ECLI:NL:RBGRO:2011:BV2851
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot machtiging gesloten jeugdzorg voor minderjarige A. na positieve ontwikkeling
Op 25 januari 2012 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Groningen een verzoek van het bureau jeugdzorg Groningen (bjz) afgewezen om een machtiging tot plaatsing van de minderjarige A. in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg te verlenen. Dit verzoek was ingediend in het kader van de ondertoezichtstelling van A., die op 11 januari 2012 was aangevraagd. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de moeder van A., A. zelf en vertegenwoordigers van bjz en Radar aanwezig waren. A. was niet voor de uithuisplaatsing en vroeg om een kans om zijn gedrag te verbeteren.
De kinderrechter constateerde dat er sinds de inzet van Radar positieve ontwikkelingen waren in het gedrag van A., waaronder een verbetering op school en het beëindigen van schoolverzuim. Ondanks de zorgen over A.'s gedragsproblemen, die deels samenhangen met cultuurverschillen, was er hoop op een structurele gedragsverandering. De kinderrechter besloot dat A. nog een laatste kans moest krijgen om te laten zien dat hij in staat was om zijn gedrag te verbeteren, vooral omdat er nu middelen in het vrijwillig kader werden aangewend.
De kinderrechter benadrukte ook de rol van de ouders in het proces en de noodzaak van een psychologisch onderzoek om meer inzicht te krijgen in A.'s problematiek. De beslissing om het verzoek van bjz af te wijzen werd genomen met de afspraak dat Radar en de gezinsvoogd alert zouden zijn op eventuele terugvallen in A.'s gedrag, zodat indien nodig alsnog een machtiging tot uithuisplaatsing kon worden aangevraagd. De kinderrechter gaf aan dat de ouders van A. hun rol in de opvoeding moesten heroverwegen, aangezien zij A. niet corrigeerden in zijn boosheid en agressie.