ECLI:NL:RBGRO:2011:BU9770
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor inschrijving op basisschool ondanks lopende procedure hoofdverblijf
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 22 november 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen een vrouw en een man over de inschrijving van hun minderjarige kind op een andere basisschool. De vrouw, die samen met de man het gezag over het kind uitoefent, verzocht de rechtbank om vervangende toestemming te verlenen voor de inschrijving van het kind op de [naam school] te [plaatsnaam]. Dit verzoek werd gedaan ondanks het feit dat er nog een lopende procedure was over het hoofdverblijf van het kind.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het huwelijk van partijen op 17 februari 2010 is ontbonden en dat er een zorg- en opvoedingsovereenkomst was vastgesteld op 9 maart 2010. De vrouw heeft aangegeven dat zij van plan is om met haar partner samen te wonen in [plaatsnaam], wat een verhuizing van [eerdere woonplaats] naar [plaatsnaam] met zich meebrengt. De man was van mening dat het kind beter in [eerdere woonplaats] naar school kon blijven gaan en weigerde zijn toestemming voor de schoolwijziging.
De rechtbank heeft in haar beoordeling het belang van het kind vooropgesteld en geconcludeerd dat het in het belang van het kind is om naar een basisschool in de directe omgeving van zijn nieuwe woonplaats te gaan. De rechtbank oordeelde dat de vrouw zorgvuldig overleg had gevoerd met de man en dat er geen zwaarwegende bezwaren waren tegen de schoolkeuze van de vrouw. De rechtbank heeft daarom de vrouw vervangende toestemming verleend om het kind in te schrijven op de nieuwe basisschool, ondanks de lopende procedure over het hoofdverblijf.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de vrouw direct kan overgaan tot inschrijving van het kind op de nieuwe school. De man heeft de mogelijkheid om binnen drie maanden na de uitspraak hoger beroep in te stellen bij het Gerechtshof te Leeuwarden.