ECLI:NL:RBGRO:2012:BW7144
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- K.R. Bosker
- D.A. Flinterman
- J.H.H. M. Dorscheidt
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in familiezaak met betrekking tot de (proces)houding van de man
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Groningen op 29 mei 2012, is een proceskostenveroordeling uitgesproken in een familiezaak. De man, verzoeker, had op 13 juli 2011 een verzoek tot vervangende toestemming tot erkenning en vaststelling van een omgangsregeling ingediend. De rechtbank heeft het verzoek behandeld tijdens een zitting op 27 september 2011, waarbij de man niet aanwezig was. Bij een tussenbeschikking op 1 november 2011 heeft de rechtbank de Raad voor de Kinderbescherming verzocht om onderzoek te doen naar de belangen van de kinderen. De Raad heeft op 10 februari 2012 gerapporteerd, maar de man heeft niet op uitnodigingen gereageerd en zijn verzoeken uiteindelijk ingetrokken.
De rechtbank oordeelt dat de vrouw niet ontvankelijk is in haar zelfstandig verzoek, omdat zij haar verweerschrift te laat heeft ingediend. Artikel 282 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bepaalt dat een verweerschrift tot de aanvang van de behandeling kan worden ingediend, maar de rechtbank ziet geen bijzondere redenen voor de late indiening. De rechtbank verklaart de man niet ontvankelijk in zijn verzoeken en veroordeelt hem in de proceskosten van de vrouw, die zijn begroot op € 453,00. De beschikking is uitgesproken door de voorzitter en de andere rechters in aanwezigheid van de griffier.
De griffier heeft partijen geïnformeerd over de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij het Gerechtshof te Leeuwarden binnen drie maanden na de uitspraak. Dit beroep moet door een advocaat worden ingesteld, en er is informatie verstrekt over gefinancierde rechtsbijstand.