ECLI:NL:RBGRO:2011:BU1385

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
17 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
517883 EJ VERZ 11-493
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst op verzoek van de werknemer wegens gewichtige redenen en risicosfeer werknemer

In deze zaak heeft Q., werknemer bij Ziggo B.V., verzocht om ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen, die voortvloeien uit een verandering van omstandigheden. Q. was sinds 1 maart 2005 in dienst bij de rechtsvoorganger van Ziggo en had te maken met een toenemende werkdruk en een vertrouwensbreuk met zijn werkgever. Hij had zich in 2010 meerdere keren ziek gemeld en in juni 2011 weigerde Ziggo zijn ziekmeldingen te aanvaarden, wat leidde tot een loonsanctie. Q. voelde zich niet meer op zijn plek binnen het bedrijf en verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst, met een vergoeding op basis van de neutrale factor C.

Ziggo heeft zich verzet tegen de ontbinding en stelde dat de redenen voor het verzoek in de risicosfeer van Q. lagen. De werkgever had Q. ondersteuning aangeboden en was van mening dat er geen geldige reden was voor ontbinding. De kantonrechter heeft de feiten en omstandigheden zorgvuldig gewogen en vastgesteld dat er sprake was van een vertrouwensbreuk tussen partijen. De kantonrechter oordeelde dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst noodzakelijk was, maar dat de redenen voor het ontbindingsverzoek voornamelijk in de risicosfeer van Q. lagen. Daarom werd er geen vergoeding toegekend.

De kantonrechter heeft Q. de mogelijkheid gegeven om zijn verzoek tot ontbinding in te trekken en heeft de ontbinding van de arbeidsovereenkomst per 1 november 2011 uitgesproken. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat ieder van partijen zijn eigen kosten droeg.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Kanton
Locatie Groningen
Zaak\rolnummer: 517883 EJ VERZ 11-493
Beschikking d.d. 17 oktober 2011
inzake
Q.,
wonende te [adres],
verzoeker, hierna Q. te noemen,
gemachtigde: mr. G. Bakker, advocaat, postbus 47, 9700 AA Groningen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Ziggo B.V.,
gevestigd te 3542 AB Utrecht, Atoomweg 100,
verweerster, hierna Ziggo te noemen,
gemachtigde: mr. S.L.L. Khouw, bedrijfsjurist, 3542 AB Utrecht, Atoomweg 100.
PROCESGANG
Bij verzoekschrift is verzocht de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden wegens gewichtige redenen, bestaande uit verandering van omstandigheden.
Ziggo heeft een verweerschrift ingediend.
De mondelinge behandeling is gehouden op 4 oktober 2011. Partijen (Ziggo vertegenwoordigd door [naam], [naam] en [naam]) en hun gemachtigden zijn ter zitting verschenen, waar zij hun wederzijdse standpunten nader uiteen hebben gezet, mr. Bakker mede aan de hand van pleitaantekeningen. Van hetgeen besproken is heeft de griffier aantekening gehouden.
De uitspraak is bepaald op heden.
OVERWEGINGEN
1. De feiten
De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten.
a. Q., geboren op 14 juni 1976, is op 1 maart 2005 voor onbepaalde tijd bij de rechtsvoorganger van Ziggo, @Home, in dienst getreden in de functie van Agent in het Contact Center in Groningen. Het laatste door hem verdiende salaris op basis van 36 uur per week bedroeg € 2.242,40 bruto per maand exclusief 8 % vakantietoeslag en 6,2 % “benefit budget”.
b. Q. heeft in het kader van zijn functie gewerkt in het team Collectieven en een team reguliere werkzaamheden (“Voice en Non-Voice werkzaamheden”).
c. In 2010 heeft Q. zich viermaal voor een korte periode ziek gemeld.
d. Op 6 juni en 14 juni 2011 heeft Q. zich ziek willen melden. Ziggo heeft die ziekmeldingen niet aanvaard en bij brief van 17 juni 2011 aangekondigd dat er een loonsanctie zou volgen wanneer hij zich niet aan de voorschriften zou houden die binnen Ziggo gelden ten aanzien van verzuim. Ziggo heeft daarbij te kennen gegeven dat zij verwachtte dat Q. op 20 juni 2011 zou komen werken.
e. Op 17 juni 2011 is Q. bij zijn huisarts geweest. Hij is niet op 20 juni 2011 aan het werk gegaan. Ziggo heeft de betaling van het loon vervolgens opgeschort. Deze opschorting is weer ongedaan gemaakt na een schriftelijk bezwaar van de raadsman van Q. en nadat de bedrijfsarts aan Ziggo had laten weten dat Q. (vanaf 7 juni 2011) arbeidsongeschikt was.
2. Het geschil
2.1. Q. heeft verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens gewijzigde omstandigheden onder toekenning van een vergoeding, uitgaande van factor C = 1 van € 8.963,-- bruto.
2.2. Hij heeft daartoe - samengevat - aangevoerd dat ontbinding noodzakelijk geworden is omdat hij het vertrouwen in Ziggo is verloren. Hij is destijds aangenomen voor administratieve werkzaamheden, maar ten gevolge van reorganisaties is hem vanaf 2010 opgedragen taken in het callcenter te gaan verrichten, iets wat hem niet zo goed ligt. Begin 2011 zou hij weer naar de afdeling “Non-Voice” gaan, maar dit is op het allerlaatste moment veranderd in “Voice”. Gecombineerde taken kwamen niet meer zoals vroeger voor. Q. is door de grote werkdruk spanningsklachten gaan ervaren. Ziggo heeft op 6 juni 2011 een ziekmelding van Q. geweigerd. Hem is een loonsanctie aangezegd wanneer hij zich niet op 20 juni 2011 op zijn werk zou melden. Hij heeft zich aan de voorschriften gehouden, want hij is naar zijn huisarts geweest en heeft een gesprek gehad met de bedrijfsarts die hem uiteindelijk op 22 juni 2011 arbeidsongeschikt heeft verklaard.
Q. vindt dat hij niet goed is behandeld. Ziggo heeft geen gehoor gehad voor zijn klachten en heeft tijdens zijn ziekte niets van zich laten horen. Hij wil daarom weg bij Ziggo. Hij voelt zich niet meer op zijn plek. De gang van zaken heeft hem aangegrepen. Er is een vertrouwensbreuk is ontstaan terwijl hij steeds correct zijn werkzaamheden heeft uitgevoerd. Q. is zelfs met opschorting van zijn salaris geconfronteerd. Aan de gevorderde ontbinding zou - ter voorkoming van verwijten over en weer - een vergoeding op basis van de neutrale factor C = 1 moeten worden verbonden.
2.3. Ziggo heeft zich tegen ontbinding verzet omdat daar geen geldige grond voor is. Als er al sprake is van een verandering in de omstandigheden, zijn deze veroorzaakt door Q. die in zijn risicosfeer liggen. Kort samengevat heeft Ziggo het volgende standpunt ingenomen.
Ziggo hanteert het beleid dat een Agent op elk moment, naar haar oordeel, ingezet kan worden om de kwaliteit van de dienstverlening in het Contact Center te verbeteren. Een Agent heeft ten tengevolge daarvan een hoofdactiviteit gekregen. Een Agent zou werkzaamheden uit een ander aandachtsgebied naar zich toe kunnen trekken door zijn target in zijn hoofdaandachtsgebied te halen. Voor Q. zou dit betekenen dat hij dan ook op meerdere terreinen zou kunnen worden ingezet. Ziggo mocht Q. als Agent op bepaalde verschillende werkgebieden inzetten.
Ziggo is geconfronteerd met een verslechterde motivatie van Q. en met een andere houding en gedrag. Het frequente korte verzuim was achteraf bezien een voorbode daarvan. Q. is te verstaan gegeven dat hij zich niet meer ten onrechte ziek mocht melden en ook niet met ziekmelding zou mogen dreigen. Ziggo heeft hem coaching, begeleiding en ondersteuning aangeboden om zijn werk goed te kunnen uitoefenen. Hij is in de gelegenheid gesteld om zijn functioneren te verbeteren door tijdelijk “non-voice” werkzaamheden te gaan doen. Hij heeft zich echter ziek gemeld. De leidinggevende van Q. heeft een afspraak met de bedrijfsarts gemaakt voor 14 juni 2011, maar Q. is daar niet heen gegaan. Ziggo heeft een loonsanctie opgelegd toen Q. op 20 juni 2011 niet aan het werk was gegaan en niet vast stond dat hij zich terecht ziek had gemeld. De loonbetaling is vervolgens hervat nadat de bedrijfsarts had vastgesteld dat Q. niet in staat was om te werken.
Q. voelt zich niet meer op zijn plek binnen Ziggo. Ziggo meent dat er geen reden is voor een ontbinding. Q. heeft een kans op verbetering niet benut en heeft er zelf voor gekozen om weg te gaan. Er bestaat geen aanleiding om aan een eventuele ontbinding een vergoeding te verbinden omdat aan Q. een verwijt kan worden gemaakt van de redenen van het ontbindingsverzoek.
3. De beoordeling
3.1. De kantonrechter heeft zich ervan vergewist dat het verzoek geen verband houdt met het bestaan van een opzegverbod.
3.2. Partijen zijn het niet eens over de noodzaak van ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Omdat Q. echter duidelijk te kennen heeft gegeven dat hij geen enkel vertrouwen meer in Ziggo heeft, is beëindiging onafwendbaar. Het heeft immers geen enkele zin een dienstverband voort te zetten wanneer een van partijen daar geen heil meer in ziet. Er is dan ook sprake van een verandering in de omstandigheden die er aanleiding toe is om de gevorderde ontbinding uit te spreken. De datum van ontbinding is 1 november 2011.
3.3. Met betrekking tot de vraag of er een vergoeding naar billijkheid aan de ontbinding moet worden verbonden, en zo ja welke vergoeding dat moet zijn, overweegt de kantonrechter het volgende.
3.4. Er is geen sprake van een arbeidsconflict. Q. heeft besloten dat hij het dienstverband niet meer wil voortzetten omdat hij geen enkel vertrouwen meer in Ziggo heeft. Hij vindt dat hij niet goed is behandeld, hij is teleurgesteld in de opdracht om “voice”-werkzaamheden te gaan verrichten en met name door de loonsanctie. Daarnaast heeft Ziggo tijdens zijn ziekte niets meer van zich laten horen.
Ziggo heeft er op gewezen dat er in 2010 sprake is geweest van viermaal een kort verzuim wegens ziekte. Hoewel daar tijdens de behandeling op de zitting nauwelijks over is gesproken, blijkt uit de overgelegde correspondentie dat er ook omstandigheden in de thuissituatie van Q. zijn geweest die van invloed zijn geweest op zijn functioneren. Hij heeft overigens ook niet tegengesproken dat zijn motivatie in de loop der tijd verminderd is. Hij heeft dat vooral verklaard doordat hem “voice”-werkzaamheden in het Contact Center zijn opgedragen, welke hem niet zo goed liggen. Hij zou liever administratieve werkzaamheden hebben willen doen. Ziggo heeft echter - terecht - aangevoerd dat Q. in de functie van Agent op verschillende manieren klantencontacten onderhield (schriftelijk, per e-mail of per telefoon). In dat opzicht stond het Ziggo dan ook vrij om Q. op te dragen om telefoonwerkzaamheden te gaan doen, ook wanneer dat werk hem niet zo goed lag. Overigens heeft Q. niet tegengesproken dat Ziggo hem in een van de gesprekken heeft aangeboden dat hij tijdelijk “non-voice” werkzaamheden zou kunnen doen om weer wat bij te komen. Hij heeft dat geweigerd, maar dat moet dan verder voor zijn rekening en risico komen. Niet gebleken is dat Ziggo Q. niet voldoende heeft ondersteund.
3.5. Verder overweegt de kantonrechter dat het de werkgever in het algemeen vrij staat om het werk zo in te richten en om daar veranderingen in aan te brengen als haar goed dunkt, mits de gevolgen van dergelijke beslissingen in redelijkheid aan de werknemer kunnen worden opgedragen en deze vallen binnen de grenzen van de individuele arbeidsovereenkomst.
3.6. Q. heeft verder nog naar voren gebracht dat hij bezwaar heeft tegen de opstelling van Ziggo tegenover zijn ziekmeldingen in juni 2011. Ziggo heeft gesteld dat zij twijfelde aan de redenen van ziekmelding en heeft deze niet aanvaard. Q. is niet op zijn werk verschenen; hij kon geen verklaring van zijn huisarts overleggen. Volgens Ziggo heeft een van haar medewerkers toen een afspraak met de bedrijfsarts gemaakt. Q. is echter, zo staat vast, niet op die afspraak verschenen omdat hij jarig was. Daarna heeft Ziggo de loonsanctie opgelegd. Deze is na het gesprek met de bedrijfsarts op 22 juni 2011, waarbij is vastgesteld dat Q. wel (vanaf 7 juni 2011) arbeidsongeschikt was, teruggedraaid.
De kantonrechter is van oordeel dat Ziggo met die opstelling niet onjuist heeft gehandeld. Zij mocht verlangen dat Q. zijn arbeidsongeschiktheid aannemelijk zou maken.
Ziggo heeft ook niet op een andere manier iets gedaan (of nagelaten) dat er op gericht is geweest om Q. tot vertrek aan te moedigen. Q. hoefde volgens Ziggo niet te vertrekken, want hij was een goede werknemer die goede beoordelingen had. Toen Q. echter minder gemotiveerd raakte is er tussen partijen overleg geweest over de vraag hoe dat zou kunnen worden verbeterd en is aan Q. (tijdelijk) ander werk aangeboden.
3.7. De conclusie is dat redenen voor het ontbindingsverzoek vooral in de risicosfeer van Q. zijn gelegen. Er is dan ook geen reden voor een vergoeding naar billijkheid.
3.8. Omdat geen vergoeding wordt toegekend krijgt Q. de mogelijkheid het verzoek in te trekken. Omdat Ziggo om compensatie van de proceskosten heeft verzocht en er geen redenen voor een proceskostenveroordeling zijn, dient ieder van partijen zijn of haar eigen kosten te dragen.
BESLISSING
De kantonrechter:
stelt Q. in de gelegenheid zijn verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst in te trekken uiterlijk op vrijdag 28 oktober 2011 om 12.00 uur;
en indien het verzoek wordt gehandhaafd:
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 november 2011;
compenseert de kosten van deze procedure in die zin dat ieder van partijen de eigen kosten draagt;
wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. C. van den Noort, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 17 oktober 2011 in aanwezigheid van de griffier.