ECLI:NL:RBGRO:2012:BW2299

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
11 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
524422 - CV EXPL 11-14073
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van hoofdsom en buitengerechtelijke kosten door Essent Retail Energie B.V. tegen A

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Groningen op 11 april 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen Essent Retail Energie B.V. en A. Essent vorderde een bedrag van € 496,18 aan hoofdsom, € 75,00 aan buitengerechtelijke kosten en € 14,08 aan rente. Essent stelde dat A als contractant verantwoordelijk was voor de gehele vordering, omdat hij verzuimd had om een adreswijziging door te geven en de meterstanden tijdig te rapporteren. A erkende de hoofdsom verschuldigd te zijn, maar betwistte de hoogte van de buitengerechtelijke kosten en stelde dat hij slechts contactpersoon was voor meerdere bewoners van de woonboot, waardoor hij slechts aansprakelijk zou zijn voor 1/4 van het gevorderde bedrag.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat A de hoofdsom erkend heeft, wat een gerechtelijke erkenning is. Dit kan alleen worden teruggedraaid als A kan aantonen dat deze erkenning onder dwang of zonder vrijheid is afgelegd, wat niet is gebleken. De rechter oordeelde dat de vordering van Essent voor het grootste deel toewijsbaar was, maar dat de buitengerechtelijke kosten niet terecht waren gevorderd, omdat Essent voorafgaand aan de procedure niet adequaat had gereageerd op A's bezwaar tegen de hoogte van deze kosten.

De kantonrechter heeft A veroordeeld om € 510,26 te betalen aan Essent, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft A ook in de proceskosten veroordeeld. Dit vonnis is uitgesproken door mr. F. de Jong, kantonrechter, en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector kanton
Locatie Groningen
Zaak\rolnummer: 524422 \ CV EXPL 11-14073
Vonnis d.d. 11 april 2012
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Essent Retail Energie B.V.,
statutair gevestigd te 's-Hertogenbosch,
eiseres, hierna Essent te noemen,
gemachtigde Tijhuis & Partners GGN, gerechtsdeurwaarders te Meppel,
tegen
A,
postadres: [adres, postcode, plaatsnaam],
gedaagde, hierna A te noemen,
gemachtigde B, zijn vader.
PROCESGANG
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende processtukken:
- dagvaarding (met een productie)
- conclusie van antwoord (met producties)
- conclusie van repliek (met producties)
- conclusie van dupliek.
Vervolgens is vonnis bepaald, waarvan de uitspraak is bepaald op heden.
OVERWEGINGEN
1. De vaststaande feiten
1.1 Als gesteld en erkend, dan wel niet (gemotiveerd) weersproken, alsmede op grond van de in zoverre onbetwiste inhoud van de overgelegde producties staat het volgende vast.
1.2 Essent heeft tot en met 31 juli 2010 gas en elektriciteit geleverd aan het adres Turfsingel 1017 te Groningen. De algemene voorwaarden van Essent zijn van toepassing.
1.3 Op 6 november 2010 heeft Essent de factuur betreffende de eindafrekening van 31 juli 2010 naar het adres Turfsingel 1017 te Groningen verzonden. De factuur is geadresseerd aan A.
2. Het standpunt van Essent
2.1 Essent vordert in rechte een bedrag van € 496,18 aan hoofdsom, € 75,00 aan buitengerechtelijke kosten en € 14,08 aan rente. Naast voormelde vaststaande feiten legt zij het volgende aan haar vordering ten grondslag.
2.2 A is als contractant verantwoordelijk voor de gehele vordering. Op grond van artikel 20 van de algemene voorwaarden had A een adreswijziging moeten doorgegeven. De verlate verzending van de eindafrekening is mede veroorzaakt doordat A verzuimd heeft de meterstanden door te geven.
2.3 De aanmaankosten heeft Essent laten vallen bij dagvaarding. Dat had gevolgen voor de hoogte van de buitengerechtelijke kosten. Deze kosten zijn terecht in rekening gebracht.
3. Het standpunt van A
3.1 A heeft bij conclusie van antwoord erkend de hoofdsom verschuldigd te zijn. Bij conclusie van dupliek heeft hij echter aangevoerd nooit een overeenkomst met Essent te hebben gesloten, maar slechts contactpersoon te zijn geweest voor de in totaal vier bewoners van de woonboot. Hij is daarom slechts aansprakelijk voor 1/4 van het gevorderde bedrag.
3.2 Verder is A het niet eens met de in rekening gebrachte incassokosten. Hij heeft, hoewel daarom verzocht, geen specificatie van de vordering ontvangen. A ontving in mei 2011 ineens een brief van de deurwaarder waarin buitengerechtelijke kosten werden gevorderd van € 150,00. In deze procedure wordt echter maar € 75,00 gevorderd.
3.3 A heeft voorgesteld de hoofdsom te betalen, maar daar ging de deurwaarder niet mee akkoord. Daarom maakt hij eveneens bezwaar tegen de proceskosten.
4. Beoordeling
4.1 A heeft bij conclusie van antwoord erkend de hoofdsom verschuldigd te zijn. Dit betreft een gerechtelijke erkenning. Hierop kan alleen worden teruggekomen als aannemelijk is dat deze erkenning door dwaling of niet in vrijheid is afgelegd. Hiervan is niet gebleken. Bovendien heeft A niet betwist dat Essent gas en elektriciteit heeft geleverd aan zijn voormalig woonadres aan de [adres] te [plaats] en dat hij contactpersoon was voor Essent. De manier waarop A de betaling onderling met zijn vroegere huisgenoten heeft geregeld, kan niet aan Essent worden tegengeworpen. De vordering zal daarom worden toegewezen. Nu A met de betaling in verzuim is geweest, zal de gevorderde rente eveneens worden toegewezen.
4.2 Verder heeft A bezwaar gemaakt tegen de buitengerechtelijke incassokosten. Uit de stukken volgt dat Essent aanvankelijk incassokosten over de hoofdsom en aanmaankosten heeft berekend en in rekening heeft gebracht. In deze procedure vordert Essent de aanmaankosten niet, waardoor de incassokosten lager uitvallen. Onweersproken is dat A voorafgaand aan de procedure bezwaar heeft gemaakt tegen (de hoogte van) de bijkomende kosten.
Pas in de dagvaarding is Essent overgegaan tot een aanpassing van die kosten, in totaal vallen deze met het vervallen van de aanmaankosten € 100,- lager uit. Gelet hierop en het gegeven dat A bij zijn bezwaar tegen de kosten, voorafgaand aan de procedure heeft aangeboden de hoofdsom te betalen en Essent daar verder niet op heeft gereageerd, ziet de kantonrechter aanleiding om de vordering ter zake van de buitengerechtelijke kosten af te wijzen.
4.3 A is, ondanks zijn aanbod niet overgegaan tot betaling van de hoofdsom. In zoverre is hij derhalve terecht door Essent in rechte betrokken. A zal daarom als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.
BESLISSING
De kantonrechter:
veroordeelt A om tegen kwijting aan Essent te betalen € 510,26 vermeerderd met de wettelijke rente over € 496,18 vanaf 7 november 2011 tot de dag der algehele voldoening;
veroordeelt A tevens in de kosten van het geding, aan de zijde van Essent tot aan deze uitspraak vastgesteld op € 426,00 aan vastrecht, € 83,31 aan explootkosten en € 200,00 voor salaris van de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. de Jong, kantonrechter, en op 11 april 2012 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
typ: mdh