ECLI:NL:RBGRO:2012:BV9028
Rechtbank Groningen
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot wraking van rechters in strafzaak
In deze zaak heeft mr. B.M. Beg namens verzoeker op 16 januari 2012 een verzoek tot wraking ingediend van de rechters mrs. H.H.A. Fransen, L.W. Janssen en Y. Huizing, die betrokken zijn bij de strafzaak tegen verzoeker onder parketnummer 18/076024-02. Het verzoek tot wraking werd behandeld op 10 februari 2012, waarbij de officier van justitie, mr. C.H.J. Bollen, haar zienswijze naar voren bracht. De betrokken rechters hebben schriftelijk hun zienswijze kenbaar gemaakt en besloten niet aanwezig te zijn bij de behandeling van het verzoek.
Verzoeker stelde dat de rechters vooringenomen waren en dat het recht op inzage in het dossier was onthouden, wat volgens hem een schending van het recht op een eerlijk proces inhield. De rechters betwistten deze beschuldigingen en gaven aan dat hun beslissing om inzage te weigeren was onderbouwd en dat er rekening was gehouden met de belangen van de verdediging.
De rechtbank oordeelde dat het verzoek tot wraking niet gegrond was. Volgens artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering kan een rechter worden gewraakt op basis van feiten die de onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen. De rechtbank concludeerde dat de beslissing om inzage te weigeren een procesrechtelijke beslissing was en dat deze niet op zichzelf een aanwijzing voor vooringenomenheid opleverde. De rechtbank wees het verzoek tot wraking af en bepaalde dat de hoofdzaak voortgezet kon worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek.