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 5] namens [aangever 2].
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met zijn mededaders een overval heeft gepleegd op de Jumbo. Op zijn vluchtroute heeft verdachte met één van zijn mededaders een toevallig voorbijkomende fietser van zijn fiets beroofd om daarmee hun vluchtweg te kunnen vervolgen. Verdachte deed dit alles in nauwe en bewuste samenwerking met zijn mededader(s). Zij hebben van te voren plannen gemaakt, voorbereidingen getroffen, afspraken gemaakt en er was sprake van een taakverdeling. Na de overval hebben zij de buit verdeeld.
Met betrekking tot het onder 1 ten laste gelegde overweegt de rechtbank dat tussen de begrippen ‘wegnemen’ van artikel 312 van het Wetboek van Strafrecht en ‘afgifte’ van artikel 317 van het Wetboek van Strafrecht geen scherpe grens bestaat. Blijkens de bewijsmiddelen waren de gedragingen van verdachte hoofdzakelijk gericht op en bestonden zij vooral uit wegnemen, zodat de rechtbank het totale feitencomplex zal bewijzen als diefstal met geweld.
Nu verdachte met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde een bekentenis heeft afgelegd, maar daarbij uitdrukkelijk heeft ontkend het vuurwapen dat hij bij zich droeg tegen de borst van aangever te hebben gedrukt of op aangever te hebben gericht, zal de rechtbank verdachte van dat onderdeel van de tenlastelegging vrijspreken. De rechtbank ziet geen aanleiding de verklaring van verdachte op dit specifieke punt niet geloofwaardig te achten en er is, naast aangever, niemand anders die dit verklaart.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij op 13 februari 2012, in de gemeente Stadskanaal, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag van (ongeveer) 4995,-- euro en zes sloffen sigaretten en een pakje kauwgum en een bosje bloemen en emballagebonnen, toebehorende aan het winkelbedrijf JUMBO, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander, gewapend met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en voorzien van een bivakmuts en/of een masker en/of een zonnebril, die winkel is binnengegaan en (vervolgens) dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] heeft gericht en daarbij (meermalen) dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Haal die lades eruit, haal het geld er uit" en/of "Doe die kassa open, haal het geld er uit" en/of "Godverdomme, kassa open, nu sneller, sneller" en/of "Sneller, sneller" en/of "Open up, open up" en/of "Dit is een overval" en/of "Geld, geef geld" en/of "Money" en/of "Quick, quick, give me the money" en/of "More money, more money", en die [slachtoffer 4] heeft (weg)geduwd en met een voorwerp in de rug geprikt en daarbij dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Wegwezen".
hij op 13 februari 2012, in de gemeente Stadskanaal, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets, toebehorende aan [slachtoffer 5], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld
en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 5], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander, die [slachtoffer 5] heeft vastgepakt en (vervolgens) een op een vuurwapen gelijkend voorwerp duidelijk zichtbaar heeft getoond en daarbij dreigend de woorden toegevoegd; "Afstappen".
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten hersteld. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
Strafbaarheid van de feiten
Hetgeen de rechtbank bewezen heeft verklaard, levert de volgende strafbare feiten op:
1. Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
2. Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu ten aanzien van verdachte geen strafuitsluitings-gronden aanwezig worden geacht.
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte voor het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Daarbij heeft hij met name aangevoerd dat verdachte documentatie heeft, dat hij op een berekenende wijze een goed geplande overval heeft gepleegd en dat hij, volgens het rapport van de reclassering, niet open staat voor hulpverlening.
Namens verdachte is betoogd dat verdachte nog erg jong is en dat in het rapport van de reclassering alles wat verdachte zegt negatief wordt uitgelegd. Verdachte heeft meegewerkt aan het onderzoek en neemt verantwoordelijkheid voor zijn daden. Er is geen fysiek geweld gebruikt bij de overval. In vergelijkbare zaken zijn straffen opgelegd die minder hoog zijn dan de eis van de officier van justitie in deze zaak (bijvoorbeeld LJN BN1051 (rb Den Haag) en LJN BW2214 (rb Utrecht)).
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting, het hem betreffende uittreksel uit het justitiële documentatieregister, alsmede de vordering van de officier van justitie.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan twee diefstallen met geweld. Hij heeft met zijn mededaders het plan opgevat om de Jumbo te Stadskanaal te overvallen. Daartoe heeft hij de nodige voorbereidingen getroffen, waaronder het (laten) aanschaffen van donkere kleding en bivakmutsen en het regelen van wapens. Hij heeft op de dag van de overval één van zijn mededaders bereid gevonden hem met zijn andere mededader naar de Jumbo te vervoeren, heeft zich vlakbij de Jumbo omgekleed, is de Jumbo binnen gegaan en heeft daar onder bedreiging van wapens het personeel gedwongen de kassa’s leeg te halen. Vervolgens hebben ze de winkel verlaten en toen ze op hun vluchtroute een fietser tegen kwamen besloten ze, nog altijd gekleed in overvaltenue en met de wapens nog in de hand, deze zijn fiets afhandig te maken. Dergelijke ernstige feiten schokken de maatschappij als geheel en veroorzaken gevoelens van onveiligheid en angst. Deze feiten hebben op veel mensen een negatieve impact, voornamelijk bestaande uit psychische schade. In het bijzonder de bij de overval bedreigde personeelsleden en de fietser kunnen er nog lange tijd negatieve gevolgen van ondervinden. De rechtbank acht voor dergelijke feiten dan ook een gevangenisstraf van aanzienlijke duur passend. De rechtbank houdt rekening met het feit dat verdachte al eerder met politie en justitie in aanraking is geweest, met zijn jeugdige leeftijd en met de persoon van verdachte zoals die naar voren komt in het advies van de reclassering van 26 april 2012 en zoals die blijkt uit zijn houding ter zitting. De rechtbank ziet in de persoon van verdachte geen aanleiding een voorwaardelijk strafdeel op te leggen en merkt daarbij op dat eventueel in het kader van de regeling van de voorwaardelijke invrijheidstelling opnieuw pogingen kunnen worden ondernomen om tot een vruchtbare samenwerking tussen verdachte en de reclassering te komen.
De rechtbank ziet met name in de nog jeugdige leeftijd van verdachte en het feit dat het feitelijke geweld beperkt is gebleven, reden om lager te straffen dan de eis van de officier van justitie. De door de raadsman bepleite straffen zouden echter de aard en ernst van de feiten, met name feit 1, miskennen.
Vordering van de benadeelde partij
M.b.t. het onder 1 bewezen verklaarde
Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd Jumbo Supermarkten B.V., gevestigd te Veghel.
De benadeelde partij heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van de gronden waarop deze berust.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering zal worden toegewezen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Naar het oordeel van de rechtbank is uit het onderzoek ter terechtzitting komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van € 6.114,74. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal aan verdachte de verplichting opleggen het voornoemde geldbedrag ten behoeve van de benadeelde partij aan de Staat te betalen. De rechtbank heeft daartoe besloten omdat verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht en het belang van de benadeelde partij ermee is gediend niet zelf te worden belast met het innen van de toegewezen schadevergoeding.
Verdachte is niet tot vergoeding van bovengenoemd bedrag gehouden voorzover dit al door verdachtes mededader(s) is voldaan.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 24c, 36f, 57 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
Verklaart het onder 3 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hiervoor is aangegeven, te kwalificeren als voormeld en verklaart het bewezen verklaarde strafbaar.
Verklaart verdachte voor het bewezen verklaarde strafbaar.
Verklaart het onder 1 en 2 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte voor het bewezen- en strafbaar verklaarde tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 40 maanden.
Beveelt dat bij de tenuitvoerlegging van deze straf de tijd die veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht tenzij die tijd op een andere straf in mindering is gebracht.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij m.b.t. het onder 1 bewezen verklaarde
Wijst de vordering van de benadeelde partij Jumbo Supermarkten B.V., gevestigd te Veghel, toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 6.114,74 (zegge zesduizendhonderdveertien euro en vierenzeventig cent).
Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Verplicht de veroordeelde aan de Staat te betalen een geldbedrag van € 6.114,74 (zegge zesduizendhonderdveertien euro en vierenzeventig cent) ten behoeve van de benadeelde partij Jumbo Supermarkten B.V., gevestigd te Veghel, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 65 dagen hechtenis. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Heeft de veroordeelde voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 6.114,74 ten behoeve van de benadeelde partij, dan vervalt de verplichting om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. Dit geldt ook omgekeerd: heeft de veroordeelde de vordering van de benadeelde partij betaald, dan vervalt de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat.
De veroordeelde is niet tot vergoeding van bovengenoemd bedrag gehouden voorzover dit al door veroordeeldes mededader(s) is voldaan.
Dit vonnis is aldus gewezen door mrs. Th.A. Wiersma, voorzitter, E.W. van Weringh en J.M.M. van Woensel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.J. van Baren als griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 15 juni 2012.