ECLI:NL:RBGRO:2011:BU8476
Rechtbank Groningen
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot wedertewerkstelling en salarisbetaling in kort geding tussen werknemer en stichting
In deze zaak heeft eiser Q. een kort geding aangespannen tegen de stichting, waarin hij vorderingen heeft ingesteld tot wedertewerkstelling en doorbetaling van zijn salaris. Q. was in dienst bij de stichting op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, die meerdere keren is verlengd. Hij stelt dat er sprake is van een (opvolgend) werkgever en dat hij op grond van artikel 7:668a BW recht heeft op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De stichting betwist dit en stelt dat de cao PO een afwijkende regeling bevat die van toepassing is op de arbeidsovereenkomst van Q. en dat deze regeling niet is nageleefd.
De mondelinge behandeling vond plaats op 2 november 2011, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bepalingen van de cao niet algemeen verbindend zijn verklaard en dat Q. geen lid is van een vakorganisatie die partij is bij de cao. Hierdoor zijn de cao-bepalingen niet van toepassing op zijn arbeidsovereenkomst.
De kantonrechter oordeelt dat de arbeidsovereenkomst van Q. niet van rechtswege is geëindigd en dat hij recht heeft op doorbetaling van zijn salaris. De vorderingen van Q. worden toegewezen, met inachtneming van een dwangsom voor de stichting indien zij Q. niet tot zijn werkzaamheden toelaat. Tevens wordt de stichting veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken door mr. B. van den Bosch op 9 november 2011.