ECLI:NL:RBGRO:2012:BV3086

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
31 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
128661-FA RK 11-1867
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voornaamswijziging in verband met geslachtsnaamsaanduiding

In deze zaak heeft de rechtbank Groningen op 31 januari 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van de voornaam van een minderjarige, ingediend door de Officier van Justitie (OvJ). De OvJ verzocht om de voornaam van de minderjarige, die in de geboorteakte als 'A.' was opgenomen, te wijzigen in 'B.'. Dit verzoek was gebaseerd op een brief van de ambtenaar van de burgerlijke stand, waarin werd gesteld dat de naam 'ben' in de context van de geboorteakte een geslachtsnaamaanduiding was en derhalve niet als voornaam kon worden opgenomen.

De ouders van de minderjarige verzetten zich tegen dit verzoek en dienden een verweerschrift in. Zij stelden dat de akte correct was opgemaakt en dat er geen sprake was van een misslag. De ouders voerden aan dat de ambtenaar van de burgerlijke stand vier jaar geleden de voornamen had vermeld zonder bezwaar, en dat de naam 'ben' ook een gebruikelijke voornaam in Nederland is. Bovendien stelden zij dat het verzoek van de OvJ onvoldoende onderbouwd was en dat artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) zich verzet tegen honorering van het verzoek.

De rechtbank heeft de zaak behandeld op 14 december 2011, waarbij de ouders zijn gehoord. De rechtbank overwoog dat de ambtenaar van de burgerlijke stand ten onrechte had gesteld dat 'ben' geen voornaam maar een voorvoegsel was. De rechtbank concludeerde dat de wetgeving omtrent voornamen niet verbiedt dat een voorvoegsel dat een geslachtsnaamaanduiding inhoudt, wordt opgenomen in de geboorteakte, mits het ook als gebruikelijke voornaam kan worden beschouwd. Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek van de OvJ afgewezen, omdat het onvoldoende was onderbouwd en de ouders terecht bezwaar maakten tegen de wijziging van de geboorteakte.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Civielrecht
zaaknr.: 128661/FA RK 11-1867
beschikking d.d. 31 januari 2012
in de zaak van:
OFFICIER VAN JUSTITIE,
parket Groningen,
verzoeker,
hierna te noemen de OvJ,
en
verweerders,
hierna te noemen de ouders.
PROCESVERLOOP
Op 18 augustus 2011 is ter griffie van de rechtbank een verzoekschrift binnengekomen van de OvJ, waarin deze heeft verzocht dat de akte O voorkomende in het register van geboorten zal worden gewijzigd, conform de brief d.d. 24 juni 2011 van de ambtenaar van de burgerlijke stand.
De ouders hebben hiertegen een verweerschrift ingediend en verzocht:
Het verzoek van de OvJ af te wijzen. Indien de rechtbank het verzoek zal toewijzen de voornamen aldus te wijzigen in B.
Op 28 oktober 2011 is ter griffie van de rechtbank een brief binnengekomen afkomstig van de ambtenaar van de burgerlijke stand.
Hierop is door de OvJ gereageerd bij brief, binnengekomen op 2 november 2011 ter griffie van de rechtbank.
Op 24 november 2011 en op 8 december 2011 zijn ter griffie van de rechtbank brieven binnengekomen afkomstig van de OvJ, respectievelijk van de ambtenaar van de burgerlijke stand.
De rechtbank heeft de zaak behandeld ter zitting met gesloten deuren op 14 december 2011.
De ouders zijn verschenen en gehoord.
RECHTSOVERWEGINGEN
VASTSTAANDE FEITEN
- op x is de akte van geboorte aktenummer 1 opgemaakt door de ambtenaar van de burgerlijke stand waarin is opgenomen de geboorte van A.;
- bij brief van 24 juni 2011 van de ambtenaar van de burgerlijke stand, gericht aan de OvJ, is verzocht toestemming te verlenen om de voornaam van de minderjarige in voornoemde geboorteakte te verbeteren in B.
Verzoek OvJ
De OvJ verzoekt een wijziging van de geboorteakte van voornoemde minderjarige en daarbij wordt verwezen naar een brief van 24 juni 2011 van de ambtenaar van de burgerlijke stand. Hierin wordt verzocht de voornaam van A. te verbeteren in B.
Beoordeling door de rechtbank
Op grond van artikel 1:24 Burgerlijk Wetboek kan de rechtbank onvolkomenheden in de registers op verzoek van belanghebbenden en de Officier van Justitie herstellen. Bedoeld wordt een verbetering van een onvolledige akte of een akte die een misslag bevat.
De vraag is of de akte een misslag bevat door opname van de voornaam A.
De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft gesteld dat het woordje “ben” “zoon van” betekent en geen voornaam maar een voorvoegsel is. Dat is in strijd met het Nederlandse namenrecht. Binnen de voornamen mag geen geslachtsnaamaanduiding vermeld worden. De ambtenaar van de gemeente heeft dezelfde fout gemaakt en zal zelfstandig een verzoek moeten richten aan de rechtbank. Als “ben” een voornaam was geweest had het met een hoofdletter geschreven moeten zijn. De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft geen bezwaar tegen het subsidiaire voorstel van ouders om het woordje “ben” tweemaal te schrappen.
De ouders verzetten zich tegen de verzochte verbetering van de geboorteakte. De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft vier jaar geleden de voornamen op de geboorteakte vermeld, zonder daartegen bezwaar te maken. Zo heeft ook de ambtenaar van de burgerlijke stand eenzelfde soort akte opgemaakt voor C. Van deze akte wordt geen wijziging verzocht. Dit lijkt naar de mening van de ouders op willekeur. De wetsbepalingen zijn zeer duidelijk en de bevoegdheid tot wijziging komt alleen toe aan de persoon zelf of zijn wettelijke vertegenwoordiger. De OvJ baseert het verzoek op artikel 1:24 lid 1 BW maar dit wetsartikel is niet bedoeld voor een dergelijk verzuim. Het woordje “ben” betekent in het arabisch “zoon van”. Er is volgens de ouders geen sprake van een misslag. De akte is opgemaakt in de Nederlandse taal en dient ook zo te worden gelezen; inderdaad zijn de namen D. en E., de namen van de vader respectievelijk grootvader. De vraag is of de ambtenaar bedoelt dat er sprake is van een patronymicum; de naam “ben” is geen gebruikelijke geslachtsnaam in Nederland maar wel een gebruikelijke voornaam. Tenslotte verzet artikel 8 EVRM zich tegen honorering van het verzoek van de OvJ, aldus de ouders.
Subsidiair wordt verzocht de naam “ben” te schrappen.
Ter zitting hebben de ouders nog gesteld dat de interpretatie van de naam er niet toe doet. Ben is ook een Nederlandse naam. Bij het opstellen van de geboorteakte is niet gevraagd of de naam met hoofdletter of met kleine letter geschreven moest worden.
De rechtbank toetst aan artikel 1:4 Burgerlijk Wetboek. In lid 2 is opgenomen dat de ambtenaar van de burgerlijke stand weigert in een geboorteakte voornamen op te nemen die ongepast zijn, of overeenstemmen met bestaande geslachtsnamen tenzij deze tevens gebruikelijke voornamen zijn.
In dit wetsartikel is niets opgenomen over het niet mogen opnemen van een voorvoegsel dat een geslachtsnaamaanduiding inhoudt zoals dat in het onderhavige geval is gebeurd.
Verzoeker heeft niet nader onderbouwd waarom er desondanks strijd zou zijn met enig wetsartikel.
Het verzoek zal daarom als onvoldoende onderbouwd worden afgewezen.
BESLISSING
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. K.R. Bosker en uitgesproken door deze ter openbare terechtzitting van 31 januari 2012 in tegenwoordigheid van H.M. Kamphuis-van der Veer, griffier.