ECLI:NL:RBGRO:2011:BV0876
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P. Schadd-de Boer
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezamenlijk gezag en omgangsregeling in een complexe gezinsstructuur
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 6 december 2011 uitspraak gedaan over de beëindiging van het gezamenlijk gezag van M en G over hun kind, geboren op 23 juli 2004, en de omgangsregeling met M. M en G hebben van 15 maart 2004 tot 5 november 2007 samengewoond en hebben gezamenlijk gezag over het kind gekregen. N, de biologische vader, heeft het kind erkend op 3 april 2007. De Raad voor de Kinderbescherming heeft in een rapportage geadviseerd om het gezamenlijk gezag van M en G te beëindigen en G en N gezamenlijk het gezag te geven, omdat de communicatie tussen M, G en N problematisch is en er geen mogelijkheden voor omgang tussen M en het kind zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de omstandigheden zijn gewijzigd en dat het in het belang van het kind is dat G en N gezamenlijk het gezag uitoefenen. M heeft verzocht om het kind te horen, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, gezien de leeftijd van het kind en de omstandigheden. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat omgang tussen M en het kind ernstig nadeel zou opleveren voor de ontwikkeling van het kind, en heeft M het recht op omgang ontzegd. De rechtbank heeft het hoofdverblijf van het kind bij G bepaald en de omgangsregeling tussen N en het kind vastgesteld, zoals overeengekomen in het ouderschapsplan. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en partijen kunnen in hoger beroep gaan.