ECLI:NL:RBGRO:2011:BT1914
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de kantonrechter in arbeidsgeschil met meerdere werkplekken
In deze zaak heeft eiser Q. een vordering ingesteld tegen gedaagde SFA Benelux B.V. met betrekking tot een arbeidsgeschil. SFA heeft de exceptie van (relatieve) onbevoegdheid van de kantonrechter opgeworpen, stellende dat de rechtbank te Groningen niet bevoegd is om van het geschil kennis te nemen. SFA betoogt dat Q. zijn werkzaamheden niet hoofdzakelijk in Groningen heeft verricht, maar over een groter gebied, namelijk Noord-Oost Nederland. Q. daarentegen handhaaft zijn standpunt dat de kantonrechter van de rechtbank Groningen bevoegd is, omdat zijn werkzaamheden zich over meerdere provincies uitstrekten en er geen specifieke standplaats was.
De kantonrechter heeft de argumenten van beide partijen overwogen. Op basis van artikel 100 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is de rechter van de plaats waar de arbeid gewoonlijk wordt verricht, bevoegd. De rechtbank oordeelt dat de term 'gewoonlijk' moet worden opgevat als 'hoofdzakelijk'. Aangezien Q. zijn werkzaamheden over meerdere kantons heeft verricht en er geen enkel kanton kan worden aangewezen waar de arbeid hoofdzakelijk heeft plaatsgevonden, concludeert de kantonrechter dat hij onbevoegd is om van het geschil kennis te nemen.
De zaak wordt daarom verwezen naar de kantonrechter te Roermond, die wel bevoegd is gezien de vestigingsplaats van SFA. De beslissing over de proceskosten in het incident wordt aangehouden tot er in de hoofdzaak is beslist. Het vonnis is uitgesproken door mr. C. van den Noort op 11 augustus 2011.