ECLI:NL:RBGRO:2011:BT1920
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.Tj. Terpstra
- Rechtspraak.nl
Uitleg CAO en forenzenvergoeding voor buschauffeur in dienst van QBuzz
In deze zaak heeft eiser Q. een vordering ingesteld tegen gedaagde QBuzz B.V. met betrekking tot de betaling van een forenzenvergoeding. Q. was in dienst als buschauffeur bij Arriva en is na de concessieovername door QBuzz op 13 december 2009 in dienst gekomen bij deze laatste. Q. woont in Duitsland en vordert een bedrag van € 1.607,10 en een maandelijkse vergoeding van € 95,00, vermeerderd met cao-verhogingen, vanaf 1 februari 2011. QBuzz heeft de vordering betwist en stelt dat de cao-bepalingen niet van toepassing zijn op de situatie van Q. na de concessieovername.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Q. recht heeft op een tegemoetkoming in de kosten voor woon-werkverkeer op basis van artikel 47 van de cao. De uitleg van dit artikel, met name lid 4a, is cruciaal voor de beoordeling van de vordering. Q. stelt dat de werkelijke afstand tussen zijn woonplaats en standplaats in zones moet worden berekend, terwijl QBuzz aanvoert dat de afstand tot de Duitse grens niet meegerekend hoeft te worden. De kantonrechter oordeelt dat de uitleg van Q. juist is en dat de cao geen onderscheid maakt tussen chauffeurs die in Nederland of Duitsland wonen.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat QBuzz verplicht is om de vorderingen van Q. toe te wijzen, inclusief de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 18 augustus 2011, waarbij QBuzz is veroordeeld tot betaling van de gevorderde bedragen en de proceskosten van Q. Dit vonnis bevestigt de gelijkheid van behandeling van chauffeurs ongeacht hun woonplaats, en benadrukt de verplichtingen van werkgevers onder de cao.