ECLI:NL:RBGRO:2011:BV1547

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
29 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
124470 - FA RK 11-300
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P. Schadd-de Boer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van het ouderlijke gezag in het belang van de kinderen

In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 29 november 2011 uitspraak gedaan over de wijziging van het ouderlijke gezag van de minderjarige kinderen A., B. en C. De vrouw, verzoekster in deze procedure, heeft verzocht om het gezamenlijke ouderlijke gezag te beëindigen en het gezag alleen aan haar toe te kennen. De man, die al jaren geen invulling aan zijn ouderlijke verantwoordelijkheden heeft gegeven, heeft nauwelijks contact met de kinderen en er is geen onderlinge communicatie tussen de ouders. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man lijdt aan ADHD en een narcistische persoonlijkheidsstoornis, wat zijn vermogen om een actieve rol in de opvoeding te spelen ernstig beïnvloedt. De man heeft de vrouw en de kinderen in 2009 verlaten en heeft sindsdien geen financiële of emotionele steun geboden. De rechtbank heeft overwogen dat het in het belang van de kinderen is dat de vrouw alleen met het ouderlijke gezag wordt belast, om te voorkomen dat de kinderen klem of verloren raken tussen hun ouders. De rechtbank heeft ook de mogelijkheid van toekomstig contact tussen de man en de kinderen open gelaten, mits de man zich aan gemaakte afspraken houdt. De vrouw heeft daarnaast verzocht om kinderalimentatie, maar dit verzoek is afgewezen omdat de man momenteel geen financiële middelen heeft. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Civielrecht
zaaknr.: 124470/FA RK 11-300
29 november 2011
in de zaak van:
verzoekster,
hierna te noemen de vrouw,
advocaat mr. T.H.G. Schuringa,
en
hierna te noemen de man,
in persoon verschenen.
PROCESVERLOOP
De rechtbank heeft op 31 mei 2011 en op 2 augustus 2011 (tussen-) beschikkingen gegeven.
De zaak is behandeld ter zitting met gesloten deuren van 29 september 2011.
Daarbij zijn partijen, mr. Schuringa, alsmede mevrouw A.I. van Dijk namens de Raad voor de Kinderbescherming, regio Groningen en Drenthe, locatie Groningen, verschenen en gehoord.
RECHTSOVERWEGINGEN
De rechtbank neemt hier over hetgeen werd overwogen en beslist in voormelde
(tussen-) beschikkingen.
Bij de beschikking van 2 augustus 2011 is de ontbinding van het geregistreerd partnerschap van partijen uitgesproken. Verder is bepaald dat het hoofdverblijf van de minderjarige kinderen van partijen A., B. en C. bij de vrouw is.
De beslissing over het gezag en de bijdrage in de opvoeding en verzorging van de minderjarige kinderen is aangehouden en de zaak is te dien aanzien naar de zitting verwezen.
standpunt van de vrouw
Het is in het belang van de kinderen dat het gezamenlijke ouderlijke gezag over hen wordt gewijzigd en dat wordt bepaald dat de vrouw alleen met dat ouderlijke gezag wordt belast.
De omstandigheden zijn gewijzigd. Op 24 juli 2007 is door een aan het UMCG verbonden psychiater de diagnose gesteld dat de man ADHD heeft en aan een narcistische persoonlijkheidsstoornis lijdt. De man heeft het gebruik van de voorgeschreven medicatie na een half jaar gestaakt.
Na de geboorte van de tweeling is de man is in de Ziektewet terechtgekomen. Hij heeft de vrouw en de kinderen tien maanden na voormelde geboorte verlaten.
Vanaf het moment dat de vrouw op haar huidige woonadres ging wonen (april 2008) tot december 2009 heeft zij geprobeerd om de kinderen samen met de man te verzorgen en op te voeden. De man zag de kinderen toen vrijwel dagelijks. In die periode hadden partijen veel onenigheid. De man blowde iedere dag cannabis, gaf veel geld uit en was erg chaotisch.
In 2009 is de man zijn werk kwijtgeraakt. Hij werd vervolgens depressief en was steeds minder aanspreekbaar op zijn verantwoordelijkheid als vader van de kinderen.
In het najaar van 2009 begon de man zich verward uit te laten over allerlei toekomstige rampen die zich zouden gaan voltrekken, waardoor vele mensen zouden gaan sterven.
Na het Sinterklaasfeest in 2009 is de man - zonder iemand hiervan in kennis te stellen - naar Jamaica vertrokken. Hij heeft geen voorzieningen getroffen om de kosten van de gezamenlijke woning van partijen aan de Korreweg te blijven betalen en heeft op geen enkele wijze voorzien in een bijdrage van de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen.
Ook verder heeft de man niets geregeld, waardoor de vrouw in grote (financiële) problemen terecht is gekomen. De man had de woning aan de Korreweg zonder medeweten en toestemming van de vrouw onderverhuurd.
Ondanks dat de vrouw hem door middel van e-mailberichten heeft geïnformeerd over haar zorgelijke financiële situatie is iedere reactie van de zijde van de man uitgebleven.
De man is op verzoek van de vrouw op 15 september 2010 door deze rechtbank onder bewind gesteld. De woning aan de Korreweg is verkocht.
De kinderen hebben meer dan een jaar lang geen enkele vorm van contact met hun vader gehad.
Na indiening van het onderhavige verzoek is de man onverwacht teruggekeerd uit Jamaica.
In mei 2011 is hij van de een op de andere dag naar Afrika vertrokken.
Aan het eind van de zomervakantie van 2011 stond de man opeens weer voor de deur.
De kinderen hebben toen met hem gesproken. Anderhalve week later hebben zij ook telefonisch nog eens contact met hem gehad.
De tweeling kennen hun vader helemaal niet. De kinderen weten niet wanneer de man weer gaat opduiken. Er is geen enkele structuur in zijn gedrag te bespeuren. Hij is meerdere keren vertrokken zonder zelfs maar afscheid van de kinderen te nemen.
De man heeft nog steeds waanideeën. Door zijn onberekenbaarheid bestaat bij de vrouw de angst dat de man de kinderen zonder haar medewerking ergens mee naar toe zal nemen.
Op zich heeft de vrouw er geen bezwaar tegen dat de man in de toekomst weer contact met de kinderen zal hebben. Hij is en blijft hun vader en zij wil hem de kinderen niet ontzeggen.
Het contact zal echter heel geleidelijk en voorzichtig moeten worden opgebouwd, te beginnen met telefonisch contact.
standpunt van de man
De man is een paar weken geleden teruggekeerd uit Ethiopië.
Hij realiseert zich dat het verkeerd was om zomaar uit het leven van de vrouw en de kinderen te verdwijnen en ook, dat hij hen hierdoor veel pijn heeft berokkend en nog berokkent.
In 2009 ging het slecht met de man op het werk en verloor hij zijn moeder.
De man zag, onder meer via een oude kalender allerlei beelden waaruit hij ging opmaken dat de wereld in 2012 zou vergaan. Niemand kon dit begrijpen. De man heeft toen besloten verder op onderzoek uit te gaan.
Het is de intentie van de man om anders te gaan leven.
De man heeft nooit iemand iets misdaan. Hij was altijd erg close met de kinderen.
Toen de man zijn werk kwijtraakte kreeg hij een gouden handdruk.
In 2009 heeft de man daarvan aan de vrouw een bedrag van € 22.000,- overgemaakt ten behoeve van de kinderen. Hij heeft inderdaad onderverhuurd zonder toestemming van de vrouw. De man heeft ook twee kinderen uit een andere relatie in Duitsland. Voor hen heeft hij ten behoeve van een periode van een jaar een bedrag van € 7.000,- overgemaakt.
De vrouw heeft gedurende de afwezigheid van de man alleen de dagelijkse verzorging en opvoeding van de kinderen voor haar rekening genomen. Het is niet meer dan reëel dat zij voortaan alleen met het ouderlijke gezag wordt belast.
De vrouw heeft het ondanks de gedragingen van de man mogelijk gemaakt dat hij toch weer contact met de kinderen kon hebben.
Wanneer de vrouw weg zou vallen dient het gezag bij de man terecht te komen.
De man wil graag in de toekomst één keer per maand de gelegenheid krijgen tot contact met de kinderen. Hij realiseert zich dat dit geleidelijk moet worden opgebouwd.
beoordeling
Op grond van de inhoud van de overgelegde stukken en van hetgeen door en/of namens partijen ter zitting naar voren is gebracht overweegt de rechtbank het volgende.
De man heeft de laatste jaren geen enkele invulling gegeven aan het ouderlijke gezag, er is nauwelijks sprake geweest van enige vorm van contact tussen hem en de kinderen en ook is er nauwelijks of geen communicatie tussen de ouders geweest.
De man kon en kan kennelijk niet participeren in de opvoeding en verzorging van de kinderen.
Hierdoor heeft de vrouw alle beslissingen ten aanzien van de kinderen moeten nemen, hetgeen thans nog steeds het geval is, zulks wordt ook door de man bevestigd.
Hij heeft aangegeven dat de vrouw voortaan alleen met het ouderlijke gezag dient te worden belast.
De rechtbank is, alles in onderling verband en samenhang beschouwd, van oordeel dat er een onaanvaardbaar risico is dat de kinderen klem of verloren raken tussen hun ouders wanneer deze gezamenlijk het gezag over hen blijven uitoefenen en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zal komen.
Het is daarom in het belang is van de kinderen dat het gezamenlijk gezag eindigt en dat de vrouw alleen met het gezag wordt belast.
Zeker gelet ook op de positieve opstelling van de vrouw ontneemt wijziging van het gezag de man niet de kans om (in de toekomst) contact met de kinderen te hebben.
De man moet zich daarbij wel ten volle bewust zijn van het leed dat hij de kinderen door zijn handelwijze heeft berokkend. Het vertrouwen in hem zal heel voorzichtig weer moeten worden opgebouwd en de man zal zich aan de gemaakte afspraken moeten gaan houden. Indien mocht blijken dat de man hier niet aan kan voldoen, is het in het belang van de kinderen dat het contact met de man niet langer plaatsvindt.
Voorkomen moet worden dat de kinderen nogmaals worden geconfronteerd met een vader, die niet in staat is om duidelijke afspraken na te komen en die hen steeds opnieuw weer teleurstelt.
De vrouw heeft verzocht om te bepalen dat de man maandelijks met een bedrag van € 250,- per kind dient bij te dragen in de kosten van de verzorging en opvoeding van de kinderen.
Ter zitting heeft zij gesteld tot dit verzoek te zijn gekomen omdat de man vóór de beëindiging van zijn dienstverband in 2009 een goed betaalde baan had.
De vrouw heeft haar verzoek verder niet (met financiële bescheiden) onderbouwd.
Zij heeft erkend dat de man momenteel over geen enkele draagkrachtruimte beschikt.
Gelet op het vorenoverwogene zal de rechtbank het verzoek van de vrouw tot betaling door de man van kinderalimentatie afwijzen.
BESLISSING
bepaalt dat aan de vrouw alleen het ouderlijke gezag toekomt over de minderjarige kinderen van partijen A., B. en C.;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. Schadd-de Boer en door deze uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag, 29 november 2011, in tegenwoordigheid van G.D. Kuilman, griffier.