ECLI:NL:RBGRO:2011:BS8703
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van minderjarigen
Op 28 juni 2011 heeft het Bureau Jeugdzorg Groningen (BJZ) een verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling ingediend, gedateerd 27 juni 2011. Dit verzoek werd ondersteund door een hulpverleningsplan en een verslag van de ondertoezichtstelling. De kinderrechter heeft de zaak op 26 juli 2011 met gesloten deuren behandeld, waarbij de moeder, de vader en hun raadsman aanwezig waren. De ondertoezichtstelling was in augustus 2010 uitgesproken vanwege ernstige zorgen over de ontwikkeling van de kinderen, die opgroeiden in een ongunstige opvoedingssituatie. Ondanks de betrokkenheid van de ouders, waren zij niet in staat een stabiele thuissituatie te bieden. De moeder had zelf hulpverlening geregeld voor haar oudste kind, maar BJZ had tijdens de ondertoezichtstelling geen hulp ingezet. De moeder gaf aan dat ze geen problemen had met een verlenging van de ondertoezichtstelling, mits er daadwerkelijk hulp werd ingezet.
De vader was tegen de verlenging en stelde dat de kinderen niet in hun ontwikkeling bedreigd werden. Hij vond dat de gronden voor de ondertoezichtstelling niet langer aanwezig waren. De kinderrechter oordeelde op basis van de verkregen informatie dat de gronden voor de ondertoezichtstelling niet langer aanwezig waren. De kinderrechter wees het verzoek van BJZ af, omdat de minderjarigen niet zodanig in hun ontwikkeling bedreigd werden dat een verlenging noodzakelijk was. De kinderrechter benadrukte dat de moeder gemotiveerd was voor hulpverlening en dat er geen redenen waren om aan te nemen dat zij de ingezette hulp niet zou continueren. De beslissing werd gegeven door mr. K.R. Bosker, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. C.J. van der Meulen, griffier.