ECLI:NL:RBGRO:2011:BV6091

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
7 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
123826 - KG ZA 11-12
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de dagvaarding in kort geding wegens het ontbreken van woonplaatsvermelding

In deze zaak, die voor de Rechtbank Groningen is behandeld, hebben eisers [A] en [B] een kort geding aangespannen tegen gedaagde [C]. De kern van het geschil betreft de nietigheid van de dagvaarding, omdat eisers hun woonplaats niet hebben vermeld. De voorzieningenrechter heeft op 7 maart 2011 geoordeeld dat het ontbreken van deze informatie een gebrek is dat nietigheid met zich meebrengt, en dat dit gebrek niet voor gedekt kan worden verklaard, omdat gedaagde [C] onredelijk in haar belangen is geschaad. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat [C] niet in staat is om de woonplaats van eisers te achterhalen, wat essentieel is voor een eventuele proceskostenveroordeling.

De procedure begon met een dagvaarding en een mondelinge behandeling op 1 februari 2011. Tijdens deze zitting waren de betrokken partijen en hun advocaten aanwezig. De eisers vorderden onder andere dat [C] onrechtmatige uitingen op internet zou verwijderen en zich zou onthouden van verdere uitingen die de eer en goede naam van [A] en [B] zouden aantasten. De voorzieningenrechter heeft de dagvaarding nietig verklaard en de proceskosten aan de zijde van [C] begroot op € 1.079,00.

In reconventie heeft [C] vorderingen ingesteld tegen [A] en [B] wegens het plaatsen van seksadvertenties op internet waarin de naam van [C] werd genoemd. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat [B] onrechtmatig heeft gehandeld door deze advertenties te plaatsen, en heeft [A] en [B] veroordeeld om zich te onthouden van dergelijke uitingen. De kosten aan de zijde van [C] in reconventie zijn begroot op € 816,00. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de voorzieningenrechter heeft een dwangsom opgelegd voor het niet naleven van de veroordelingen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GRONINGEN
Sector civielrecht
zaaknummer / rolnummer: 123826 / KG ZA 11-12
Vonnis in kort geding van 7 maart 2011
in de zaak van
1. [A],
woonplaats kiezende te [woonplaats] aan het [adres],
2. [B],
woonplaats kiezende te [woonplaats] aan het [adres],
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. G.A. de Boer te Meppel,
tegen
1. [C],
wonende te [woonplaats],
2. [D],
wonende te [woonplaats],
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaat mr. J. Faas te Groningen.
Partijen zullen hierna [A] en [B] en [C] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding,
- de mondelinge behandeling op 1 februari 2011 waarbij aanwezig waren de heer [B] met mr. De Boer voornoemd de heer en mevrouw [C] met mr. Faas voornoemd,
- de pleitnota van [C],
- de eis in reconventie.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1.[bedrijf B]ben [bedrijf B] een aannemingovereenkomst gesloten met betrekking tot de verbouwing van het woonhuis van [C]. Partijen zijn een aanneemsom van € 110.000,00 overeengekomen en [C] heeft voorafgaand aan en tijdens het begin van de verbouwing een bedrag van € 21.322,38 aan [B] betaald.
2.2. Op enig moment heeft [C] aan [B] laten weten ontevreden te zijn met de door de Roemeense werknemers verrichte werkzaamheden. Vervolgens heeft [B] zelf nog enkele dagen metselwerkzaamheden verricht waar [C] evenmin tevreden over was. [B] heeft zijn werkzaamheden beëindigd terwijl de verbouwing nog niet afgerond was.
2.3. [C] heeft [B] meermaals tevergeefs gevraagd herstelwerkzaamheden te komen uitvoeren. Bij brief van 13 oktober 2008 is de overeenkomst ontbonden en heeft [C] aanspraak gemaakt op schadevergoeding.
2.4. Op 13 oktober heeft [C] een website opgericht, genaamd eigenhuisenpuin.nl, waarop de door [B] verrichte werkzaamheden worden besproken en getoond. Ook verhalen van derden die zich door [B] gedupeerd voelen worden op de website opgenomen.
2.5. Op 14 oktober 2008 heeft [C] aangifte van oplichting door [B] gedaan. Voorts heeft [C] in oktober 2008 een tweetal deskundigen ingeschakeld die rapporten hebben uitgebracht over de verbouwing.
2.6. Ook op de website www.ikbengenaaid.nl en andere websites zijn mededelingen over [B] geplaatst.
2.7. Op 23 juni 2009 is [bedrijf B] failliet verklaard. [A] is de partner van [B].
2.8. Op 15 september 2010 is [C] door onbekende personen benaderd die reageerden op een advertentie inzake erotisch contact. [C] heeft deze advertentie niet zelf geplaatst. Uit een IP-check is [C] gebleken dat het IP-adres van de plaatser van de seksadvertentie overeenkomt met het IP-adres van [B].
2.9. [C] is vanaf 21 juni 2010 met naam en adres op de site van Tros Opgelicht vermeld. Het IP-adres van de plaatser komt overeen met die van [B].
3. Het geschil in conventie
3.1. [A] en [B] vordert samengevat - [C] te veroordelen
1. binnen 24 uur na betekening van dit vonnis alle internetpagina’s, webadressen en postings waarbij [C] is betrokken en waarop onrechtmatige uitingen jegens [A] en [B] zijn gedaan, te verwijderen en verwijderd te houden. Dit betreffen in ieder geval (postings op de) websites: www.eigenhuisenpuin.nl, www.ikbengenaaid.com, www.trosradar.nl, www.opgelicht.org , www.tweetmeme.com, www.pageinsider.com, www.123people.nl, alsmede de links naar deze websites;
2. binnen 24 uur na betekening van dit vonnis een aangetekend verzoek met ontvangstbevestiging te hebben ingediend bij de domeinhouders/beheerders van de sites www.ikbengenaaid.com, www.trosradar.nl, www.opgelicht.org , www.tweetmeme.com, www.pageinsider.com, www.123people.nl, tot het verwijderen en verwijderd houden van alle door [C] op deze sites geschreven postings met betrekking tot [A] en [B], voor zover verwijdering van deze postings door [C] zelf niet mogelijk is;
3. zich binnen 24 uur na betekening van dit vonnis te onthouden van het opzetten van of betrokken te zijn bij websites, weblogs of forums waarop onrechtmatige uitingen jegens [A] en [B] worden gedaan;
4. binnen 24 uur na betekening van dit vonnis een aangetekend verzoek met ontvangstbevestiging te hebben ingediend bij de exploitanten van Google, Altavista, Alltheweb, AOL, Clusty, Dogpile, Excite, Gigablast, Ilse, Lxquick, Izit0, Metacrawler, Metago, Metaspider, Bing, Nl-menu, Vinden, Yahoo, Zoeken, Zoekhet, tot het verwijderen en verwijderd houden, ook uit het cachegeheugen, van alle zoekresultaten waarin melding wordt gemaakt van de publicaties en spin-off van de publicaties van [C];
5. binnen onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis te (doen) staken en gestaakt te (doen) houden het doen van uitlatingen in Nederland, anders dan via het medium internet, aan derden die een aantasting vormen van de eer en goede naam van [A] en [B];
6. tot betaling aan [A] en [B] van een dwangsom van € 500,00 voor elke dag of deel daarvan dat [C] niet voldoet aan het gevorderde onder 1, 2, 3, 4 en 5;
7. in de kosten van het geding.
3.2. [C] voert verweer.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. Het geschil in reconventie
4.1. [C] vordert samengevat – [B] te veroordelen om zich na betekening van dit vonnis te onthouden van het doen van onrechtmatige uitingen jegens [C] op het internet of een ander medium, waardoor de eer en goede naam van [C] wordt aangetast, op straffe van eend dwangsom van € 5.000,00 per dag dat [B] hier niet aan voldoet, met veroordeling van [B] in de kosten van het geding.
4.2. [A] en [B] voert verweer.
4.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
5. De beoordeling in conventie
5.1. [C] heeft als meest verstrekkend verweer aangevoerd dat op grond van artikel 120 lid 1 Rv de dagvaarding nietig is. [A] en [B] hebben immers nagelaten in de inleidende dagvaarding hun woonplaats te vermelden. [A] en [B] hebben ter zitting gesteld dat omdat zij bang zijn dat hun woonplaats op internet zal worden vermeld zij hebben gekozen te volstaan met de woonplaats van hun advocaat mr. De Boer te Meppel. De wet biedt hiertoe de mogelijkheid, aldus [A] en [B].
5.2. De voorzieningenrechter overweegt dienaangaande als volgt.
Ingevolge artikel 45 Rv juncto 120 Rv is het niet vermelden van de woonplaats van eiser in de inleidende dagvaarding een gebrek dat nietigheid met zich brengt. Deze nietigheid kan ingevolge artikel 122 lid 1 Rv echter voor gedekt worden verklaard indien de rechter van oordeel is dat het gebrek gedaagden niet onredelijk in hun belangen heeft geschaad. De voorzieningenrechter is van oordeel dat hiervan in deze zaak geen sprake is. [C] heeft aangevoerd dat bij een eventuele proceskostenveroordeling en/of een toewijzing van de eis in reconventie zij moet kunnen achterhalen waar [A] en [B] woonachtig zijn. Gelet op het feit dat een eventueel veroordelend vonnis niet rechtstreeks aan [A] en [B] kan worden betekend en hun gemachtigde mr. De Boer ter zitting niet heeft verklaard voor een eventuele proceskostenveroordeling in te zullen staan, daarvoor zekerheid te stellen of het adres van [A] en [B] aan [C] te zullen meedelen, is de voorzieningenrechter van oordeel dat [C] door het gebrek onredelijk in haar belangen is geschaad.
5.3. Gelet op het voorgaande zal de voorzieningenrechter de dagvaarding nietig verklaren. [A] en [B] zullen in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [C] worden begroot op:
- vast recht EUR 263,00
- overige kosten 0,00
- salaris advocaat 816,00
Totaal EUR 1.079,00
6. De beoordeling in reconventie
6.1. [C] stelt dat [B] seksadvertenties op het internet heeft geplaatst waarin hun naam wordt genoemd en tevens dat hij op de site van Tros Opgelicht een bericht heeft geplaatst waarin hij aangeeft op zoek te zijn naar andere gedupeerden van [C]. [B] handelt hiermee in strijd met de wet en derhalve onrechtmatig, aldus [C].
6.2. Ondanks de stellige ontkenning van [B] ter zitting is de voorzieningenrechter van oordeel dat voldoende aannemelijk is dat hij de hiervoor genoemde advertenties dan wel berichten heeft geplaatst. Uit de door [C] overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting is immers gebleken dat het IP-adres van de plaatser overeenkomt met die van [B]. Dat een ander dan [B] of [A] de advertenties en berichten zou hebben geplaatst ligt dan ook niet voor de hand. Met het plaatsen van de seksadvertenties handelt [B] onrechtmatig nu de eer en goede naam van [C] hiermee wordt aangetast en de vordering in reconventie zal dan ook in die zin worden toegewezen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is onvoldoende aannemelijk geworden dat met het plaatsen van het bericht op de site van Tros Opgelicht de eer en goede naam van [C] eveneens is aangetast. Het oproepen van andere gedupeerden van [C] is daartoe onvoldoende.
6.3. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt als volgt.
6.4. [A] en [B] zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [C] worden begroot op:
- salaris advocaat EUR 816,00 (factor 3,0 × tarief EUR 816,00)
- overige kosten 0,00
Totaal EUR 816,00
7. De beslissing
De voorzieningenrechter
in conventie
7.1. verklaart de dagvaarding nietig,
7.2. veroordeelt [A] en [B] in de proceskosten, aan de zijde van [C] tot op heden begroot op EUR 1.079,00,
7.3. verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
7.4. veroordeelt [A] en [B] om zich na de betekening van dit vonnis te onthouden van het plaatsen van seksadvertenties met daarin de naam, telefoonnummer of adres van [C] op het internet of in een ander medium,
7.5. veroordeelt [A] en [B] een dwangsom te betalen van EUR 5000,00 voor iedere dag dat zij niet aan de in 7.4 uitgesproken hoofdveroordeling voldoen, tot een maximum van EUR 100.00,00 is bereikt,
7.6. veroordeelt [A] en [B] in de proceskosten, aan de zijde van [C] tot op heden begroot op EUR 816,00,
7.7. verklaart dit vonnis in reconventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
7.8. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. de Vroome en in het openbaar uitgesproken op 7 maart 2011.?