ECLI:NL:RBGRO:2012:BW3492
Rechtbank Groningen
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter mr. F. Sijens afgewezen
In deze zaak heeft verzoeker op 5 april 2012 een mondeling verzoek tot wraking ingediend tegen mr. F. Sijens, rechter in de sector bestuursrecht van de Rechtbank Groningen. Verzoeker stelde dat mr. Sijens zich vooringenomen en partijdig had getoond tijdens de zitting. Hij baseerde zijn verzoek op verschillende redenen, waaronder het feit dat de zitting begon terwijl de aanmaningstermijn voor het betalen van het griffierecht nog niet was verstreken. Daarnaast stelde verzoeker dat het nog te nemen besluit van de gemeente over zijn aanvraag voor bijzondere bijstand niet door de rechter was meegenomen in de beslissing die hem werd voorgelegd, namelijk of hij de zaak inhoudelijk wilde behandelen of de zitting wilde aanhouden.
De rechtbank heeft het wrakingsverzoek afgewezen. De rechtbank oordeelde dat mr. Sijens zich niet vooringenomen had getoond en dat de door verzoeker aangevoerde feiten en omstandigheden niet voldoende waren om te concluderen dat de rechterlijke onpartijdigheid in het geding was. De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden weerleggen. De rechtbank concludeerde dat er geen objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid was en dat het verzoek tot wraking derhalve moest worden afgewezen.
De beslissing werd genomen door de wrakingskamer, bestaande uit mr. R.P. van Eerde als voorzitter, mr. E.M.J. Brink en mr. S.M. Schothorst. De uitspraak vond plaats op 12 april 2012, en de rechtbank bepaalde dat het proces in de hoofdzaak zou worden voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.