ECLI:NL:RBGRO:2011:BT2060

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
19 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
18-670383-10
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

TBS met voorwaarden voor vervaardigen kinderporno en ontucht met minderjarigen

In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 19 september 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan ernstige zedendelicten, waaronder het vervaardigen van kinderporno en ontucht met minderjarigen. De verdachte, geboren in 1969 en thans preventief gedetineerd, werd beschuldigd van het vervaardigen, verwerven, in bezit hebben en verspreiden van kinderpornografisch materiaal, waarbij hij gebruik maakte van een geautomatiseerd werk en communicatiediensten. De feiten vonden plaats in de periode van 31 augustus 2005 tot en met 17 september 2010, waarbij de verdachte meerdere afbeeldingen en films heeft gemaakt van minderjarigen, waaronder een 7-jarig meisje dat aan zijn zorg was toevertrouwd. Daarnaast heeft hij ontucht gepleegd met dit meisje en met een ander minderjarig slachtoffer, geboren in 1993, met wie hij ook seksuele handelingen heeft verricht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een gewoonte heeft gemaakt van deze misdrijven en dat hij daarbij gebruik heeft gemaakt van zijn positie van vertrouwen. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van drie jaar en TBS met voorwaarden, maar de rechtbank legde uiteindelijk een gevangenisstraf van 24 maanden op, met terbeschikkingstelling. De rechtbank oordeelde dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar was, maar dat de ernst van de feiten een forse straf vereiste. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding toegewezen aan het slachtoffer, ter hoogte van €795,00, en de verdachte verplicht om zich aan bepaalde voorwaarden te houden na zijn vrijlating.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Strafrecht
parketnummer: 18/670383-10
datum uitspraak: 19 september 2011
op tegenspraak
raadsman: mr. U. van Ophoven
V O N N I S
van de rechtbank Groningen, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1969],
wonende te [woonplaats],
thans preventief gedetineerd in P.I. HvB ter Apel, ter Apelervenen 10, ter Apel.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van
3 maart 2011, 28 april 2011, 28 juni 2011 en 5 september 2011.
Tenlastelegging
Aan verdachte is, na wijzigingen van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij
in de gemeente Groningen, in elk geval in Nederland,
in of omstreeks de periode van 31 augustus 2005 tot en met 17 september 2010,
één of meermalen (telkens) een (groot aantal) afbeelding(en), te weten 80
foto('s) en/of 82 film(s) en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een)
afbeelding(en) heeft vervaardigd en/of verworven en/of in bezit gehad en/of verspreid en of aangeboden en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of (sinds 1 januari 2010) met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt,
welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer)
- het vaginaal en/of anaal penetreren (met de penis en/of (een) vinger(s)
door een volwassen persoon en/of door een persoon (die kennelijk de leeftijd
van 18 jaar nog niet heeft bereikt) van het lichaam van een persoon (die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar (eveneens) nog niet heeft bereikt)
(foto 1, film 1, film 22) en/of
- het (laten) vasthouden en/of in de mond (laten) nemen van de stijve penis
van een volwassen man door een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van
18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt en/of (foto 10, foto 11, foto 12, foto
12a, film 1, film 5, film 6, film 7, film 12, film 13, film 18)
en/of
- het (door een volwassen man) masturberen boven en/of ejaculeren op het
gezicht en/of lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van
18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt (foto 13, film 18)
en/of
- het houden van een penis tegen of (dicht) bij het gezicht en/of het
geslachtsdeel en/of de anus en/of het lichaam van een persoon die kennelijk
de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (terwijl op het
gezicht/lichaam van die persoon een op sperma gelijkende substantie
zichtbaar is) (foto's 8 t/m 8c, foto 9, film 14)
en/of
- het (laten) vasthouden en/of in de mond (laten) nemen van de penis van een
dier door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft
bereikt (film 1)
en/of
- het betasten en/of likken van de vagina en/of het houden van een vinger
tussen de schaamlippen en/of het drukken van een stijve penis en/of een
voorwerp in/tegen de vagina en/of de billen en/of de anus van een persoon
die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (film 3, film
4, film 8, film 9, film 10, film 11, film 12, film 14, film 15, film 16,
film 20, film 21, film 22, film 23)
en/of
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij
door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van
kleden van die/de perso(o)n(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in
beeld gebracht worden en/of (foto's 1, 2, 3 t/m 3c,4 t/m 4d, 5 t/m 5d, 6 en
6a, 7, 8 t/m 8c,14, 15, 16, 17, 17a, 18, 18a, 18b, film 2, film 11, film 19,
film 20)
en/of
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij
deze perso(o)n(en) gekleed en/of opgemaakt zijn en/of in een omgeving en/of
met voorwerpen en/of in (erotisch getinte) houdingen poseert/poseren die
niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich
(vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun
kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de
(onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en)
nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden (foto 19
t/m 19e, film 3)
waarbij voor wat betreft de periode na 1 januari 2010 verdachte het feit onder
meer -te weten tegen [slachtoffer 1], geboren op [2003]- heeft gepleegd
tegen (een) kind(eren) over wie hij het gezag uitoefende en/of dat/die hij
verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin en/of zijn pupil(len) en/of
aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige(n);
2.
hij
in de gemeente Groningen,
op verschillende tijdstippen, althans eenmaal,
in of omstreeks september 2010, althans in 2010, in ieder geval in de periode
van 1 september 2009 tot en met 14 september 2010,
(telkens) ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of opleiding en/of
waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 1], geboren op [2003], namelijk die zich (telkens) in het kader van een tussen de ouders van die
[slachtoffer 1] en verdachtes partner en/of verdachte afgesloten contract (in
het kader van een persoonsgebonden budget) in zijn woning bevond,
immers heeft hij verdachte (telkens) ontuchtig
- een of meermalen in de aanwezigheid van die [slachtoffer 1] zijn ontblote
penis met zijn hand heen en weer bewogen en/of zich afgetrokken
en/of zich sexueel bevredigd
en/of
- zijn penis door die [slachtoffer 1] laten aanraken en/of vastpakken
en/of
- zijn ontbloot achterwerk aan die [slachtoffer 1] getoond en/of laten aanraken
en/of
- die [slachtoffer 1] (gedeeltelijk) ontkleed en/of zich (gedeeltelijk) laten
ontkleden en/of haar ontblote geslachtde(e)l(en) en/of haar blote billen
laten tonen en/of daarvan een of meer foto's daarvan, althans van het
onderlichaam van die [slachtoffer 1] gemaakt;
en/of
dat hij
in de gemeente Groningen,
op verschillende tijdstippen, althans eenmaal,
in of omstreeks september 2010, althans in 2010, in ieder geval in de periode
van 1 september 2009 tot en met 14 september 2010,
ter uitvoering van zijn voornemen en het misdrijf om
(telkens) ontucht te plegen met de aan zijn zorg en/of opleiding en/of
waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 1], geboren op 29 maart
2003, namelijk die zich (telkens) in het kader van een tussen de ouders van die
[slachtoffer 1] en verdachtes partner en/of verdachte afgesloten contract (in
het kader van een persoonsgebonden budget) in zijn woning bevond,
met voormeld oogmerk die [slachtoffer 1] (telkens) ontuchtig heeft gevraagd
zijn penis aan te raken en/of vast te pakken,
terwijl de uitvoering van dit misdrijf niet is voltooid.
3.
hij
in de gemeente Groningen, althans in Nederland,
op verschillende tijdstippen, althans eenmaal
in de periode van 31 augustus 2005 tot en met 30 augustus 2008,
door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of
(een) andere feitelijkhe(i)d(en)
een meisje, genaamd [slachtoffer 2], geboren [1993],
heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit
of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
[slachtoffer 2],
hebbende verdachte:
- zijn penis heen en weer bewogen in de richting van de mond van die [slachtoffer 2] en/of
zich afgetrokken en/of zijn penis door die [slachtoffer 2]
in de mond laten nemen en/of het sperma in haar mond laten opvangen en/of
doorslikken en/of zich (aldus) door die [slachtoffer 2] oraal laten bevredigen
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die
bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat
verdachte op het bovenlichaam van die [slachtoffer 2] is gaan zitten en/of
die [slachtoffer 2] een of meermalen in het gezicht heeft geslagen en/of
die [slachtoffer 2] op dreigende en/of gebiedende toon heeft toegevoegd:
"Kijk me aan", althans woorden van gelijke of nagenoeg gelijke dreigende
en/of gebiedende aard en/of strekking
en/of (aldus) een voor die [slachtoffer 2], gelet op het leeftijdsverschil
tussen verdachte en die [slachtoffer 2] en/of verdachtes fysieke en/of
psychische overwicht, een bedreigende situatie heeft doen ontstaan
(zie film 5, pagina 167 proces-verbaal)
en/of
- zijn penis in de buurt van het gezicht van die [slachtoffer 2] gebracht en/of
zich afgetrokken en/of zijn penis door die [slachtoffer 2] in de mond laten
nemen en/of het sperma in haar mond laten opvangen en/of doorslikken en/of
zich (aldus) door die [slachtoffer 2] oraal laten bevredigen
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die
bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat
verdachte de benen van die [slachtoffer 2] uit elkaar heeft getrokken en/of
teneinde die benen uit elkaar te krijgen en/of te houden, op de benen van
die [slachtoffer 2] heeft geslagen en/of op het ontblote (boven)lichaam
van die [slachtoffer 2] is gaan zitten en/of tegen de wangen van die [slachtoffer 2] heeft
geslagen en/of in de kin en/of in de neus van die [slachtoffer 2] heeft geknepen en/of die
[slachtoffer 2] een of meermalen op dreigende
en/of gebiedende toon heeft toegevoegd: "Je moet zaad eten" en/of "Wat moet
jij doen?", althans woorden van gelijke of nagenoeg gelijke dreigende aard
en/of strekking
en/of (aldus) een voor die [slachtoffer 2], gelet op het leeftijdsverschil
tussen verdachte en die [slachtoffer 2] en/of verdachtes fysieke en/of
psychische overwicht, een bedreigende situatie heeft doen ontstaan
(zie film 6, pagina 167 proces-verbaal)
en/of
- zijn penis in de buurt van het gezicht van die [slachtoffer 2] gebracht en/of
zich afgetrokken en/of zijn penis door die [slachtoffer 2] in de mond
heeft laten nemen en/of het sperma in haar mond laten opvangen en/of laten
doorslikken en/of zich (aldus) door die [slachtoffer 2] oraal laten
bevredigen,
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die
bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat
verdachte op het (boven)lichaam van die [slachtoffer 2] is gaan zitten en/of
die [slachtoffer 2] een of meermalen op dreigende en/of gebiedende toon heeft
toegevoegd: "Mond open", althans woorden van gelijke of nagenoeg gelijke
dreigende aard en/of strekking
en/of (aldus) een voor die [slachtoffer 2], gelet op het leeftijdsverschil
tussen verdachte en die [slachtoffer 2] en/of verdachtes fysieke en/of
psychische overwicht, een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
(zie film 7, pagina 167 en 168 proces-verbaal)
en/of
hij
in de gemeente Groningen, in elk geval in Nederland,
op verschillende tijdstippen, althans eenmaal,
in de periode van 31 augustus 2005 tot en met 30 augustus 2008,
met [slachtoffer 2], geboren [1993], die toen (telkens) de leeftijd
van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt,
een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of
mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
[slachtoffer 2],
hebbende verdachte:
- op het bovenlichaam van die [slachtoffer 2] gezeten, zijn penis heen en
weer bewogen in de richting van de mond van die [slachtoffer 2] en/of zich
afgetrokken en/of die [slachtoffer 2] daarbij of daarna in het gezicht van
die [slachtoffer 2] geslagen en/of die [slachtoffer 2] op gebiedende toon
bevolen: "Kijk me aan"
en/of zijn penis door die [slachtoffer 2] in de mond laten nemen en/of zich
op deze wijze door die [slachtoffer 2] oraal laten bevredigen
en/of
- terwijl die [slachtoffer 2] met ontbloot onderlichaam op een bed lag, de benen
van die [slachtoffer 2] uit elkaar getrokken en/of teneinde die benen uit
elkaar te krijgen en/of te houden, op de benen van die [slachtoffer 2]
geslagen en/of het (boven)lichaam van die [slachtoffer 2] is gaan zitten met
zijn penis in de buurt van het gezicht van die [slachtoffer 2] gebracht en/of
zich afgetrokken en/of die [slachtoffer 2] een of meermalen op gebiedende
toon toegevoegd: "Je moet zaad eten" en/of "Wat moet jij doen?"
en/of tegen de wangen van die [slachtoffer 2] geslagen en/of in de kin en/of
de neus van die [slachtoffer 2] geknepen en/of
zijn penis door die [slachtoffer 2] in de mond laten nemen en/of zich
door die [slachtoffer 2] oraal laten bevredigen en/of het sperma in haar mond
laten opvangen en/of laten doorslikken
en/of
- op het (boven)lichaam van die [slachtoffer 2] is gaan zitten met zijn penis
in de buurt van het gezicht van die [slachtoffer 2] gebracht en/of
zich afgetrokken en/of die [slachtoffer 2] een of meermalen op gebiedende
toon toegevoegd: "Mond open" en/of zijn penis door die [slachtoffer 2] in de
mond heeft laten nemen en/of zich door die [slachtoffer 2] oraal laten
bevredigen en/of het sperma in haar mond laten opvangen en/of laten
doorslikken
en/of
- een of meermalen sexuele gemeenschap met die [slachtoffer 2] gehad;
4.
hij
in de gemeente Groningen, althans in Nederland,
op verschillende tijdstippen, althans eenmaal,
in de periode van 1 januari 2006 tot en met 4 december 2008, (telkens)
een afbeelding en/of een voorwerp en/of een gegevensdrager, bevattende een
afbeelding, waarvan de vertoning schadelijk was te achten voor personen
beneden de leeftijd van zestien jaar (telkens)
heeft verstrekt en/of aangeboden en/of vertoond aan de minderjarige [aangeefster 1], geboren [1992] en/of de minderjarige [aangeefster 2],
geboren [1992], van wie verdachte (telkens) wist of redelijkerwijs
moest vermoeden, dat deze(n) jonger waren/was dan zestien jaar,
hebbende verdachte (telkens) met behulp van een webcam en/of het internet zijn
ontblote penis laten zien aan die [aangeefster 1] en/of die [aangeefster 2]
en/of zich daarbij ten overstaan van die [aangeefster 1] en/of die [aangeefster 2] afgetrokken.
Bewijsvraag
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat op grond van de stukken in het dossier het
onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Met betrekking tot het achtste gedachtestreepje van het onder 1 ten laste gelegde is de officier van justitie van mening dat de foto’s die verdachte heeft gemaakt van [slachtoffer 1], kinderpornografisch materiaal betreffen. De poses zijn duidelijk seksueel. Ze zijn gemaakt terwijl [slachtoffer 1] aan de zorg en waakzaamheid van verdachte was toevertrouwd.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde is de officier van justitie van mening dat er, ondanks dat verdachte dit feit ontkent, op grond van de stukken in het dossier voldoende wettig en overtuigend bewijs is. De verklaring van [slachtoffer 1] is betrouwbaar en heel gedetailleerd. Ook gebruikt [slachtoffer 1] geen “volwassen” woorden en is haar verklaring authentiek.
Het onder 3 ten laste gelegde kan eveneens worden bewezen en wel in die zin dat verdachte in de periode tussen 1 maart 2006 en 8 februari 2008 seks heeft gehad met [slachtoffer 2]. Verdachte heeft uiteindelijk ook bekend dat hij seks met [slachtoffer 2] heeft gehad. Op de beelden is te zien dat een man bovenop een jong meisje zit en het meisje de seks niet wil. Het meisje kijkt met een angstige blik en met afschuw in de camera. Er wordt dwingend tegen haar gezegd wat ze moet doen en ze wordt in haar gezicht geslagen. Er is, in ieder geval bij een aantal handelingen van verdachte, sprake van beïnvloeding. De beïnvloedingshandelingen zijn evidente dwanghandelingen. [slachtoffer 2] heeft in haar verklaring aangegeven dat ze de seks wilde. Maar het is de vraag of [slachtoffer 2] op dat moment wilde dat de gevolgen onder die omstandigheden tot stand kwamen. Ook wanneer het slachtoffer niet afkerig stond ten opzichte van het gevolg zelf, kan er sprake zijn van dwang. Om te bepalen of [slachtoffer 2] op het beslissende moment wilde dat de handelingen tot stand kwamen, moet worden teruggevallen op wat er te zien is op de beelden. Daarop is te zien dat [slachtoffer 2] het niet wilde. Er is derhalve sprake van dwang. Verkrachting kan dan ook worden bewezen.
Gelet op de verklaringen die er ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde zijn afgelegd, acht de officier van justitie voorts dit feit wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat de pleegperiode tussen 1 januari 2008 en 4 december 2008 betreft.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde aangevoerd dat er sprake is van een geringe hoeveelheid kinderporno. De hoeveelheid en aard duiden niet op grote problematiek bij verdachte. Er was bij verdachte geen sprake van seksuele bevrediging bij de kinderporno. Voorts is de datering van het materiaal niet vastgesteld. Volgens verdachte betreft het de periode 2007 en 2008. Verdachte is niet zijn leven lang bezig met het verzamelen van kinderporno. Er is te weinig informatie om van een gewoonte te kunnen spreken.
Ten aanzien van het achtste gedachtestreepje van het onder 1 ten laste gelegde is de raadsman van mening dat [slachtoffer 1] een bijzonder kind is, dat gericht is op seks en lichamelijk ingesteld is.
Zowel [partner van verdachte] als ook de moeder van [slachtoffer 1] verklaren hierover. Zo verklaart de moeder van [slachtoffer 1] op pagina 104 van het strafdossier dat [slachtoffer 1] schaamteloos is in haar gedrag. Verdachte heeft gehoor gegeven aan [slachtoffer 1]’s verzoek en heeft foto’s gemaakt, waarbij ook een aantal foto’s is genomen die niet erotisch van aard waren. Verdachte heeft de foto’s gewist. Dit zou hij niet hebben gedaan wanneer hij pornografische bedoelingen zou hebben gehad.
De raadsman heeft betwist (onder verwijzing naar NJ 1990, 667) dat de verdachte heeft gehandeld met de bedoeling om seksuele prikkelingen op te wekken. Verdachte dient ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde ten aanzien van het onderdeel betreffende [slachtoffer 1] te worden vrijgesproken.
Voorts stelt de raadsman dat [slachtoffer 2] het goed vond dat de foto’s en filmpjes werden gemaakt. Het tweede en vierde gedachtestreepje van het onder 1 ten laste gelegde, die betrekking hebben op [slachtoffer 2], betreffen derhalve geen kinderporno.
De raadsman is van mening dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 2 ten laste gelegde. Er zijn hoofdzakelijk de auditu verklaringen. Tevens is het maar de vraag hoe betrouwbaar de verklaringen van [slachtoffer 1] zijn, gelet op haar grote fantasie en haar gerichtheid op seks.
Door het maken van foto’s kan er sprake zijn van ontucht (NJ 1998, 336). Verdachte dient dan wel de bedoeling te hebben gehad om een seksuele pose te verkrijgen. Dit is niet het geval. De Hoge Raad is van oordeel dat de bescherming van de minderjarige centraal dient te staan. Het is maar de vraag of [slachtoffer 1] moest worden beschermd. Er moet dan wel sprake van manipulatie, dan wel dwang van de maker zijn. Verdachte heeft de foto’s open en bloot in de woonkamer gemaakt en niet op een stiekeme wijze. Verdachte dient te worden vrijgesproken van ontucht ook in de poging variant.
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde is de raadsman van mening dat er geen sprake is geweest van dwang. Er is geen sprake van dat [slachtoffer 2] tegen haar wil seks heeft gehad met verdachte. [slachtoffer 2] zelf verklaart ook dat ze het fijn vond en dat het niet tegen haar wil was. Ook heeft [slachtoffer 2] geen aangifte gedaan. Dit was een weloverwogen keus. [slachtoffer 2] wist ook van de foto’s en films.
Uit beelden zou volgens de psycholoog, die de beelden ook heeft gezien, ogenschijnlijk kunnen worden afgeleid dat [slachtoffer 2] het tegen haar wil deed. Dit levert geen bewijs op voor de dwang.
Er wordt door verdachte en [slachtoffer 2] verklaard dat de seks een SM karakter had. Dergelijke seks is een soort spel en veelal theatraal. Beiden wilden ze dit.
Verdachte dient te worden vrijgesproken van verkrachting.
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde is de raadsman van mening dat het niet duidelijk is hoe oud de meisjes waren op het moment dat de door verdachte verrichte ten laste gelegde handelingen plaatsvonden. Het valt niet uit te sluiten dat de meisjes op dat moment ouder dan 16 jaar waren.
Beoordeling
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde.
De rechtbank is van oordeel dat niet onomstotelijk is komen vast te staan wanneer verdachte de door hem verrichte handelingen heeft gepleegd. Over het moment waarop de handelingen plaatsvonden is door de politie onvoldoende doorgevraagd. Aangeefsters geven hieromtrent ook geen duidelijke verklaring. Omdat niet valt uit te sluiten dat de meisjes op dat moment ouder dan 16 jaar waren, moet verdachte van feit 4 worden vrijgesproken.
De rechtbank heeft bij de beoordeling van de feiten 1, 2 en 3 acht geslagen op de volgende bewijsmiddelen.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
Een proces-verbaal d.d. 16 september 2010, opgenomen op pag. 48 e.v. van dossier nr. PL01KE 2010090682, d.d. 15 november 2010 van Regiopolitie Groningen, inhoudende de aangifte van [vader van slachtoffer 1], zakelijk weergegeven:
Mijn dochter is 7 jaar oud en heeft PDD-NOS. In november 2009 hebben wij een contract gesloten met [partner van verdachte]. [partner van verdachte] heeft een soort logeerhuis waar ze onder ander kinderen met een PGB opvangt. [partner van verdachte] woont samen met [verdachte] aan de [adres]. Afgelopen dinsdag 14 september 2010 heeft mijn vrouw [slachtoffer 1] om 18.00 uur bij [verdachte] en [partner van verdachte] gebracht om te gaan lezen met [verdachte].
Om 19.30 uur werd [slachtoffer 1] thuisgebracht door [verdachte]. [slachtoffer 1] zei tegen mij: "[verdachte] heeft ook mijn kont gefotografeerd" of woorden van gelijke strekking. Ik zag dat ze met haar handen en knieën op bed zat en met haar kont omhoog ging. [slachtoffer 1] zei: "Ja, en hij heeft ook mijn plasser op de foto gezet. En zelfs mijn gaatje".
Een proces-verbaal d.d. 24 september 2010, opgenomen op pag. 102 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [moeder van slachtoffer 1], zakelijk weergegeven:
Ik heb sinds september 2009 een PGB voor [slachtoffer 1] gekregen. Ik heb toen [partner van verdachte] gevonden. In principe gingen we met [partner van verdachte] in zee maar [verdachte] kwam over alsof hij er ook verstand van had. Het kwam ook over alsof ze het gezamenlijk deden.
Een proces-verbaal d.d. 17 september 2010 opgenomen op pag. 69 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de relatering van verbalisanten, zakelijk weergegeven:
[verdachte] gaf ons toestemming om zijn computers, fototoestellen en camera’s te onderzoeken. Op de geheugenkaart van de in beslag genomen camera stonden onder andere 5 foto’s met een meisje dat één van de verbalisanten herkent als [slachtoffer 1]. Ook de achtergrondomgeving herkent een van de verbalisanten als zijnde het interieur van de woning van verdachte. Het betreft foto’s waarop het meisje onder andere gefotografeerd is met ontbloot onderlichaam.
Een proces-verbaal d.d. 29 oktober 2010 opgenomen op pag. 152 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de relatering van verbalisant [verbalisant], zakelijk weergegeven:
dat op de in beslag genomen computer van [verdachte] 80 kinderpornografische foto’s werden aangetroffen, waarvan 20 expliciet erotisch. Er volgt een omschrijving van onder meer de foto’s die in de tenlastelegging zijn beschreven. Afdrukken van de foto’s maken deel uit van het dossier.
Op de in beslag genomen computer werden voorts 82 kinderpornografische filmbestanden aangetroffen, waarvan 58 nieuw en 24 bekend. Er volgt een omschrijving van onder meer de filebestanden die in de tenlastelegging zijn beschreven.
Een proces-verbaal d.d. 18 september 2010 opgenomen op pag. 272 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
[slachtoffer 1] wilde dat ik foto’s van haar zou maken. Dat heb ik gedaan. Zij zei toen: “Ik wil weten hoe mijn kont eruit ziet.” Ik maakte een foto van haar gezicht en toen trok zij haar broek naar beneden. Ik was toen zo stom om op het knopje te drukken. Zij is toen op de bank gaan zitten zonder haar broek aan. Ik heb toen nog een foto genomen. Zij zat onderuit gezakt op de bank met haar benen omhoog; ik kon haar plasser zien.
Een proces-verbaal d.d. 19 september 2010 opgenomen op pag. 287 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Ik kijk naar verschillende porno op de computer. Ook dingen die niet horen zoals pornografische dingen met minderjarigen. Ik kijk op redtube en dan word je doorgelinkt naar andere sites. Ik denk dat ik twee weken geleden voor het laatst naar kinderporno gekeken heb. Ik ben niet degene die ernaar kijkt, dat is [alter ego van verdachte]. (De rechtbank begrijpt dat verdachte daarmee zijn alter ego [alter ego van verdachte] bedoelt.)
[aangeefster 1] stuurde me zelf foto’s, dat deed ze vrijwillig. Het gaf me een kick dat ze dat deed.
Ik denk dat ik met 40 of 50 van zulke meisjes contact heb gehad via chatboxen. Ik denk dat ongeveer 6 of 7 meisjes zulke foto’s zoals [aangeefster 1] hebben gestuurd.
Een proces-verbaal d.d. 23 september 2010 opgenomen op pag. 305 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Ik heb foto’s van pornografische beelden op mijn computer van mensen die onder de 18 jaar oud zijn. Deze beelden zijn mij toegestuurd. Er zijn ook bestanden op mijn computer opgeslagen doordat ik op een site naar plaatjes keek.
Een proces-verbaal d.d. 23 september 2010 opgenomen op pag. 207 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 2] (geboren [1993]), zakelijk weergegeven:
Ik heb [verdachte] leren kennen via internet. Ik was toen denk ik 12 jaar oud. Ik heb seks met hem gehad. Ik weet dat er filmpjes van zijn gemaakt.
Een proces-verbaal d.d. 17 januari 2011 opgenomen op pag. 730 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Ik heb het filmpje van [slachtoffer 2] en mij via mijn webcam aan een vrouw laten zien. Deze vrouw noemde zich Karin of Karen.
Een proces-verbaal d.d. 18 januari 2011 opgenomen op pag. 741 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Ik heb het filmpje van [slachtoffer 2] en mij naar [familielid verdachte] gestuurd.
Een proces-verbaal d.d. 21 december 2010 opgenomen op pag. 679 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 2], zakelijk weergegeven:
Ik kwam er achter dat [alter ego van verdachte] het filmpje aan iemand anders had laten zien. Mijn chatnaam was [chatnaam].
Een proces-verbaal d.d. 13 december 2010 opgenomen op pag. 7687 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [familielid verdachte], zakelijk weergegeven:
[verdachte] vertelde mij dat hij het met minderjarige meisjes deed. Dat hij er seks mee had. Ik weet dat hij er seks mee had omdat hij mij een keer een filmpje heeft gestuurd. [chatnaam] is volgens mij het meisje van het filmpje. Nu u de naam noemt herken ik deze van dat meisje op de film.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
Een proces-verbaal d.d. 16 september 2010, opgenomen op pag. 48 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de aangifte van [vader van slachtoffer 1], zakelijk weergegeven:
Mijn dochter is 7 jaar oud en heeft PDD-NOS. In november 2009 hebben wij een contract gesloten met [partner van verdachte]. [partner van verdachte] heeft een soort logeerhuis waar ze onder ander kinderen met een PGB opvangt. [partner van verdachte] woont samen met [verdachte] aan de [adres].
[slachtoffer 1] vroeg mij: "papa speel jij wel eens met je piemel?" Ik zei tegen haar: "sorry, hoe bedoel je." Ze zei: "nou zo" en tegelijker tijd liet ze me met haar handen zien wat ze bedoelde. Ik zag dat ze haar duim en wijsvinger boven elkaar had. Haar andere vingers had ze in een vuist. Ik zag dat ze met haar hand heen en weer ging. Eerst deed ze dit langzaam en daarna deed ze het snel. Ze zei vervolgens: "en toen smeerde hij er een zalfje op". [slachtoffer 1] zei ook tegen mij: "[verdachte] heeft ook mijn kont gefotografeerd" of woorden van gelijke strekking. Ik zag dat ze met haar handen en knieën op bed zat en met haar kont omhoog ging. [slachtoffer 1] zei: "Ja, en hij heeft ook mijn plasser op de foto gezet. En zelfs mijn gaatje".
Een proces-verbaal d.d. 24 september 2010, opgenomen op pag. 102 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [moeder van slachtoffer 1], zakelijk weergegeven:
Ik vroeg wat heb je papa gevraagd? [slachtoffer 1] antwoordt: “Van [verdachte] dat hij met zijn piemel speelt.” Ik zag dat ze hierbij gebaren met haar hand maakte als zijnde een aftrekkende beweging. Ze zei zo vanuit het niks dat ze [verdachte]s piemel moest aanraken en dat ze anders geen baby tv mocht kijken. Ze zei ook nog dat hij [slachtoffer 1] haar plasser wou zien en dat hij [slachtoffer 1] haar plasser wou aanraken en dat [verdachte] zijn kont had laten zien in de slaapkamer.
Een proces-verbaal d.d. 18 september 2010 opgenomen op pag. 272 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Ik stond een keer te plassen toen [slachtoffer 1] binnenkwam.
Een proces-verbaal d.d. 17 september 2010 opgenomen op pag. 69 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de relatering van verbalisanten, zakelijk weergegeven:
[verdachte] gaf ons toestemming om zijn computers, fototoestellen en camera’s te onderzoeken. Op de geheugenkaart van de in beslag genomen camera stonden onder andere 5 foto’s met een meisje dat een van de verbalisanten herkent als [slachtoffer 1]. Ook de achtergrondomgeving herkent een van de verbalisanten als zijnde het interieur van de woning van verdachte. Het betreft foto’s waarop het meisje onder andere gefotografeerd is met ontbloot onderlichaam.
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde
Een proces-verbaal d.d. 19 oktober 2010 opgenomen op pag. 207 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 2] (geboren [1993]), zakelijk weergegeven:
Het gaat over [alter ego van verdachte]. Ik heb hem in 2005 via internet leren kennen. Ik wist zijn leeftijd en hij wist hoe oud ik was. Op een gegeven moment heb ik met hem afgesproken en toen hebben we bij hem thuis in [plaatsnaam] seks gehad. We hebben denk ik 5 keer afgesproken. Iedere keer dat ik er was, hebben we seks gehad. Er zijn foto’s en filmpjes gemaakt. Dat was niet iedere keer. Ik vond de seks fijn. Het was SM-achtige seks. We hadden het vooraf doorgesproken, dus hij wist wat ik wilde.
Een proces-verbaal d.d. 17 januari 2011 opgenomen op pag. 724 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Ik heb [slachtoffer 2] via internet leren kennen. We zijn naar mijn huis gegaan. Ik heb het filmpje gemaakt. [slachtoffer 2] wilde dat ik haar pijn deed, dus toen deed ik dat.
De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 28 april 2011 afgelegd, inhoudende, zakelijk weergegeven:
[slachtoffer 2] noemt mij [alter ego van verdachte]. [slachtoffer 2] noemt zichzelf ook wel [chatnaam].
Een proces-verbaal d.d. 29 oktober 2010 opgenomen op pag. 152 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de relatering van verbalisant [verbalisant], zakelijk weergegeven:
Op de in beslag genomen computer van [verdachte] werden onder meer 82 kinderpornografische filmbestanden aangetroffen. Er volgt een omschrijving van onder meer de bestanden [chatnaam]4.mpg, [chatnaam]5mpg en [chatnaam]mm 012.mpg die in de tenlastelegging zijn beschreven, die betrekking hebben op [slachtoffer 2], waarin verbalisant tevens relateert dat het een meisje van ca 13-14 jaar betreft.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
Gelet op voornoemde bewijsmiddelen kan ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde worden bewezen dat dit feit ten minste heeft plaatsgevonden na 31 augustus 2005, immers [slachtoffer 2] verklaart dat zij verdachte heeft leren kennen toen zij twaalf was.
De rechtbank is voorts van oordeel dat er wel degelijk sprake is van een gewoonte nu uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte gedurende een langere periode veel heeft gedownload. Verdachte was nieuwsgierig naar kinderporno, naar zijn zeggen in het kader van zijn eigen problematiek. Verdachte heeft met verschillende personen verschillende handelingen verricht en deze handelingen meerdere malen opgenomen. Verdachte heeft de foto’s en films opgeslagen in verschillende ten laste gelegde periodes. In deze handelingen van verdachte zit voorts het opzet besloten.
De rechtbank is, na de foto’s aanschouwd te hebben, van oordeel dat het evident is dat de foto’s die verdachte van [slachtoffer 1] heeft gemaakt seksuele poses betreft en daardoor kinderpornografisch van aard zijn. Dat de foto’s niet in het geniep maar open en bloot in de woonkamer zijn gemaakt, zoals door de verdediging is betoogd, doet daar in het geheel niet aan af. Het onder 1 ten laste gelegde kan derhalve worden bewezen.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
Het onder 2 ten laste gelegde kan naar het oordeel van de rechtbank gelet op bovenstaande bewijsmiddelen wettig en overtuigend worden bewezen, met dien verstande dat niet kan worden bewezen dat [slachtoffer 1] de penis van verdachte heeft moeten aanraken/ vastpakken.
De rechtbank acht hetgeen overigens is ten laste gelegd wel wettig en overtuigd bewezen gelet op bovenvermelde bewijsmiddelen en het gegeven dat [slachtoffer 1] authentiek over hetgeen heeft plaatsgevonden heeft gesproken tegen haar ouders. [slachtoffer 1] doet de handelingen die verdachte heeft gepleegd voor en benoemt dingen op een kinderlijke wijze. Zo verklaart ze ten overstaan van onder meer haar vader ten aanzien van het aftrekken van verdachte “eerst liet [slachtoffer 1] me met haar handen zien wat ze bedoelde. Ik zag dat ze haar duim en wijsvinger boven elkaar had. Haar andere vingers had ze in een vuist. Ik zag dat ze met haar hand heen en weer ging. Eerst deed ze dit langzaam en daarna deed ze het snel”. Ten aanzien van het klaarkomen van verdachte verklaart ze vervolgens tegen haar vader " toen smeerde hij er een zalfje op".
Vrijspraak ten aanzien van het onder 3 primair ten laste gelegde
Ten aanzien van het onder 3 primair ten laste gelegde overweegt de rechtbank het navolgende. Weliswaar wekken de filmbeelden die verdachte heeft gemaakt van de seksuele handelingen die tussen hem en [slachtoffer 2] hebben plaatsgevonden de indruk dat er sprake was van dwang, [slachtoffer 2] heeft echter zelf expliciet aangegeven dat zij de seks wilde. Voorts was er volgens haar sprake van SM-achtige seks en hadden verdachte en zij vooraf doorgesproken wat er ging gebeuren en wist verdachte derhalve wat [slachtoffer 2] wilde. Naar het oordeel van de rechtbank is gelet op vorenstaande, ondanks het grote leeftijdsverschil en de jonge leeftijd van [slachtoffer 2], onvoldoende duidelijk dat er daadwerkelijk sprake is geweest van dwang. De rechtbank is derhalve van oordeel dat het onder 3 primair ten laste gelegde niet kan worden bewezen.
Ten aanzien van het onder 3 subsidiair ten laste gelegde.
Het onder 3 subsidiair ten laste gelegde feit is strafbaar gesteld bij artikel 245 Wetboek van Strafrecht. In artikel 167a Wetboek van Strafvordering is bepaald dat terzake van het in artikel 245 Sr omschreven misdrijf, gepleegd ten aanzien van een minderjarige van 12 jaar en ouder, het openbaar ministerie de minderjarige zo mogelijk in de gelegenheid stelt zijn mening over het gepleegde feit kenbaar te maken. De rechtbank dient daarom te beoordelen of het openbaar ministerie in de vervolging van dit subsidiair ten laste gelegde feit kan worden ontvangen, in verband met het hoorrecht zoals is bedoeld in artikel 167a Sv.
Uit het dossier is gebleken dat er weliswaar geen formeel verhoor heeft plaatsgevonden met betrekking tot het al dan niet vervolgen van verdachte voor dit feit, en er dus ook geen vastlegging van een dergelijk verhoor in het dossier zit waarop de vervolging kan worden gebaseerd. Uit het verhoor van [slachtoffer 2] d.d. 19 oktober 2010, opgenomen op pagina 207 e.v. van het dossier, kan evenwel worden afgeleid dat zij vervolging wenst. Op dossierpagina 213 antwoordt zij, op de vraag wat zij vindt van het feit dat er een strafrechtelijk onderzoek naar [verdachte] wordt gedaan: “Als ik het stom vond zat ik hier niet.” Hieruit blijkt dat [slachtoffer 2] tegenover de politie genoegzaam haar mening kenbaar heeft gemaakt
(namelijk dat zij een strafrechtelijk onderzoek goed vindt), zodat aldus materieel invulling is gegeven aan het haar toekomende hoorrecht en haar belangen, die artikel 167a Sv beoogt te beschermen, voldoende zijn gewaarborgd. Anders dan de raadsman legt de rechtbank de bewoordingen van [slachtoffer 2] uit als een (impliciete) wens om wel tot vervolging over te gaan. Het openbaar ministerie is dan ook ontvankelijk in de vervolging van verdachte.
Het subsidiair ten laste gelegde kan gelet op voornoemde bewijsmiddelen wel worden bewezen, met dien verstande dat op de beelden niet is te zien dat verdachte de benen van [slachtoffer 2] uit elkaar heeft getrokken en op de benen van [slachtoffer 2] heeft geslagen. Verdachte moet daarom van dit onderdeel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
1.
hij in de gemeente Groningen, in elk geval in Nederland, in de periode van 31 augustus 2005 tot en met 17 september 2010, meermalen, afbeeldingen, te weten 80 foto's en 82 films en gegevensdragers bevattende afbeeldingen heeft vervaardigd en/of verworven en/of in bezit gehad en/of verspreid en/of aangeboden en/of vervaardigd en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of (sinds 1 januari 2010) met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, terwijl op die afbeeldingen en seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, van welke misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer)
- het vaginaal en anaal penetreren (met de penis en/of (een) vinger(s) door een volwassen
persoon en/of door een persoon (die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt)
van het lichaam van een persoon (die kennelijk de leeftijd van 18 jaar (eveneens) nog niet
heeft bereikt) (foto 1, film 1, film 22) en
- het (laten) vasthouden en/of in de mond (laten) nemen van de stijve penis van een
volwassen man door een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/
hebben bereikt (foto 10, foto 11, foto 12, foto 12a, film 1, film 5, film 6, film 7, film 12,
film 13, film 18)
en
- het (door een volwassen man) masturberen boven en/of ejaculeren op het gezicht en/of
lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben
bereikt (foto 13, film 18) en
- het houden van een penis tegen of (dicht) bij het gezicht en/of het geslachtsdeel en/of de
anus en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft
bereikt (terwijl op het gezicht/lichaam van die persoon een op sperma gelijkende substantie
zichtbaar is) (foto's 8 t/m 8c, foto 9, film 14) en
- het (laten) vasthouden en/of in de mond (laten) nemen van de penis van een dier door een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (film 1) en
- het betasten en/of likken van de vagina en/of het houden van een vinger tussen de
schaamlippen en/of het drukken van een stijve penis en/of een voorwerp in/tegen de vagina
en/of de billen en/of de anus van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet
heeft bereikt (film 3, film 4, film 8, film 9, film 10, film 11, film 12, film 14, film 15, film
16, film 20, film 21, film 22, film 23) en
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de
leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij door het camerastandpunt en/of
de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die/de perso(o)n(en) nadrukkelijk de
(ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden en/of (foto's 1, 2, 3 t/m 3c,4 t/m 4d,
5 t/m 5d, 6 en 6a, 7, 8 t/m 8c,14, 15, 16, 17, 17a, 18, 18a, 18b, film 2, film 11, film 19,
film 20) en
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de
leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed en/of
opgemaakt zijn en/of in een omgeving en/of met voorwerpen en/of in (erotisch getinte)
houdingen poseert/poseren die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze
perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/
hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de
(onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) nadrukkelijk de
(ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden (foto 19 t/m 19e, film 3),
waarbij voor wat betreft de periode na 1 januari 2010 verdachte het feit -te weten tegen [slachtoffer 1], geboren op [2003]- heeft gepleegd tegen een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige;
2.
hij in de gemeente Groningen, op verschillende tijdstippen, in de periode van 1 september 2009 tot en met 14 september 2010, telkens ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 1], geboren op [2003], namelijk die zich telkens in het kader van een tussen de ouders van die [slachtoffer 1] en verdachtes partner afgesloten contract (in het kader van een persoonsgebonden budget) in zijn woning bevond, immers heeft hij verdachte telkens ontuchtig
- in de aanwezigheid van die [slachtoffer 1] zijn ontblote penis met zijn hand heen en weer
bewogen en/of zich afgetrokken en/of zich seksueel bevredigd en
- zijn ontbloot achterwerk aan die [slachtoffer 1] getoond en
- die [slachtoffer 1] haar ontblote geslachtdelen en haar blote billen laten tonen en daarvan
foto's gemaakt;
en
dat hij in de gemeente Groningen, in de periode van 1 september 2009 tot en met 14 september 2010, ter uitvoering van zijn voornemen om ontucht te plegen met de aan zijn zorg en/of opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 1], geboren op [2003], namelijk die zich telkens in het kader van een tussen de ouders van die [slachtoffer 1] en verdachtes partner en/of verdachte afgesloten contract (in het kader van een persoonsgebonden budget) in zijn woning bevond, met voormeld oogmerk die [slachtoffer 1] ontuchtig heeft gevraagd zijn penis aan te raken en/of vast te pakken, terwijl de uitvoering van dit misdrijf niet is voltooid.
3.
hij in de gemeente Groningen, op verschillende tijdstippen in de periode van 31 augustus 2005 tot en met 30 augustus 2008, met [slachtoffer 2], geboren [1993], die toen telkens de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestond en uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2], hebbende verdachte:
- op het bovenlichaam van die [slachtoffer 2] gezeten, zijn penis heen en weer bewogen in
de richting van de mond van die [slachtoffer 2] en zich afgetrokken en die [slachtoffer 2]
daarbij of daarna in het gezicht van geslagen en die [slachtoffer 2] op
gebiedende toon bevolen: "Kijk me aan" en zijn penis door die [slachtoffer 2] in de mond
laten nemen en op deze wijze door die [slachtoffer 2] oraal laten bevredigen en
- terwijl die [slachtoffer 2] met ontbloot onderlichaam op een bed lag, op het
(boven)lichaam van die [slachtoffer 2] is gaan zitten met zijn penis in de buurt van het
gezicht van die [slachtoffer 2] gebracht en zich afgetrokken en die [slachtoffer 2] op
gebiedende toon toegevoegd: "Je moet zaad eten" en "Wat moet jij doen?" en tegen de
wangen van die [slachtoffer 2] geslagen en in de kin en de neus van die [slachtoffer 2]
geknepen en zijn penis door die [slachtoffer 2] in de mond laten nemen en zich door die
[slachtoffer 2] oraal laten bevredigen en het sperma in haar mond laten opvangen en
laten doorslikken en
- op het (boven)lichaam van die [slachtoffer 2] is gaan zitten met zijn penis in de buurt van
het gezicht van die [slachtoffer 2] gebracht en zich afgetrokken en die [slachtoffer 2]
een of meermalen op gebiedende toon toegevoegd: "Mond open" en/of zijn penis door die
[slachtoffer 2] in de mond heeft laten nemen en/of zich door die [slachtoffer 2] oraal
laten bevredigen en het sperma in haar mond laten opvangen en laten doorslikken en
- seksuele gemeenschap met die [slachtoffer 2] gehad.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen onder 1, 2 en 3 subsidiair meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten hersteld. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
Strafbaarheid van de feiten
Hetgeen de rechtbank bewezen heeft verklaard, levert de volgende strafbare feiten op:
1. een gewoonte maken van een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen en/of verwerven en/of in bezit hebben en/of verspreiden en/of aanbieden en/of zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl de schuldige het feit mede begaat tegen een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige;
2. ontucht plegen met een aan zijn zorg, opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige;
3. subsidiair met iemand die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handeling plegen die (mede) bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
Ten aanzien van de strafbaarheid van verdachte heeft de rechtbank gelet op de psychiatrische onderzoeksrapportage d.d. 15 december 2010 en de aanvullende rapportage d.d. 12 april 2011, opgemaakt door C.J.F. Kemperman, psychiater en de psychologische onderzoeksrapportage d.d. 7 januari 2011 en de aanvullende rapportage d.d. 9 april 2011, opgemaakt door drs. M. Verzendaal, GZ-psycholoog.
De conclusies van deze rapporten luiden, zakelijk weergegeven, dat bij verdachte ten tijde van het ten laste gelegde sprake was van een ziekelijke stoornis in de zin van pedofilie van het niet-exclusieve type. Volgens de psycholoog was er daarnaast sprake van hechtings-problematiek, met een verstoorde sociaal-emotionele ontwikkeling als gevolg. Verdachte wordt door de psychiater als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar ingeschat, door de psycholoog als verminderd toerekeningsvatbaar.
De rechtbank kan zich, gelet op de onderbouwing daarvan, met deze conclusies verenigen en neemt deze over en concludeert met betrekking tot de toerekeningsvatbaarheid van verdachte dat het bewezen verklaarde aan verdachte in enigszins verminderde mate kan worden toegerekend.
De rechtbank acht verdachte derhalve strafbaar, nu ten opzichte van verdachte ook overigens geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.
Strafoplegging
Vordering van de officier van justitie
Ten aanzien van de op te leggen straf heeft de officier van justitie aangevoerd dat verdachte steeds zelf wil bepalen hoe alles loopt. Hij wil pas meewerken als alles gaat zoals hij dat wil. Verdachte denkt dat hij er van afkomt met een straf gelijk aan het voorarrest. Dat is bagatelliseren van hetgeen er is gebeurd. Klinische behandeling is aangewezen. Een TBS met voorwaarden is het minimum vereiste.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan feiten die de samenleving bijzonder schokken, omdat het raakt aan de angst of kinderen wel veilig zijn in de wereld van het internet. Of kinderen wel veilig zijn bij hen aan wie ze worden toevertrouwen. Of mensen wel voorzichtig zijn met kinderen die al ernstige schade hebben opgelopen in hun verleden.
Verdachte heeft een stoornis, waardoor hij minder in staat is om zijn gedrag te beteugelen dan anderen. Daarom zullen de feiten hem in verminderde mate kunnen worden toegerekend. De feiten zijn echter zeer ernstig en verdachte verdient dan ook een forse gevangenisstraf. Daarnaast moet de samenleving tegen hem beschermd worden.
De officier van justitie eist daarom een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren, alsmede een TBS met voorwaarden zoals voorgesteld in het maatregelrapport van Reclassering Nederland d.d. 18 augustus 2011.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft namens verdachte gepleit voor een zo kort mogelijke onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Aan een voorwaardelijke gevangenisstraf kunnen de voorwaarden worden gekoppeld zoals door de reclassering is aangegeven. Bij het bepalen dient in ieder geval te worden meegewogen dat het verhaal van [slachtoffer 2] (feit 3) zo moet worden gelezen dat zij niet wil dat verdachte wordt vervolgd. Daar komt bij dat verdachte niet eerder in aanraking is geweest met politie en justitie. Hij zit reeds meer dan een jaar in voorlopige hechtenis, wat een enorme impact op hem heeft. Verdachte wil, ondanks zijn eerdere bezwaren, meewerken aan een klinisch traject en is gemotiveerd voor behandeling. Daarbij zal een voorwaardelijke gevangenisstraf een zwaardere druk opleveren dan een TBS met voorwaarden. Een TBS is ook vanuit behandelingsperspectief niet vereist, zoals ook naar voren komt uit de omtrent verdachte opgemaakte rapporten. Bovendien is TBS een maatschappelijk stigma, waarvan verdachte in de toekomst veel hinder zal ondervinden.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de aangaande zijn persoon opgemaakte rapporten, alsmede de vordering van de officier van justitie.
Vrijheidsstraf
Op grond van het bovenstaande komt de rechtbank tot het oordeel dat een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf moet worden opgelegd. De rechtbank neemt bij de bepaling van de hoogte hiervan in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Verdachte heeft zich (gedurende een lange periode) schuldig gemaakt aan het vervaardigen, verwerven, in bezit hebben, verspreiden, aanbieden van en het toegang verschaffen tot kinderpornografische foto’s, films en andere gegevensdragers. De strekking van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht is het tegengaan van seksueel misbruik van jeugdigen en de exploitatie van dergelijk misbruik. Centraal hierin staat de bescherming van de (afgebeelde) jeugdige. Daarom is ook het enkele privé-bezit van kinderpornografie al strafbaar. Omdat kinderpornografie veelal een achtergrond kent van uitbuiting en misbruik van kinderen moet niet alleen de productie en handel ervan, maar ook het bezit met kracht worden bestreden. De vraag naar en het bezit van kinderpornografie draagt immers bij aan de productie ervan en daarmee aan het misbruik van kinderen. Het is een feit van algemene bekendheid dat kinderen die slachtoffer zijn van kinderporno nog jaren lang, zo niet permanent, de niet alleen psychische, maar ook de vaak lichamelijke gevolgen ondervinden van het (seksueel) misbruik dat zij hebben moeten doorstaan en de daarmee gepaard gaande vernederingen. De rechtbank stelt vast dat bij verdachte niet een hele grote hoeveelheid kinderpornografisch materiaal is aangetroffen. Wat echter bijzonder kwalijk is, is dat een deel van dit materiaal door verdachte zelf, bij verschillende gelegenheden en van verschillende slachtoffers, vervaardigd is. Strafverhogend zijn de foto’s die verdachte heeft gemaakt van een 7-jarig meisje dat aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwd was.
Met dit meisje heeft verdachte tevens gedurende een jaar ontucht gepleegd. Daarnaast heeft verdachte gedurende een periode van drie jaar ontuchtige handelingen gepleegd, waaronder het seksueel binnendringen, met een meisje jonger dan 16 jaar. Hij heeft met deze ontuchtige handelingen de lichamelijke integriteit van de slachtoffers op grove wijze geschonden en heeft hen daarmee mogelijk ernstige schade berokkend. Het is immers een feit van algemene bekendheid dat kinderen die slachtoffer worden van zedendelicten daardoor psychisch beschadigd kunnen raken en daarvan ook op latere leeftijd nog gevolgen kunnen ondervinden. De rechtbank rekent verdachte deze feiten zwaar aan.
De rechtbank houdt rekening met het feit dat verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest.
Daarnaast neemt de rechtbank bij het opleggen van de vrijheidsstraf in aanmerking de conclusies van voormelde psychiatrische en psychologische onderzoeksrapportages, dat het bewezen verklaarde aan verdachte in enigszins verminderde mate kan worden toegerekend.
Ten slotte heeft de rechtbank gelet op de rapportages van Reclassering Nederland d.d. 2 maart 2011, 27 april 2011, 8 juni 2011, 28 juni 2011 en 18 augustus 2011.
Gelet op het bovenstaande acht de rechtbank een gevangenisstraf van 24 maanden passend en geboden. De rechtbank legt een lagere gevangenisstraf op dan door de officier van justitie is gevorderd, omdat de rechtbank minder feiten bewezen acht. De rechtbank acht gelet op hetgeen hieronder wordt overwogen de oplegging van een deels voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden - zoals door de raadsman is verzocht - niet opportuun.
Terbeschikkingstelling
De rechtbank is van oordeel dat verdachte, bij wie tijdens het begaan van het bewezen verklaarde een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens bestond, ter beschikking moet worden gesteld omdat het bewezen en strafbaar verklaarde een misdrijf is waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld en de veiligheid van anderen, alsmede de algemene veiligheid van personen de oplegging van die maatregel eist.
De rechtbank heeft dit oordeel gegrond op de voornoemde rapportages van de psychiater C.J.F. Kemperman en de psycholoog M. Verzendaal, alsmede diens verklaring ter terecht-zitting.
De rechtbank zal niet bevelen dat verdachte van overheidswege wordt verpleegd. Wel zal de rechtbank ter bescherming van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen, de na te noemen voorwaarden stellen betreffende het gedrag van verdachte.
Verdachte heeft zich bereid verklaard de voorwaarden na te leven.
De rechtbank heeft bij het formuleren van de voorwaarden gelet op het advies van de gedragsdeskundigen Kemperman en Verzendaal en Reclassering Nederland, zoals genoemd in het maatregelenrapport d.d. 18 augustus 2011.
Beslag
De officier van justitie is van mening dat de in beslag genomen goederen dienen te worden onttrokken aan het verkeer.
Ten aanzien van het beslag is de raadsman van mening dat de camera dient te worden teruggegeven aan verdachte. Ten aanzien van de overige goederen refereert de raadsman zich aan het oordeel van rechtbank.
De rechtbank is van oordeel dat alle in beslag genomen goederen verbeurd moeten worden verklaard. Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat de bewezen verklaarde feiten met behulp van de in beslag genomen goederen zijn begaan.
Vordering van de benadeelde partij
(feit 2) Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd [slachtoffer 1], wonende te [woonplaats].
De benadeelde partij heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van de gronden waarop deze berust. De benadeelde partij vordert € 1.100,00 aan immateriële schade en € 45,00 aan materiële schade bestaande uit “eigen bijdrage psycholoog”. Daar-naast vordert de benadeelde partij de wettelijke rente.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat de vordering voldoende is onderbouwd. De vordering bedraagt in totaal € 1145,00 en kan worden toegewezen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt van de verdediging
De vordering van de benadeelde partij dient niet-ontvankelijk te worden verklaard. De vordering is gebaseerd op seksuele handelingen die gepleegd zouden zijn en is niet gebaseerd op de foto’s. De foto’s zijn gewist. De schade is niet aangetoond en de causaliteit ontbreekt.
Beoordeling
Naar het oordeel van de rechtbank is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde rechtstreeks schade is toegebracht tot € 45,00 aan materiële schade (eigen bijdrage psycholoog) en tot een bedrag aan immateriële schade tot op heden begroot op € 750,00. De rechtbank zal daarom een bedrag toewijzen van € 795,00, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente.
De rechtbank zal bepalen dat de benadeelde partij in het overige deel van haar vordering niet-ontvankelijk is en dat dit deel van deze vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal aan verdachte de verplichting opleggen voornoemd geldbedrag ten behoeve van de benadeelde partij aan de Staat te betalen. De rechtbank heeft daartoe besloten omdat verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht en het belang van de benadeelde partij ermee is gediend niet zelf te worden belast met het innen van de toegewezen schadevergoeding.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 24c, 33, 33a, 36f, 37a, 38, 38a, 57, 240b, 245 en 249 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
De rechtbank:
Verklaart het onder 3 primair en 4 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Verklaart het onder 1, 2 en 3 subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hiervoor is aangegeven, te kwalificeren als voormeld en verklaart het bewezen verklaarde strafbaar.
Verklaart verdachte voor het bewezen verklaarde strafbaar.
Verklaart het onder 1, 2 en 3 subsidiair meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte voor het bewezen- en strafbaar verklaarde tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden.
Beveelt dat bij de tenuitvoerlegging van deze straf de tijd die veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht tenzij die tijd op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast dat de veroordeelde ter beschikking wordt gesteld.
Stelt de volgende voorwaarden betreffende het gedrag van de terbeschikkinggestelde:
de terbeschikkinggestelde:
- verblijft voor behandeling in de FPK te Assen zolang de kliniek en de Reclassering dat
nodig achten;
- houdt zich aan de voorschriften en aanwijzingen van zijn behandelaren;
- stelt zich open, begeleidbaar en behandelbaar op;
- zal meewerken aan het vervolgtraject van de klinische behandeling, ook als dat een
ambulante therapie zal zijn;
- heeft contact met de reclasseringswerker in een door de Reclassering te bepalen frequentie;
- heeft geen contact met slachtoffers en hun familie;
- onderneemt geen activiteiten die zouden kunnen leiden tot ongewenst contact met
minderjarigen;
- pleegt geen strafbare feiten;
- geeft toestemming voor informatie-uitwisseling met trajectrelevante instellingen en
personen;
- zal zich voor het overige gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen van de
Reclassering.
Wijst Reclassering Nederland aan als instelling om de terbeschikkinggestelde hulp en steun te verlenen bij de naleving van die voorwaarden en geeft voornoemde instelling daartoe opdracht.
Verklaart verbeurd:
- 1 zilverkleurig dagboek;
- 1 opschrijfboekje met aantekeningen;
- 1 telefoon, merk/type Sony Ericsson J23oi, kleur grijs;
- 1 meerkleurig dekbedovertrek;
- 1 portable computer, merk/type Hp Pavillion, serienummer CNF7477902;
- 1 computer, merk/type Hp Pavillion, serienummer CZB5140MTK;
- 1 fotocamera, merk/type Sony Cyberslot, serienummer 4669380.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1], wonende te [woonplaats], toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van
€ 795,00 (zegge: zevenhonderd vijfennegentig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 september 2009.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk.
Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Verplicht de veroordeelde aan de Staat te betalen een geldbedrag van € 795,00 (zegge: zevenhonderd vijfennegentig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 september 2009, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 1], wonende te [woonplaats], bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 15 dagen hechtenis. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Heeft de veroordeelde voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 795,00, vermeerderd met de wettelijke rente, ten behoeve van de benadeelde partij, dan vervalt de verplichting om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. Dit geldt ook omgekeerd: heeft de veroordeelde de vordering van de benadeelde partij betaald, dan vervalt de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat.
Dit vonnis is aldus gewezen door mrs. G. Eelsing, voorzitter, H.L. Stuiver en H.J. Bastin in tegenwoordigheid van A.W. ten Have-Imminga, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 19 september 2011.
Mr. Eelsing was buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.