ECLI:NL:RBGRO:2012:BW4130
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Incident na doorhaling: verzoek tot herplaatsing op de rol en voortprocederen in huurovereenkomst
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Groningen, heeft eiser Q een verzoek ingediend om de zaak opnieuw op de rol te plaatsen na een eerdere doorhaling. De zaak betreft een huurovereenkomst tussen Q en verweerder W, waarbij Q in eerste instantie de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde had gevorderd. Tijdens een comparitie op 25 november 2011 hebben partijen een schikking getroffen, vastgelegd in een proces-verbaal, waarin W zich verplichtte tot betaling van een bedrag van € 24.000,00 in twee termijnen en de huurprijs werd vastgesteld op € 1.500,00 per maand met ingang van 1 januari 2012. Na de schikking heeft Q echter geconstateerd dat W niet aan de betalingsverplichtingen voldeed en heeft de kantonrechter verzocht om de zaak opnieuw op de rol te plaatsen.
De kantonrechter heeft overwogen dat de doorhaling op de rol een administratieve handeling is zonder rechtsgevolgen, maar dat de bedoeling van partijen bij de schikking bepalend is voor de vraag of de procedure opnieuw kan worden voortgezet. De kantonrechter concludeert dat uit het proces-verbaal blijkt dat partijen de bedoeling hadden het geschil definitief te beëindigen. Er was geen voorbehoud of opschortende voorwaarde afgesproken, waardoor de zaak definitief is geëindigd met de schikking. Q kan derhalve niet opnieuw verzoeken om de zaak op de rol te plaatsen en zal een nieuwe procedure moeten starten voor de ontbinding en ontruiming.
De kantonrechter heeft het verzoek van Q afgewezen en de proceskosten gecompenseerd, zodat elke partij haar eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 4 april 2012 door kantonrechter R.P. van Eerde.