ECLI:NL:RBGRO:2011:BU4107
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Wijziging omgangsregeling en gezag in een familiezakenprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 25 oktober 2011 uitspraak gedaan in een familiezakenprocedure tussen een vrouw en een man, die samen een minderjarig kind hebben. De vrouw had verzocht om wijziging van de omgangsregeling en het gezag over het kind, terwijl de man verzocht om de bestaande regeling te wijzigen. De rechtbank oordeelde dat het zelfstandig verzoek van de man ontvankelijk was, omdat dit tijdig was ingediend en niet met stukken hoefde te worden onderbouwd, aangezien de relevante stukken al eerder waren ingediend. De vrouw werd niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoeken, omdat zij geen inhoudelijke argumenten had aangedragen die een wijziging van omstandigheden ten opzichte van de eerdere beschikking rechtvaardigden.
De rechtbank heeft de omgangsregeling gewijzigd, waarbij de man recht heeft op één telefonisch contact per week met het kind en het kind gedurende de schoolzomervakantie drie aaneengesloten weken bij de man verblijft. De rechtbank heeft ook de beperking opgeheven die de man verhinderde om met het kind buiten Europa op vakantie te gaan, omdat de kans op ontvoering gering werd geacht. De rechtbank oordeelde dat de man in Nederland geworteld is en dat er geen concrete aanwijzingen waren voor de vrees van de vrouw dat de man het kind zou ontvoeren.
De rechtbank heeft de verzoeken van de man om een dwangsom op te leggen afgewezen, omdat niet was gebleken van een stelselmatig niet uitvoeren van het recht op omgang door de vrouw. De uitspraak is gedaan in het belang van het kind, waarbij de rechtbank de noodzaak van een goede communicatie tussen de ouders benadrukte. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en partijen kunnen in hoger beroep gaan bij het Gerechtshof te Leeuwarden binnen drie maanden na de uitspraak.