ECLI:NL:RBGRO:2011:BV4043

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
15 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
18/070501-00
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling en beoordeling van de veiligheid van betrokkene

In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 15 juni 2011 uitspraak gedaan over de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van betrokkene, die in de Oostvaarderskliniek verblijft. De vordering tot verlenging werd ingediend door de officier van justitie op 14 april 2011, en de rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende adviezen van deskundigen, waaronder reclasseringswerkers en psychiaters. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene, geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats], eerder ter beschikking was gesteld met een bevel tot verpleging van overheidswege en dat deze maatregel in het verleden al meerdere keren is verlengd.

De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar toegewezen. De deskundigen hebben in hun adviezen aangegeven dat betrokkene lijdt aan een chronische angststoornis en dat zijn alcoholmisbruik een negatieve invloed heeft op zijn behandeling. De deskundigen hebben geadviseerd om de terbeschikkingstelling te verlengen, maar niet over te gaan tot dwangverpleging, omdat dit de regressie van betrokkene zou verergeren.

Tijdens de zitting op 1 juni 2011 heeft de rechtbank de officier van justitie, betrokkene en zijn raadsvrouw, mr. I.P.J. Beerens, gehoord. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen vereisen dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd. De rechtbank heeft besloten om de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege te handhaven onder de reeds gestelde voorwaarden, zoals geformuleerd in de beslissing van 13 oktober 2010.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 18/070501-00
Kenmerk: Rk 11/294 (vordering verlenging terbeschikkingstelling)
datum uitspraak: 15 juni 2011
BESLISSING
van de rechtbank Groningen, meervoudige kamer voor strafzaken, op de vordering van de
officier van justitie in het arrondissement Groningen van 14 april 2011, ontvangen ter griffie van de rechtbank op 15 april 2011, strekkende tot verlenging met een jaar van de termijn gedurende welke van kracht is de last tot terbeschikkingstelling van:
[tbs-gestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
thans verblijvende in De Oostvaarderskliniek te Almere.
hierna te noemen “betrokkene”.
Bij vonnis van deze rechtbank van 14 juni 2001 werd betrokkene ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege. De terbeschikkingstelling is ingegaan op 11 juli 2001 en is door deze rechtbank laatstelijk verlengd met één jaar bij beslissing van 7 juli 2010. De dwangverpleging werd beëindigd onder voorwaarden bij beslissing d.d. 13 oktober 2010.
De officier van justitie heeft tevens gevorderd dat de rechtbank de hervatting van de dwangverpleging van overheidswege zal bevelen.
De rechtbank heeft kennisgenomen van:
- de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling d.d.
14 april 2011;
- het strafdossier met het bovenvermelde parketnummer;
- de verlengingsadviezen d.d. 13 april 2011 en 11 mei 2011, opgemaakt door [deskundige 1], reclasseringswerker, en [deskundige 2], hoofd Tactus Reclassering Flevoland, verbonden aan Tactus Verslavingszorg te Almere met als bijlage het adviesrapport d.d. 10 mei 2010 van [deskundige 3], psychiater, hoofd NIFP Zwolle-Lelystad;
- de voortgangsverslagen van Tactus Verslavingszorg d.d. 25 januari 2011 en
22 maart 2011.
De rechtbank heeft ter openbare zitting van 1 juni 2011 de officier van justitie, betrokkene en diens raadsvrouw mr. I.P.J. Beerens, advocaat te De Meern, gehoord.
Tevens heeft de rechtbank als deskundige gehoord [deskundige 1], reclasseringswerker, verbonden aan Tactus Verslavingszorg.
Beoordeling
Op grond van de hierboven vermelde stukken en de behandeling ter zitting is de rechtbank tot de volgende beoordeling gekomen.
In het voormelde verlengingsadvies van 13 mei 2011 wordt geadviseerd de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar. In dit verlengingsadvies staat, zakelijk weergegeven:
“Door een incident, dat heeft plaatsgevonden op 12 maart 2011, is betrokkene via een time-out op 14 maart 2011 teruggeplaatst in de Oostvaarderskliniek. Op de afgesproken datum, 11 april 2011, wilde betrokkene niet terug naar zijn woning van de RIBW Flevoland. Voorts weigerde hij Refusal te slikken aangezien hij medicatie niet ziet als oplossing voor zijn terugval in alcohol. Op basis hiervan is de time-out voortgezet en verlengd met een termijn van zeven weken.
Vanwege de intentie van de officier van justitie om de hervatting van de verpleging van overheidswege te vorderen hebben wij op 13 april 2011 aldus geadviseerd.
Op 10 mei 2011 hebben wij een psychiatrisch rapport ontvangen waarin geadviseerd wordt de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen, maar niet over te gaan tot omzetting in dwangverpleging aangezien de regressie van betrokkene hierdoor alleen maar zal toenemen.
Door dit rapport zijn wij tot de conclusie gekomen dat betrokkene behandelmoe is geraakt. De begeleiding bestaat momenteel uit risicomanagement. Het lijkt voor betrokkene belangrijk dat hij een justitieel kader voelt waar hij veiligheid aan ontleent. Vanuit dat oogpunt heeft verlengen van de voorwaardelijke beëindiging een duidelijke meerwaarde. De reclassering verzocht als aanvullende voorwaarde op te nemen, indien geïndiceerd, de medewerking van betrokkene bij het aanvragen van een verblijf/woonplek-indicatie. Als tweede aanvullende voorwaarde is het slikken van het ontwenningsmiddel Antabus voorgesteld.”
In het voormelde advies, opgemaakt door [deskundige 3], psychiater, wordt geadviseerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar. Het advies houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
“Bij betrokkene is sprake van een chronische angststoornis in de vorm van paniek met agorafobie. Er bestaan geen aanwijzingen voor een psychotische stoornis, noch voor een depressie. De somberheid en stemmingswisselingen worden sterk bepaald door zijn angsten en de alcohol die hij daaropvolgend in grote hoeveelheden gebruikt (alcohol is een berucht depressieveroorzakend genotmiddel). Er lijkt in ieder geval een redelijk causaal verband te bestaan tussen zijn alcoholmisbruik en het manifest worden van zijn angsten.
Waar echter ook rekening mee gehouden dient te worden is dat wij hier te maken hebben met een sterk geregredieërde man. Hij vertoont alle kenmerken van hospitalisatie, waardoor hij niet meer kan functioneren op een leeftijdsadequaat niveau. Hij vlucht dan ook de kliniek in, buiten voelt te angstig aan. Letterlijk zegt hij dan ook dat de kliniek hem even buiten de realiteit plaatst. Hij is afhankelijk geworden van de kliniek.
Het recidiverisico op korte termijn (op basis van de HKT-30) is onveranderd laag, overeenkomstig de prognose van de Oostvaarderskliniek. Mogelijk is het risico zelfs lager op middellange termijn, omdat betrokkene door zijn regressie nauwelijks meer handelt. Anders is het op langere termijn, wanneer hij niet adequaat wordt behandeld. Dan zal het alcoholgebruik toenemen en ook de ernst van zijn impulsieve gedrag. Dat kan en moet worden voorkomen. Betrokkene dient adequaat behandeld te worden door een ter zake kundige en betrokken psychiater, en niet laag frequent door een SPV’er. Er moet grondige evaluatie van het medicatiebeleid plaatsvinden. Betrokkene hoeft niet zo angstig te zijn als hij op dit moment is.
De terbeschikkingstelling moet met één jaar worden verlengd. Hervatting van de verpleging van overheidswege is geen juiste maatregel. De regressie van betrokkene zal daardoor juist toenemen.”
De deskundige [deskundige 1] heeft tijdens de zitting van 1 juni 2011 het advies bevestigd en nader toegelicht. Deze toelichting houdt – zakelijk weergegeven – in:
Enerzijds hebben we geadviseerd om de dwangverpleging te hervatten en anderzijds zijn er nog mogelijkheden voor een verlenging van de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging, maar dan onder aanscherping van de voorwaarden. Een satellietwoning via RIBW Kwintes is nog steeds een haalbare optie.
De gevraagde voorwaarde betreffende de woonplek behoeft bij nader inzien niet te worden opgenomen. De reeds gestelde voorwaarde dekt dit onderwerp. In plaats van Antabus is het wenselijk de verplichte Refusal te slikken wel op te nemen als voorwaarde.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij zijn vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar. De officier van justitie heeft daarbij zijn vordering aangepast in die zin dat hij niet meer de hervatting van de verpleging van overheidswege vordert. Hij vordert thans dat de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege zal voortduren onder de voorwaarden die bij de beslissing van deze rechtbank van 13 oktober 2010 zijn gesteld.
Betrokkene en zijn raadsvrouw hebben zich niet verzet tegen een verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar. De voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege kan naar hun mening voortduren onder de reeds gestelde voorwaarden.
De rechtbank overweegt als volgt.
De rechtbank stelt vast dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een geweldsmisdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Op grond van de inhoud van voormeld advies, de door de deskundige ter zitting gegeven toelichting en hetgeen uit het onderzoek ter zitting verder naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen vereist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd. Zij zal dit doen overeenkomstig het advies en de vordering met één jaar.
De rechtbank is van oordeel dat voor hervatting van de verpleging van overheidswege geen termen aanwezig zijn en zal daarom de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege handhaven onder de voorwaarden, zoals deze reeds zijn geformuleerd in de beslissing d.d. 13 oktober 2010.
Met betrekking tot de door de reclassering verzochte aanvullingen van de voorwaarden merkt de rechtbank het volgende op.
De verzochte voorwaarde met betrekking tot de ‘andere woonvorm’ is door de deskundige ter zitting ingetrokken. De rechtbank hoeft hier derhalve geen oordeel meer over te geven.
Over de verzochte aanvulling van de voorwaarde “het verplicht slikken van Refusal” is de rechtbank van oordeel dat de reeds gestelde voorwaarde over het nemen van voorgeschreven medicatie voldoende ruimte biedt aan de reclassering om betrokkene hier aan te houden.
Beslissing
De rechtbank:
- verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van [tbs-gestelde] met één jaar;
- handhaaft de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege onder de gestelde voorwaarden in de beslissing van 13 oktober 2010.
Deze beslissing is aldus gegeven door mrs. H.J. Bastin, voorzitter, F.J. Agema en
Th.A. Wiersma, rechters, bijgestaan door M. Smit-Colnot als griffier en in het openbaar uitgesproken op 15 juni 2011.